De Christelijke gemeente dienen op z’n best (Luther)

Strijd van en voor de christelijke kerk

De kerk van Christus heeft op aarde meer vijanden dan vrienden, daarom is het nodig dat we ijverig volharden in bidden en smeken. Wij aan wie het Woord bevolen is – die in het predikambt zijn – zullen de christelijke kerk helpen en behouden door de reine en zuivere leer, maar iedere christen moet haar ook ondersteunen door het gebed.
Wie nu de christelijke kerk en het evangelie liefheeft, en graag haar welzijn en voorspoed zou zien, die moet bedenken dat hij om die te behouden ook zelf daarbij moet helpen. Dat kan echter alleen gebeuren door het gebed.
Daarom bidt u: dat de Naam van God geheiligd wordt, Zijn Rijk komt en Zijn wil geschiedt – daarentegen dat de naam van de duivel ontheiligd wordt, zijn rijk verstoord en zijn wil en listen verhinderd worden. Als u dat doet, dan staat u zelf, en iedere christen die dat ook doet, als een strijder in zijn wapenrusting op het slagveld en in de voorhoede en u helpt de christelijke kerk tegen de duivel en de wereld verdedigen en beschermen. Want iedere
christen is een strijder en strijdt tegen de duivel op het slagveld. Zo zwaar als onze strijd is om de prediking en de leer, zo zwaar moet u ook mét ons strijden in de gebeden. Voor de reine en zuivere leer moet gestreden en geworsteld worden, want wij christenen zijn geweldige strijders, eerst wij in het predikambt en daarna u in de gebeden.

Deze twee zaken doen de duivel het meeste hartenleed, als je niet alleen ijverig preekt, maar ook daarbij nog ernstig bidt. En indien hij ooit verslagen en afgebroken zal worden, dan moet het met deze twee wapens gebeuren. Want Hij Die in de hemel is, liegt niet. Ik twijfel niet dat door onze gebeden veel boze aanslagen van onze tegenstanders zijn belet en verhinderd geworden. En zou vandaag iets goeds gebeuren en iets kwaads verhinderd worden, dan moet het door het gebed gebeuren. Daarom, gooi uw gebed niet weg, hoewel u denkt dat u daartoe helemaal niet geschikt bent (want anders zou niemand meer kunnen bidden). Daarom mag u niet zeggen of denken: laat anderen maar voor de kerk bidden, mijn gebed is niet de moeite waard.

WA 37, 392, 28 – 393, 15

Bron: www.maartenluther.com

Plaats een reactie