Iets over actualiteit van Maarten Luther voor hedendaagse Christenen

“Echte feestdagen zijn Gods werken doen: Het Woord horen, bidden en de naaste weldoen.” (Maarten Luther)
Citaten uit “Luther en de Reformatie: Antwoord op een geestelijke strijd [3] – Het schijnproces in Worms” (bron: Protestants Nederland, 81e jaargang, no. 1, januari 2015)

Eerste dag in Worms… (AJ):

Hij (Maarten Luther – AJ) was zichtbaar overrompeld toen de prelaat Johann von der Ecken, die namens de keizer het woord voerde, alleen vroeg of de op de tafel liggende werken van hem stamden, en, zo ja, deze zonder omhaal te herroepen.

Luther erkende de eerste vraag maar beschouwde zich niet in staat om de andere vraag direct te beantwoorden. Het betrof immers Gods Woord, “het allerhoogste in hemel en op aarde”, en hij wilde niet in gevaar komen om in het oordeel van Christus te vallen, Die Zich immers zal schamen in de hemel die zich voor Hem schaamt op aarde.

Tweede dag in Worms…(AJ):

Luther zei dat hij alle consequenties van zijn leer overwogen heeft, de crises, gevaren, harstochten en onenigheden, maar zei Jezus niet dat Hij niet op de aarde gekomen was om vrede te brengen, maar het zwaard? Von der Ecken verklaarde dat er geen discussie mogelijk was over leerstukken die sinds lang door de concilies waren vastgelegd en die Luther maar had te geloven.
Nogmaals stelde hij de vraag: “Antwoord eerlijk en oprecht zonder uitvluchten: wilt u uw boeken en alle dwalingen die ze bevatten herroepen, ja of neen?” Luther reageerde dat hij noch de paus noch de concilies geloofde omdat zij aantoonbaar gedwaald en in tegenspraak met zichzelf geweest waren. Alleen door het getuigenis van de Schrift en op duidelijke gronden zou hij zich laten overtuigen.
In een eenzame beslissingsstrijd had hij een laatste zekerheid gevonden, aldus Schilling. Zo lang zijn geweten door het Woord van God gevangen is, kon en wilde hij niets herroepen, omdat het de zaligheid van de mens bedreigt wanneer hij tegen het geweten handelt. “Gott helf mir! Amen”, waren zijn befaamde woorden aan het eind van zijn rede.

(…)

Elke christen stond in een directe verhouding tot God, was niet aan een kerkelijke hiërarchie verantwoording schuldig, maar aan zijn eigen geweten. Terwijl het geestelijk onzekere volk zich tevreden moest houden met een ‘lege sacrale routine’ of in ‘irrationale praktijken’ van een ‘volksreligie’ vluchtte, verleende Luther de religie nieuwe legitimiteit en ervaarbaarheid door de radicale wending naar de persoonlijke God (“De Levende God, die dagelijks tot ons spreekt in en door zijn Woord, de Bijbel”- AJ) , Die iedereen zonder middelaar (kerkelijke middelaar – AJ) en zonder rituele praktijken door Zijn genade nabij is. “God werd weer realiteit- in de zielen van de mensen en in hun alledaagse handelen in de wereld.”

(…)

Luther dacht en handelde als een “mens tussen God en duivel”, een typering van Heiko Oberman. Luther wilde door terugkeer naar de oorspronkelijke evangelische waarheid een nieuwe tijd voor het geloof tevoorschijn roepen

Al staat Luthers Godsbeeld en geloofsleven haaks op dat van de moderne protestant, dat neemt niet weg dat hij de Westerse cultuur in belangrijke mate heeft gestempeld. We zien hoe Luther ongelooflijk actueel is in het brede palet van de kerkgeschiedenis. Persoonlijk geraakt door een hevige religieuze crisis was hij de vertolker van een genadeleer die water op de dorstigen was in zijn tijd. Zijn theologie heeft door de eeuwen heen aangevochten en geknechte zielen aangesproken.
Zijn proces onthult een schrijnend gebrek aan invoelingsvermogen en begrip bij zijn tegenstanders. We hopen dat Schillings werk in rooms-katholieke kringen mag bijdragen aan een rehabilitatie van Luther. Want het proces tegen hem moet feitelijk nog worden gevoerd.

Mede n.a.v. Heinz Schilling, Martin Luther. Rebell in einer Zeit des Umbruchs; Verlag C. H. Beck, München 2012; 720 blz.; € 30,80.

Plaats een reactie