Kohlbrugge

De befaamde theoloog H. F. Kohlbrugge (1803-1875) was predikant in het Duitse Elberfeld, maar ging op uitnodiging regelmatig in Nederland voor. Van de 53 keer dat hij daar gepreekt heeft, zijn er 22 preken bewaard gebleven.

Hendries Boele, kerkhistorisch publicist en kenner van Kohlbrugge, verzamelde ze in een bundel. Het is voor het eerst dat de Nederlandse preken integraal zijn uitgegeven. De bundel is een onmisbare aanvulling op zijn boek ”Zonder kansel kon hij niet leven” (2014), over de preekbeurten van Kohlbrugge in Nederland.

We leren Kohlbrugge kennen als een origineel en krachtig prediker. De nadruk ligt op de totale verlorenheid van de mens en de radicaliteit van de genade in Christus. Het wordt met de mens niets, klinkt het als in een refrein. En toch wil de mens weer, die alleen uit vrije genade gerechtvaardigd kan worden, naar „het genot van het verbroken werkverbond.”

Kohlbrugges preken zijn doorademd van het werk van de Heilige Geest. De mens heeft krachtdadige genade nodig, een wedergeboorte en herschepping. Kohlbrugge vraagt: Hebt u zichzelf bekeerd of heeft de Heere u bekeerd? De mens doet niets liever dan zich te verzetten tegen deze vrije genade. „O, welk een strijd is in een arm hart tegen vrije genade, tegen een geheel doodvallen met al zijn doen voor de voeten van soevereine genade!”

God de Heere verkoopt niets, Hij geeft vrijwillig en om niet. Voortdurend stelt Kohlbrugge dat we weer tot het Woord heen moeten, tegenover alles wat mensen „leren, stellen of drijven.” Er zijn twee soorten mensen: grote zondaars en zij die zichzelf rechtvaardigen. „Als er nog een derde soort bestaat, dan lost deze zich, getuige de kerk- en wereldgeschiedenis, steeds in de eerste of tweede soort op.” Kohlbrugge roept jongeren op: „Zoekt Hem in het verborgene, en weet dan dat vóór u begint, de Heere al aan het zoeken is! Die twee die zoeken, het verloren schaap én de Herder, zullen elkaar zeker vinden!”

Ook mooi hoe hij de doop ter sprake brengt. „Door de Heilige Doop ben ik het kind van de Vader, een broeder van de Heere Jezus, de eeuwige Zoon van de Vader, en zijn wij onder de tucht en het onderwijs gesteld van de moederlijke Heilige Geest.”

Nederland en Oranje

Van de 22 preken zijn er 7 uitgesproken in de Waalse kerk te Delft. Met deze Prinsenstad had Kohlbrugge een bijzondere band. Regelmatig spreekt hij over de relatie van Nederland met Oranje. Hij noemt „vader Willem” de grondlegger van onze vrijheid. Kohlbrugge heeft geen moeite met het zogenaamde drievoudig snoer ”Kerk, Oranje en vaderland”. Hij vult dat niet romantisch in als een beeld dat met heimwee terugkijkt naar het verleden. Het gaat hem om de grote daden van God in het verleden. God schiep dit land en plantte het huis van Oranje, en dat alles ter wille van de Kerk.

Kohlbrugge spreekt onbekommerd over de ”God van Nederland”. „Die trouwe God van onze vaderen, Die wij, als wij onze geschiedenis met die van de andere volken vergelijken, met recht de God van Nederland noemen.” Wij hebben God verlaten, en daarom heeft God ons verlaten. Kohlbrugge vraagt om dankbaar te erkennen: „Nederland en Oranje zijn één!” Hij trekt een vergelijking met Israël. „Israëls geschiedenis en Nederlands geschiedenis, zij smelten ineen.” Maar dat geldt niet alleen voor Gods grote daden maar ook voor de hemeltergende zonden! Dus geen romantiek, maar Bijbels realisme. Dat laatste stempelt ten diepste Kohlbrugges visie op mens, wereld en geschiedenis. Een waardevolle bundel voor de Nederlandse liefhebbers van deze Elberfeldse prediker.

Boekgegevens

”Op Nederlandse kansels. 22 preken”, dr. H. F. Kohlbrugge; uitg. Den Hertog, Houten, 2016; ISBN 978 90 331 2750 2; 314 blz.; € 32,50.

Zie ook:  Ecclesia – Zie informatie over tijdschrift en abonnement de website