Kerk brengt geen goed nieuws (meer)…

…Hoe vertel je het evangelie aan de moderne mens?

N.a.v. uitspraken van Gert-Jan Roest: artikel ND van donderdag 7 juli 2016.

“Eeuwenlang brachten de kerken in het Westen het evangelie op zo’n manier dat ingespeeld werd op de levensvragen van mensen” aldus een uitspraak van Gert-Jan Roest, zoals opgetekend door de ND-verslaggever Gerald Bruins in het genoemde artikel. Blijkbaar is dat één van de conclusies die Gert-Jan Roest meent te kunnen en mogen trekken, na twaalf jaar lang onderzoek en werken (“tussen de bedrijven door”) aan zijn proefschrift…

Maar, Paulus waarschuwde toch in zijn tijd al dat het Evangelie niet “naar de mens” is. Het waren in zijn tijd beslist ook niet velen en ook niet veel aanzienlijken en machtigen die gehoor wilden geven aan het evangelie. Dat er toch hoorders gevonden werden, werd door Paulus dan ook volledig toegeschreven aan de kracht en het werk van de Heilige Geest en aan de voorliefde en speciale aandacht die God altijd heeft voor wat onaanzienlijk en veracht is. Bij zijn volksgenoten vond hij vrijwel steeds afkeer voor zijn boodschap en bijna overal waar hij kwam veroorzaakte dat bijna steeds weer (joodse) ergernis en tweespalt en “de Grieken” wilden beslist ook graag wat anders horen…

Later in de geschiedenis van de kerk is het niet anders geweest. Luther was in zijn worsteling niet bezig om te ontdekken wat nu de werkelijke levensvragen waren van de mensen uit zijn tijd, om daarna de kerk in de gelegenheid te stellen om daar voortaan met “Luthers nieuwe theologie” op in te spelen. Het was Gods genade dat Hij (God!) door het werk van de Heilige Geest de oren en de harten van velen in de Reformatietijd weer opende om (alleen) te willen luisteren naar wat “de Geest tot de gemeenten te zeggen heeft”…

Toch meent Gert-Jan Roest dat het nu tijd is voor “een andere aanpak” in onze kerken/gemeenten en om zijn gelijk te ondersteunen citeert Gert-Jan Roest ook een “christen” (aanhalingstekens AJ), die tegen hem zei: “Ik weet alle antwoorden vanuit de Bijbel maar het doet me niets meer”.  Blijkbaar heeft de Heilige Geest met Gods Woord op geen enkele manier zegenrijk kunnen werken in het hart van deze “christen” en is Hij niet bij machte geweest hem (of haar) Christus daaruit “aan te reiken” en mede daarom wordt het nu hoog tijd voor Gert-Jan’s nieuwe aanpak en oplossingen (de “nieuwe theologie” van Gert-Jan Roest)…
Dat we blijkbaar (heel) wat van deze “nieuwe theologie” mogen verwachten en hoezeer deze te vertrouwen valt, brengt deze theoloog als volgt onder woorden: “Om direct een mogelijk misverstand uit de wereld te helpen: in mijn theologie blijft de genade van God centraal staan”. Deze “nieuwe theologie” blijkt dus zelfs “de theologie van Paulus” (1) te kunnen overklassen, want de laatste moest zich blijkens de brief aan de Galaten bij deze mensen al gauw beklagen met de woorden: “Het verbaast me dat u zich zo snel hebt afgewend van hem die u door de genade van Christus heeft geroepen en dat u zich tot een ander evangelie hebt gekeerd.” (Galaten 1 : 6)

Nu leren we toch ook uit Gods Woord, dat de afkeer van het Evangelie-woord en afvalligheid altijd begint bij het kerkvolk zelf en dus binnen de kerk (zowel in OT als in het NT!) en dat deze altijd weer voortkomt uit het niet meer goed willen luisteren naar en eerbiedig aannemen van het tot ons gesproken (verkondigde) Woord van God. Maar die gewone verkondiging van het Woord van God, daar wil en durft men niet veel (meer) van verwachten en dat is natuurlijk ook geen “nieuwe theologie” te noemen. Van dat laatste daar moeten we het tegenwoordig blijkbaar toch vooral van hebben en van verwachten in de kerk – de gemeente(n) van onze Heer Jezus Christus! – en bij wat de kerk de “buitenwereld” nog te zeggen (verkondigen) heeft. En met Paulus beperking van de verkondiging tot “Jezus en Die gekruisigd”, daar kunnen we vandaag-de-dag natuurlijk niet meer mee aan komen, want bij dat soort prioriteitstelling in de verkondiging, komt natuurlijk onmiddellijk onze zondeschuld aan de orde en centraal te staan… En met die zondeschuld, daar moet je bij de hoorders uit onze tijd (zowel binnen als buiten de kerk) niet mee aankomen, daar is geen antenne meer voor…
Maar, wanneer was/is “het publiek” dan wel vanuit eigen problematiek en (levens)vragen daarvoor ontvankelijk geweest?

Binnen het denken van de huidige communicatie-wetenschap past natuurlijk niet zoiets als “de inbreng en het onzichtbare werk van de Heilige Geest” (of juist het ontbreken daarvan) en de weerstand die dat werk oproept bij de “natuurlijke mens” en daarom – zo meent blijkbaar ook Gert-Jan Roest – moet de boodschap wel worden aangepast, wanneer duidelijk is geworden en/of aangetoond dat de (gewone) Bijbelse boodschap en de verkondiging daarvan de hoorders niet meer bereikt…

En wanneer de gemeente van Jezus Christus ook liefst en vooral wordt beschouwd als een organisatie, die (vooral en eerst) antwoord moet geven op de (levens)vragen van de moderne consument en die zich ook moet afstemmen op de behoeften daarvan (in de liturgie bijvoorbeeld), en dat de antwoorden alleen aangereikt kunnen worden vanuit “oude of nieuwe theologie”, dan moeten er natuurlijk liefst z.s.m. nieuwe oplossingen (zoals theologen die konden of kunnen ontwikkelen!) worden aangedragen. 

Dat er ook een tijd kan zijn dat het Woord van God geen gehoor meer vindt, omdat de hoorders alleen nog willen afstemmen op wat ze zelf graag willen horen, dat blijft in het genoemde artikel volledig buiten beeld. Of er oordeel schuilt in de verschuiving van een schuldcultuur naar een schaamtecultuur, omdat men het Woord niet meer beluisteren wil, zoals het zich bij ons aandient (Gods Woord verkondigen “zoals het ons gegeven is” (2)), daar wordt geen aandacht aan gegeven. En de reden zal wel zijn: De huidige consument bekommert zich helemaal niet om het oordeel van God…

Maar – en dat dient doorslaggevend te zijn – Gods Woord leert ons duidelijk om aan die aspecten (oordeel en verharding, gesloten oren en harten) wél aandacht te geven en om daar wél rekening mee te houden. En aandacht besteden (in de verkondiging) aan de aandacht die Gods Woord geeft aan deze aspecten, daaraan mogen we ons gebed om zegen toevoegen…

Volgens Gods Woord kan er echter zeker een tijd komen of al aangebroken zijn, dat wij als christenen niet meer met evangelie-woorden, maar alleen nog door onze christelijke daden kunnen laten zien (en mogelijk ook nog duidelijk kunnen en mogen maken aan anderen) vanuit welke hoop en door welke kracht wij leven en werken. En dat we alleen maar kunnen (of moeten) wachten op de momenten waarop de mensen om ons heen ons vragen gaan stellen over wat ons beweegt en uit welke Bron wij putten. En dat het mogelijk is dat we dan met onze woorden alleen nog maar verbazing en onbegrip zullen wekken en/of vinden.

(1) Paulus verkondigde als evangelist voor de heidenen geen “leer over God” (theologie), maar Hij bracht hen met de autoriteit van een apostel (gezant van Jezus Christus) het heilig Evangelie, dat is kort gezegd verkondiging van “Christus en Die gekruisigd” (vanwege onze zondeschuld). En in de gemeenten was hij bezig met de verkondiging en onderwijzing van heel Gods Woord (toentertijd m.n. met en vanuit het OT) waarvan de hoorder (of lezer) de kracht en de zegen zal ondervinden (zie Jesaja 55), tenzij hij zich daarbij of daarna verzet tegen dat Woord en het werk dat de Heilige Geest met dat Woord in zijn hart verricht(te). Dit laatste kan gebeuren door de boze gelegenheid te geven om het gezaaide woord weg te roven uit zijn of haar hart, bijvoorbeeld door wereldse gezindheid en begeerten. Dat Paulus niet een soort nieuwe leer (theologie) verkondigde, waar de mensen van zijn  tijd wat mee konden (*), blijkt misschien nog wel het duidelijkst in Athene, waar ze toch een voorliefde hadden voor het aanhoren van “een nieuwe leer”, maar waar de meerderheid met de Woordverkondiging van de apostel Paulus niets kon en er daarom verder ook geen aandacht meer aan wilden besteden (enkele uitzonderingen daargelaten). Gert-Jan Roest zal natuurlijk vast graag naar een oplossing (een meer “passende theologie”) hebben gezocht door onderzoek te doen naar de (levens)vragen van die afkerige Atheners, om op basis daarvan Paulus voor te stellen om daar z’n boodschap (theologie) toch eens wat meer op af te stemmen…
(*) Helaas (en verbazingwekkend genoeg) zijn er inderdaad mensen die zich zelfs bij Paulus verkondiging wagen aan uitspraken als: “Paulus wist met zijn leer en richtlijnen naadloos aan te sluiten bij de heersende cultuur”.  
(2) Citaat uit preek van ds. J.W. Verheij over 1 Samuel 1 (nr 1 van 6) (16-8-1970):
Mij werd onlangs gevraagd: U behoort toch niet tot de verontrusten? Ik heb geantwoord, dat er mijns inziens wel wat meer echte, door de Heilige Geest gewerkte verontrusting mocht komen.
Ik hoop, dat dat goed is begrepen. Wij moeten vuurbang zijn voor georganiseerde verontrusting en voor een bepaalde vorm van conservatisme. Maar wij moeten wel weten dat het totaal gemis aan verontrusting bij veel kerkmensen in onze tijd een bewijs is van geestelijke verblinding en van gebrek aan waarachtig geestelijk leven.
Wat is echte verontrusting? En waarom moeten wij bidden dat die er toch bij velen komen mag?
Het antwoord op deze vragen vinden wij alleen, als wij goed naar Gods woord luisteren. Dan zullen wij het onderwijs van de Schrift nemen zoals het ons gegeven is.
Zie ook: “Kerk moet aantrekkelijk zijn voor Hém” – prof. dr. A van de Beek (2004, Digibron)

@preachingwannahearorTruth