Waarom juist zoveel gebrek aan éénheid in de kerken van (na) de Reformatie…

In de eerste plaats is het goed om te beseffen dat “de Reformatoren” weer gingen begrijpen dat de eenheid van de Kerk (en dus ook de kerken) niet (meer) gezocht moe(s)t worden in en gefundeerd op menselijke wijsheid en inzicht, verzameld en opgebouwd in en met door “dé kerk” vastgestelde tradities en daaraan gekoppelde kerkelijke machtsorganen, maar dat de Kerk gebouwd wordt op het éne fundament van Het Woord, Christus, die ons in en door “de Schriften”  (“onze Bijbel”) verkondigd  wordt.

Men heeft zich toen wel moeite getroost om dat wat “de Schriften”  ons verkondigen en leren, vast te leggen in Belijdenisgeschriften (o.m. om duidelijkheid te geven naar de (RK-)overheid), maar die zijn nooit bedoeld geweest om die door één centrale kerkelijke gezagsinstantie (met een daaraan gekoppeld gezags-/machtsorgaan) aan de kerken (nationaal of internationaal) op te leggen. Het was meer bedoelt als een openlijk en gezamenlijk instemmen met wat de Kerk (ook de vroege) geleerd heeft (begrepen én gepredikt) naar en uit de Schriften en mede daarom toch ook gebruikt konden worden om de éénheid te dienen en het daarom óók verdienden om gebruikt te worden als “overeenstemmings-” en “instemmingsformulieren” in de “nieuwe” protestantse kerken.

Maar, daar waar het Woord het voor “het zeggen” krijgt/heeft (“Christus komt tot ons in het gewaad van de Schrift” – Luther) en de gelegenheid gegeven wordt om te heersen over de harten en gewetens, daar wordt ook de grootste menselijke en duivelse weerstand opgeroepen en actief. De vrijheid die hiermee in het kerkelijk en persoonlijk leven geschonken is en wordt, kan dan ook door allerlei mensen en mee door de macht van de boze (diabolos=uiteenwerper) gebruikt worden om “overal” verschil(len) te (willen) zien en verschil(len) “te maken”. Die “verschilmakerij” kan of moet echter vaak in feite gezien worden als “bevrediging van het vlees” (ongeestelijk!, niet van de Geest! – zie o.a. wat Paulus de gemeente(n) voorhoudt in 1 Korintiërs 3) en waarvoor ook gewaarschuwd wordt in o.a. 2 Timoteüs 2Hebreeën 13 : 9.

Wat hiervoor gezegd is moeten we zeker ook in rekening brengen, wanneer we een vergelijk maken met de veel grotere eenheid die er altijd geheerst heeft binnen de Rooms Katholieke kerk. Daar waar een eenheid bewerkt wordt, die aantrekkelijk is voor “het vlees” (o.a. gebaseerd op een vooral met menselijke wijsheid opgezette kerkelijke machtsstructuur en Bijbels en kerkelijk inzicht gegoten in de vorm van “heilig en vrijwel onaantastbaar” verklaarde traditie), daar wordt de (oude) menselijke natuur bevredigd en de boze heeft er eerder nut van om dit “menselijk (bouw)werk” onaangetast te laten en waar mogelijk in zijn voordeel te gebruiken, dan dat hij moeite zou doen om dit “mensenwerk” aan te tasten en te gronde te richten.

8 Laat niemand zichzelf bedriegen. Wanneer iemand van u denkt dat hij in deze wereld wijs is, moet hij eerst dwaas worden; pas dan kan hij wijs worden. 19 Wat namelijk in deze wereld wijsheid is, is dwaasheid bij God, want er staat geschreven: ‘Hij vangt de wijzen in hun eigen sluwheid.’ 20 En er staat ook geschreven: ‘De Heer kent de gedachten van de wijzen; hij weet dat ze niet meer dan lucht zijn.’ 21 Niemand van u moet zich daarom laten voorstaan op een ander mens, want álles is van u; 22 of het nu Paulus, Apollos of Kefas is, wereld, leven of dood, heden of toekomst – álles is van u. 23 Maar u bent van Christus en Christus is van God. (gedeelte uit 1 Korintiërs 3)

9 Laat u niet medeslepen door allerlei vreemde leringen; want het is goed, dat het hart zijn vastheid vindt in genade en niet in spijzen: wie het hierin zochten, hebben er geen baat bij gevonden.  (Uit Hebreeën 13)