Tasten in de Bijbelse duisternis? – Zon sta stil te Gibea! (Jozua 10)

11 Het gebeurde, toen zij voor Israël vluchtten en de helling van Beth-Horon afgingen, dat de HEERE vanuit de hemel grote stenen op hen wierp, tot Azeka toe, zodat zij stierven. Er waren er meer die door de hagelstenen stierven, dan die de Israëlieten met het zwaard doodden.
12 Toen sprak Jozua tot de HEERE op de dag dat de HEERE de Amorieten aan de Israëlieten overgaf, en hij zei voor de ogen van Israël: Zon, sta stil in Gibeon, en maan, in het dal van Ajalon! (Uit Jozua 10)

(…) De schrijver van het boek Jozua had zeer zeker geen enkel vermoeden van het verband tussen de twee verschijnselen (“hagelsten” en zonne-stilstand – AJ). Men kon van hem niet verwachten dat hij iets wist over de aard van aërolieten (meteorietstenen), over de aantrekkingskracht van twee hemellichamen en zo meer. Daar deze verschijnselen als gelijktijdige gebeurtenissen werden opgetekend, is het onwaarschijnlijk, dat deze mededelingen een verzinsel zouden zijn.

De meteorieten vielen in een stortvloed op de aarde. Ze moeten in grote hoeveelheden zijn neergekomen, want ze doodden meer krijgers dan de zwaarden van de tegenstanders. Om mensen bij honderden en duizenden op een veld te doden moet het een ware stortvloed van stenen zijn geweest. Een dergelijke stortvloed van grote stenen zou betekenen, dat een sliert meteorieten of een komeet onze planeet had getroffen.

De aanhaling in de Bijbel uit het boek Jasher is nogal laconiek en zou de indruk kunnen geven dat het verschijnsel van de stilstaande zon en maan iets plaatselijks was, alleen maar zichtbaar in Palestina, tussen de vallei van Ajalon en Gibeon. Maar het kosmische karakter van dit wonder wordt uitgebeeld in een dankgebed dat aan Jozua is toegeschreven:

Zon en maan stonden stil aan de hemel,
Gij stondt in uw toorn tegenover onze verdrukkers
Alle vorsten ter aarde rezen op
de koningen der naties hadden zich verzameld…
Gij hebt hen in uw woede vernietigd
en Gij hebt hen in uw toorn vermorzeld…
Naties raasden uit vrees voor U,
Uw toorn deed koninkrijken wankelen...
Gij hebt uw woede over hen uitgestort…
Gij hebt hen in uw toorn schrik ingeboezemd…
De aarde beefde en trilde van het lawaai van uw donderslagen.
Gij hebt hen met uw storm achtervolgd,
Gij hebt hen verteerd in uw wervelwind…
Hun dode lichamen waren als afval.

Hoe wijd de kring was waarover de hemelse wrake zijn gesel liet gaan komt in het gebed ‘Alle koninkrijken wankelden…’ naar voren. Een stortbui van grote stenen die uit de hemel kwam vallen, een aardbeving, een wervelstorm, een verstoring van de beweging der aarde – deze vier verschijnselen vormen één samenhangend geheel. (…)

Belang van bestuderen en kennis van contemporaine geschiedenis…

(…) Volgens het Bijbelse verhaal zou de zon nóg een hele dag (‘omtrent een volkomen dag’) erbij aan de hemel zijn gebleven. De Midrashim, de boeken met oude overleveringen die niet in de Bijbel zijn opgenomen, vertellen dat de zon en de maan zesendertig itim of achttien uren stilstond en dat de dag van zonsopgang tot zonsondergang ongeveer dertig uur duurde.
In de Mexicaanse annalen wordt vermeld, dat de wereld was beroofd van licht en dat de zon een viervoudige nacht lang niet verscheen. Tijdens een verlengde dag of nacht kon de tijd niet gemeten worden met de gebruikelijke middelen die de mensen der oudheid ter beschikking stonden.
Sahagun, de Spaanse geleerde die een generatie na Columbus naar Amerika kwam en de overleveringen van de inboorlingen verzamelde, schreef dat ten tijde van één kosmische catastrofe de zon maar een klein eind boven de horizon steeg en daar onbeweeglijk bleef staan; ook de maan stond stil. (…) Bovendien vertoont de overlevering, door Sahagun bewaard gebleven, geen enkele aanwijzing, dat zij door zendelingen zou zijn ingevoerd; in zijn lezing is er niets dat aan Jozua ben Nun en zijn oorlog tegen de Kanaänitische koningen herinnert; en de stand van de zon, slechts een klein eindje boven de oostelijke horizon, verschilt van die uit de Bijbelse tekst, ofschoon hij er niet mee in tegenspraak is. (…)

Aanleiding: Artikel “Tasten in de Bijbelse duisternis” in de Volkskrant van 23-01-2017.

Bron: “Werelden in botsing” (3e druk, 1973) van Immanuel Velikovsky (1895-1979) – Uitgeverij Ankh-Hermes bv – Deventer.

zon-sta-stil-te-gibea-jozua-10

Schilderij van de Brit John Martin (1789-1854). Foto National Gallery of Art