Uit de mond van en zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest… ‘Toen Christus mensen wilde opvoeden, moest Hij mens worden. Zullen wij kinderen opvoeden dan moeten wij kind worden’ “Aan mijn lieve zoon Hansje Luther in Wittenberg. (1) Genade en vrede in Christus, mijn lieve zoon – ik hoor graag dat je goed leert en vlijtig bidt. Als je dat doet, dan zal ik als ik thuiskom een mooi cadeautje voor je meebrengen. Ik weet ook een mooie, prachtige en heerlijke tuin waar veel kinderen komen. Ze hebben van goud glinsterende pakjes aan en zoeken mooie appels onder de bomen, en peren, kersen, blauwe en rode pruimen. Ze zingen en springen en ze zijn vrolijk. Ze hebben ook mooie, kleine paardjes met gouden teugels en zadels van zilver. Ik vroeg aan de baas van die tuin: wat dat voor kinderen waren. Hij zei toen: dat zijn kinderen die graag bidden, leren en vroom zijn. Daarna vertelde ik aan die man dat ik ook een zoon heb die Hansje Luther heet. Ik vroeg toen of mijn Hansje ook in de tuin zou mogen komen om ook zulke mooie appels en peren te eten en op die mooie paardjes te rijden en met deze kinderen te spelen? Toen zei die man: als hij ook graag bidt en leert en vroom is, dan mag hij ook in de tuin komen – Flip en Joost (de zoontjes van Melanchthon) ook. Als alle kinderen bij elkaar zijn: dan krijgen ze trommels, fluiten, trompetten en allerlei andere dingen om muziek mee te maken – dan mogen ze dansen en springen en ook met kleine boogjes schieten. Hij liet me toen een prachtig grasveld in de tuin zien, klaar voor een kinderfeest – er hingen allemaal gouden fluiten en trommels en fijne zilveren boogjes om mee te schieten. Maar het was nog vroeg en de kinderen hadden nog niet gegeten. Ik kon dus niet op het dansen en spelen wachten. Maar ik zei tegen die man: och lieve meneer, nu moet ik gauw weg om dit allemaal aan mijn lieve Hansje te schrijven: dat hij ook ijverig bidt, goed leert en vroom is, zodat hij ook in deze tuin mag komen – Hansje heeft ook een tante Lena die hij mee moet brengen. Toen zei de man: ja, dat is goed! Ga maar weg om dit allemaal aan hem te schrijven. Daarom, lieve Hansje, leer en bid zo goed je kunt en zeg tegen Flip en Joost, dat ze ook bidden en leren, dan zullen jullie met elkaar in de tuin komen. De lieve God zal voor je zorgen! Doe ook tante Lena de groeten en geef haar een kus in mijn naam. Je lieve vader Martinus Luther.” Maarten Luther: an seinen Sohn Hänschen, 19 juni 1530, vgl. WABR 5, S.377-S.378 (Nr. 1595). (1) Bovenstaande briefje is geschreven toen Luther, tijdens het godsdienstgesprek in Augsburg (1530), voor lange tijd in de vesting Coburg verbleef. Ondanks alle zorgen waaronder hij toen gebukt ging, nam hij de tijd om een brief aan zijn zoon Hansje te schrijven. Voor wie het kritisch wil lezen: het briefje heeft inderdaad een wat moralistische toon. Dat konden we verwachten, want ‘leren, bidden en vroom zijn’ hoort tóch ook wel tot de kern van wat Luther altijd heeft gezegd – ‘beten, lehren, fromm sein’ – en dat laatste dan in de zin van er zelf ook naar leven! Het is een ‘kinderpreek’ waar Luther kind is met het kind. En zó wil ik het ook aan u doorgeven! Het bekende beeld van Luther is onvolledig als we niet weten dat hij ook een brief kon schrijven aan zijn kind van vier jaar oud! Hij bleef daarbij binnen de woordenschat en de gedachtewereld van een klein kind. Zó bracht hijzelf in praktijk wat hij ergens anders schrijft: ‘Toen Christus mensen wilde opvoeden, moest Hij mens worden. Zullen wij kinderen opvoeden dan moeten wij kind worden’ (WA 19, 78, 13-15). Of deze uitspraak: ‘Als wij voor [kleine] kinderen willen preken, moeten wij ook zelf als kinderen met hen kunnen stamelen’ (WA 30.1, 143, 9-10): Zie evt. ook: Basisprincipe(s) voor huwelijk en gezin… Bron tekst: Wilt u deze Luthercitaten ter kennismaking doorsturen aan uw vrienden. Er zijn geen kosten aan verbonden. Voor het aanmelden/afmelden van deze wekelijkse citaten kunt u gebruikmaken van dit e-mailadres info@maartenluther.com en van deze website: www.maartenluther.com (contact op de homepage)
|
Dit is een lied alleen voor kinderen, het is gisteren gemaakt, omdat ze morgen uitgespeeld zijn, (…) hun spel is vogelvrij verklaard… (Dimitri van Toren)