God de Heilige Geest

Wat gelooft u van de Heilige Geest?
Ten eerste dat Hij samen de Vader en de Zoon echt en eeuwig God is. Ten tweede dat Hij ook mij gegeven is, om mij door een waar geloof aan Christus en al zijn weldaden deel te geven, mij te troosten en eeuwig bij mij te blijven.

Uit Johannes 14 (NBV):
15 Als je mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden. 16 Dan zal ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn: 17 de Geest van de waarheid. De wereld kan hem niet ontvangen, want ze ziet hem niet en kent hem niet. Jullie kennen hem wel, want hij woont in jullie en zal in jullie blijven. 18 Ik laat jullie niet als wezen achter, ik kom bij jullie terug. 19 Nog een korte tijd en de wereld zal mij niet meer zien, maar jullie zullen mij wel zien, want ik leef en ook jullie zullen leven. 20 Dan zul je begrijpen dat ik in mijn Vader ben, dat jullie in mij zijn en dat ik in jullie ben. 21 Wie mijn geboden kent en zich eraan houdt, heeft mij lief. Wie mij liefheeft zal de liefde van mijn Vader en mij ontvangen, en ik zal mij aan hem bekendmaken.’
Uit Romeinen 8 (NBV):
4 Ons leven wordt immers niet langer beheerst door onze eigen natuur, maar door de Geest. 5 Wie zich door zijn eigen natuur laat leiden is gericht op wat hij zelf wil, maar wie zich laat leiden door de Geest is gericht op wat de Geest wil. 6 Wat onze eigen natuur wil brengt de dood, maar wat de Geest wil brengt leven en vrede. 7 Onze eigen wil staat vijandig tegenover God, want hij onderwerpt zich niet aan zijn wet en is daar ook niet toe in staat. 8 Wie zich door zijn eigen wil laat leiden, kan God niet behagen. 9 Maar u leeft niet zo. U laat u leiden door de Geest, want de Geest van God woont in u. Iemand die zich niet laat leiden door de Geest van Christus behoort Christus ook niet toe. 10 Als Christus echter in u leeft, bent u door de zonde weliswaar sterfelijk, maar de Geest schenkt u leven, omdat u door God als rechtvaardigen bent aangenomen. 11 Want als de Geest van hem die Jezus uit de dood heeft opgewekt in u woont, zal hij die Christus heeft opgewekt ook u die sterfelijk bent, levend maken door zijn Geest, die in u leeft. 12 Broeders en zusters, we hoeven ons niet langer te laten leiden door onze eigen wil. 13 Als u dat wel doet, zult u zeker sterven. Als u echter uw zondige wil doodt door de Geest, zult u leven. 14 Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God. 15 U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn, en om hem te kunnen aanroepen met ‘Abba, Vader’. 16 De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn. 17 En nu we zijn kinderen zijn, zijn we ook zijn erfgenamen, erfgenamen van God. Samen met Christus zijn wij erfgenamen: wij moeten delen in zijn lijden om met hem te kunnen delen in Gods luister.
(…)
26 De Geest helpt ons in onze zwakheid; wij weten immers niet wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen, maar de Geest zelf pleit voor ons met woordloze zuchten. 27 God, die ons doorgrondt, weet wat de Geest wil zeggen. Hij weet dat de Geest volgens zijn wil pleit voor allen die hem toebehoren.
Uit Kor. 3 en 4 (NBV):
16 Maar telkens als iemand zich tot de Heer wendt, wordt de sluier weggenomen. 17 Welnu, met de Heer wordt de Geest bedoeld, en waar de Geest van de Heer is, daar is vrijheid. 18 Wij allen die met onbedekt gezicht de luister van de Heer aanschouwen, zullen meer en meer door de Geest van de Heer naar de luister van dat beeld worden veranderd.
(…)
1 Omdat God ons (Paulus en zijn medewerkers – AJ) in zijn barmhartigheid deze taak gegeven heeft, verzaken wij onze plicht niet. 2 Integendeel, we hebben ons afgekeerd van heimelijke lafheid: we gaan niet sluw te werk, vervalsen het woord van God niet, maar maken de waarheid openlijk bekend. Zo bevelen we ons ten overstaan van God aan bij ieders geweten. 3 Wanneer er dan toch nog een sluier ligt over het evangelie dat wij verkondigen, geldt dit alleen voor hen die verloren gaan: 4 de ongelovigen, van wie de gedachten door de god van deze wereld zijn verblind, waardoor ze het licht van het evangelie niet kunnen zien, de luister van Christus, die het beeld van God is. 5 Wij verkondigen niet onszelf, wij verkondigen dat Jezus Christus de Heer is en dat wij omwille van Hem uw dienaren zijn. 6 De God die heeft gezegd: ‘Uit de duisternis zal licht schijnen,’ heeft in ons hart het licht doen schijnen om ons te verlichten met de kennis van zijn luister, die afstraalt van het gezicht van Jezus Christus.
7 Maar wij zijn slechts een aarden pot voor deze schat; het moet duidelijk zijn dat onze overweldigende kracht niet van onszelf komt, maar van God.

Opgemerkt:
Waar u Gods Woord hoort of leest daar is de Heilige Geest in en met u aan het werk (1) en wil Hij uw leven toerusten met wat nodig is voor een gelovig leven in navolging van Jezus Christus, die de overste Leidsman en Voleinder (2) van ons geloof  wordt genoemd (Hebreeën 12 : 2).

(2)  In NBV: grondlegger en voltooier van ons geloof.
(1)  Alleen door uw oren toe te stoppen (3) of uw ogen te sluiten kunt u bij het horen of lezen van Gods Woord aan zijn werk ontkomen, maar als u Hem zijn werk laat doen, dan kunt u dat werk toch nog onvruchtbaar maken door Hem te bedroeven of zelfs te doven(4) door een zondige levensstijl.
(3) Handelingen 7 : 51 en 57.
(4) 1 Tessalonicenzen 5:19 en Efeziërs 4 : 30.

Citaten uit werk van Maarten Luther:
Als echter Gods Woord tot u komt en u het leest, dan spreekt ook de Heilige Geest. Het spreken van de Heilige Geest is Zijn schrijven en verzegelen. Als de Heilige Geest spreekt, dan heeft Hij de pen in Zijn hand, schrijft Zelf de letters en drukt die in het hart. Dán worden de mensen geheel anders en nieuw. Dan is de persoon zeker, want het is in zijn hart geschreven en gedrukt. Hij draagt een pand, een ring, een zegel, zodat hij er niet aan twijfelt: God is waarachtig – dat is de grootste heerlijkheid in zijn hart, dat God waarachtig is. *

* WA 47,184,17-27 (verkort)

Het geloof is een levend en vast gegrond vertrouwen op Gods genade in Christus, zo zeker, dat het duizend keer daarvoor zou willen sterven. Dit vertrouwen en deze kennis van Gods genade maken ons ook vrolijk, vrijmoedig en vol liefde tot God en alle schepselen. Dit alles werkt de Heilige Geest door het geloof. *

* Vorrede auf die Epistel S. Pauli an die Römer, aus der Bibel 1546, vgl. WADB 7, 9, 30 – 11, 19

Psalm 119 vers 3

Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest!
Mocht die mij op mijn paân ten leidsman strekken! (paden)
‘k Hield dan Uw wet, dan leefd’ ik onbevreesd;
Dan zou geen schaamt’ mijn aangezicht bedekken,
Wanneer ik steeds opmerkend waar’ geweest,
Hoe Uw geboôn mij tot Uw liefde wekken. (geboden)

Plaats een reactie