Van overspel en genotzucht…

…die gevonden wordt bij Gods volk, bij ons, Zijn kinderen…

De HEER zei tegen hem: ‘Trouw een overspelige vrouw en verwek kinderen bij haar, want het land maakt zich schuldig aan overspel door zich van de HEER af te keren.’ (Hosea 1 : 2)
Bij al hun drinkgelagen klinkt muziek van lier en tamboerijn, van trommel en fluit. Maar voor de daden van de HEER hebben zij geen oog, wat Hij tot stand brengt zien ze niet.
(Jesaja 5 : 12)
Zij verwierpen het onderwijs van de HEER van de hemelse machten, en verachtten de woorden van de Heilige van Israël. (Jesaja 5 : 24b)

Hoe pijnlijk wordt wordt de situatie voor Hosea, als straks zijn vrouw Gomer, van hem wegloopt en al het intieme van hun (verbroken) huwelijk ook nog op straat gebracht wordt. In onuitputtelijke liefde gaat Hosea haar na, want op Gods bevel moest hij haar niet alleen trouwen, maar moest hij haar ook liefhebben. Dit maakt de tragedie nog groter. Kon Hosea zijn vrouw maar laten gaan! Maar dat kán en mag hij juist niet. Hij moet haar liefhebben en hééft haar lief, met heel de overgegeven liefde van zijn tere ziel. Hij moet ondanks alles zo hartstochtelijk veel houden van zijn ontrouwe, weggelopen vrouw!

Hebben wij in dit Bijbelboek nu vooral te letten op de pijn en het huwelijksverdriet van de profeet Hosea?  Nee, dit profetenboek moet onze ogen openen voor Gods pijn en verdriet. Voor God, Die moet aanzien hoe Zijn volk (de bruid die Hij Zich ondertrouwde) Hem ontrouw wordt, van Hem wegloopt, en de afgoden naloopt: het land „maakt zich schuldig aan overspel door zich van de HEER af te keren”. Dit is de tragedie, de droef stemmende worsteling van Gods liefde voor Zijn volk, die ons in de tragedie van het huwelijk van Hosea en Gomer ons voor ogen wordt gesteld.

Zo wordt bij Hosea zijn profetie met z’n leven één. Geen zielloze spreekbuis zal hij nu zijn, maar een levend en bezield getuige. Niet alleen zijn mond spreekt, maar ook zijn verslagen hart. Dat is één belangrijke les voor allen die spreken vóór God en sprekers ván God moeten zijn. En de tweede les is, dat de Неге Zijn knechten helemaal in Zijn dienst neemt. Niet alleen op hun sprekende mond legt God de Неге beslag, maar op heel hun persoonlijkheid, tot in hun huwelijk en intiemste gevoelens toe.

In dit dienstbaar maken van heel zijn hebben en houden aan Gods wil in en met Zijn volk en deze wereld is Hosea type van zijn grote Naamgenoot Jezus: in de boekrol  – o.a. in de persoon van de profeet Hoseais van Mij geschreven: Zie, Ik kom om Uw wil te doen. (Psalm 40) En daarin heeft Hij ons een voorbeeld nagelaten (in het Bijbelboek Hosea, in persoon en leven van deze profeet), opdat wij in Zijn voetstappen wandelen zouden, want de Here vraagt geen mensen die “iets”, maar die zichzelf over hebben voor en zich geven aan Zijn dienst.

12 Toen hij hun voeten gewassen had, deed hij zijn bovenkleed aan en ging weer naar zijn plaats. ‘Begrijpen jullie wat ik gedaan heb?’ vroeg hij. 13 ‘Jullie zeggen altijd “meester” en “Heer” tegen mij, en terecht, want dat ben ik ook. 14 Als ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen. 15 Ik heb een voorbeeld gegeven; wat ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen. 16 Waarachtig, ik verzeker jullie: een slaaf is niet meer dan zijn meester, en een afgezant niet meer dan wie hem zendt. 17 Je zult gelukkig zijn als je dit niet alleen begrijpt, maar er ook naar handelt. (Uit Johannes 13)

Bron: Tekst gebaseerd op “De Liefde die klaagt” uit ”De zoon van Beëri” van ds. H. Veldkamp