‘Werp uw brood uit op het water, en ge zult het terugvinden na vele dagen.‘
(Uit Prediker 11 vers 1)
Geciteerd: De bijna overmoedige zegswijze van 11 : 1 wil figuurlijk tot uitdrukking brengen, dat men bij arbeid in wijsheid elk risico aanvaardt, zelfs zo dat de wereldwijze mens het pure dwaasheid zal vinden. ‘Werp uw brood uit op het water‘ – wie van een waagstuk spreekt, zal dít waagstuk àl te erg vinden. Maar het gaat in de wijsheid niet om het waagstuk. Het gaat om werken in het geloof.
Wie een kuil graaft kan er zelf in vallen; hij loopt risico. ‘Werp uw brood uit op het water‘ schijnt een in die tijd makkelijk verstaanbare zegswijze te zijn, die dient om het aanvaarden van het risico zo sterk mogelijk uit te beelden, en wel dermate sterk dat de ongelovige het absurd zal vinden. Het is een diep gelovige spreuk, en merkwaardig, ze is altijd intuïtief verstaan door wie ten volle geloofswerk doet.
Men hoort het mensen zeggen, die Evangelisatiewerk doen en geen resultaat zien. Och, zeggen ze, ‘Werp uw brood uit op het water‘: het lijkt zinloos wat we doen. Maar dat is nu het werk in Gods Verbond. En de zekerheid van Gods beloften: ‘en je zult het terugvinden na vele dagen‘. Deze spreuk is vernietigend voor alle succesjacht, zelfs voor een gematigde succeswaardering. Het gaat in de arbeid in Gods Verbond helemaal niet om het succes; het gaat daar om Gods zegen.
‘Werp uw brood uit‘ – dan is men zijn brood, dat eventueel als zinnebeeld van levensonderhoud kan dienen, kwijt: meer zien we niet. Maar we doen met alle macht wat onze hand vindt om te doen. En dan gaat het heel wonderlijk: ‘Je zult het terugvinden na vele dagen‘.
‘Werp uw brood uit op het water‘ is typerend voor alle werk in het Verbond van God , die als zodanig nooit ijdel is in de Here. Maar wat men er van kan zien lijkt de ijdelheid zelve. Impliciet wordt hier het thema van de ijdelheid gesteld in de zin van de overwinning op het ijdele (het vruchteloze of zinloze werken).
Dat ijdele is er inderdaad, het is al wat we (ervan) kunnen zien. Er is geen werken in het Verbond of het lijkt precies op het uitwerpen van brood op het water. Zo gaat het in de opvoeding, in de studie, in de kerkelijke trouw, in de politiek die handelt naar de eis van God, in de idealen van Bijbelgetrouw koopmanschap. Wie daardoor gegrepen is doet juist wat de wereldwijze mens bij uitstek dom en onpraktisch noemt. Maar hij doet het met een gerust hart en een vrij geweten. Ook de gematigde wereldwijze mens zegt: Dat is toch dwaasheid, je zit tussen twee stoelen, daar komt niets van terecht, je verspeelt je invloed en mogelijk je gezondheid ook nog.
Die gematigd wereldwijze mens heeft op zijn wereldse manier gelijk: je brood uitwerpen op het water is erg dwaas; het dwaze van God is wijzer dan de mensen. Waarvoor werkt de prediker zo hard? Als hij preekt zit de een te slapen, de ander is wakker en verzameld zijn kritische opmerkingen. Preken, dat is uw brood uitwerpen op het water. Wie volhardend de werken Gods willen werken op ‘alle terrein des levens’, die werpen hun brood uit op het water, en hun geestverwant die een klein tikje werelds (wereldwijs) is gebleven, zegt spottend: Wat een dwaasheid!
‘Je zult het terugvinden na vele dagen‘; ‘na vele dagen’ betekent voor een Christenmens niet zelden: na dit leven. Het is een verdwijnende minderheid onder de christenen, die voelt voor deze gelovige idealen. De overgrote meerderheid, die volstrekt niet ongelovig is, voelt meer voor de erkenning van ‘de natuur’ of de ‘gemene gratie’ (algemene genade’), of de mijding van het woordje religie ten bate van de term ‘ethiek’. Wees toch niet zo’n beginselruiter! (denkt of zegt men dan).
‘Werp uw brood uit op het water‘ betekent: Geen aardse macht begeren wij; het betekent dat men ophoudt met het jagen naar macht, invloed, bezit, succes en roem. ‘Werp uw brood uit op het water‘ spreekt van geloof, hoop en liefde. Een dichter sprak eens van de ‘illusies van dit leven’ en noemde na ‘hoop, geloof en liefde’ nog ‘roem en macht’. Zeldzaam eerlijk: hij had de Bijbelse idealen verloren en wereldse er voor in de plaats gekozen. Misschien was hij echt ongelovig geworden, mogelijk had hij toch nog een splinter geloof overgehouden, dat weten we niet. Maar binnen de kring van actieve christenen vinden we het ook: dat iemand begint met geloof, hoop en liefde, en eindigt met de huldiging van roem en macht.
Het is de tragische, eigenwijze levensgang van zo menig deelnemer aan het christelijke werk. Soms gaat heel een sector van christelijk begonnen werk op die manier verloren. Men begint wel in geloof, maar later gaat men ‘praktisch worden’; dan gaat men het ‘onverantwoordelijk vinden’ zijn brood uit te werpen op het water, en men wordt er blind voor dat nu net dít het glanzende is van de adel van het geloof. Men gaat redeneren als een wereldling: de rekeningen moeten toch betaald worden? Natuurlijk moeten ze dat. Maar wie bereid is zijn brood te verliezen, die zal het vinden.
Werp uw brood uit op het water, en je zult het vinden na vele dagen. Geen aardse macht begeren wij: dié gaat al héél ras verloren! Prediker 11 vers 1 is een hoogtepunt!
(Wordt vervolgd!)
Zie ook:
- Prediker: De Qohèleth spreekt in de qahaal…
- Prediker: Het voordeel van de wijsheid…
- Prediker: De eeuw in hun hart gelegd…
- Prediker: Sleutel tot verstaan van het boek…
- Prediker: Heersende te Jeruzalem…
- Prediker: Moeilijke bezigheid… (I)
- Prediker: Moeilijke bezigheid… (II)
- Prediker: Werkgroep met saamhorigheid als doel voor ogen…
- Prediker: Geen Joods (of ‘Gemeentelijk’) cultureel zelfbehagen…
- Prediker: Wat ‘nut ons’ dit Bijbelboek…
- Prediker: De oude dwaze koning, verzot op eigen verleden…
- Prediker: Een ‘betere koning’, maar ‘de lateren’…
- Wie volhouden en volharden tot het einde…
- Prediker: Wees zuinig met uw woorden in het Godshuis…
- Prediker: Daarom prees ik de doden gelukkig…
- Prediker: God oefent gericht…
- Prediker: Belangstelling voor geschiedenis en volksverband…
- Prediker: Waar haal je (de) faalmoed vandaan…
Bron afbeelding: Scripture Images