Israël

En de Schrift, die tevoren zag, dat God de heidenen uit geloof rechtvaardigt, heeft tevoren aan Abraham het evangelie verkondigd: In u zullen alle volken gezegend worden. (Gal. 3:8 NBG)
1 De Here nu zeide tot Abram: Ga uit uw land en uit uw maagschap en uit uws vaders huis naar het land, dat Ik u wijzen zal; 2 Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken, en gij zult tot een zegen zijn. 3 Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt zal Ik vervloeken, en met u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden. (Gen. 12 : 1-3 NBG)
23 Op die dag zal er een weg lopen van Egypte naar Assyrië. Dan zullen de Assyriërs naar Egypte komen en de Egyptenaren naar Assyrië, en samen zullen zij de HEER dienen. 24 Op die dag zal Israël zich als derde bij Egypte en Assyrië voegen, tot zegen voor de hele wereld. 25 Want de HEER van de hemelse machten zal hen zegenen met de woorden: ‘Gezegend is Egypte, mijn volk, en Assyrië, werk van mijn handen, en Israël, mijn bezit.’ (Jesaja 19 : 23-25 NBV)
Zacharia 9 : 9-10
9 Juich, Sion, Jeruzalem, schreeuw het uit van vreugde!
Je koning is in aantocht, bekleed met gerechtigheid en zege.
Nederig komt hij aanrijden op een ezel, op een hengstveulen, het jong van een ezelin.
10 Ik zal de strijdwagens uit Efraïm verjagen en de paarden uit Jeruzalem;
de bogen worden gebroken. Hij zal vrede stichten tussen de volken.
Zijn heerschappij strekt zich uit van zee tot zee, van de Rivier tot de einden der aarde.

Hoe is het toch mogelijk dat we als Nieuw Testamentische gemeenten/kerken  de term “vervangingsleer” zijn gaan gebruiken of deze ons hebben laten opdringen? Het is toch heel duidelijk dat we alleen van een “uitbreidingsleer” zullen kunnen spreken?! Met de belofte(n) van zegen aan Abraham heeft God toch steeds de bedoeling gehad om alle geslachten en heel de wereld te zegenen.

Zo is de zegen van Abraham tot de heidenen gekomen in Jezus Christus, opdat wij de belofte des Geestes ontvangen zouden door het geloof. (Gal. 3:14 NBG)
21 ‘Geloof me,’ zei Jezus, ‘er komt een tijd dat jullie noch op deze berg, noch in Jeruzalem de Vader zullen aanbidden. 22 Jullie weten niet wat je vereert, maar wij weten dat wel; de redding komt immers van de Joden. 23 Maar er komt een tijd, en die tijd is nu gekomen, dat wie de Vader echt aanbidt, hem aanbidt in geest en in waarheid. De Vader zoekt mensen die hem zo aanbidden, 24 want God is Geest, dus wie hem aanbidt, moet dat doen in geest en in waarheid.’ (Jezus in gesprek met de Samaritaanse vrouwJoh. 4 : 21-24 NBV)
25 U bent de erfgenamen van de profeten; met uw voorouders heeft God zijn verbond gesloten toen hij tegen Abraham zei: “In jouw nageslacht zullen alle volken op aarde gezegend worden.” 26 God heeft zijn dienaar allereerst voor u laten opstaan en hem naar u gezonden om ieder van u die zich afkeert van zijn slechte daden te zegenen.’ (Hand. 3 : 25-26 NBV)
38 Petrus antwoordde: ‘Keer u af van uw huidige leven en laat u dopen onder aanroeping van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden. Dan zal de heilige Geest u geschonken worden, 39 want voor u geldt deze belofte, evenals voor uw kinderen en voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot zich zal roepen.’ (Hand. 2 : 38-39 NBV)
9 Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht. 10 Eens was u geen volk, nu bent u Gods volk; eens viel Gods ontferming u niet ten deel, nu wordt zijn ontferming u geschonken. (1 Petrus 2 : 9-10 NBV)
Mattheus 21 : 4-5 NBV
4 Dit is gebeurd opdat in vervulling zou gaan wat gezegd is door de profeet: 5 ‘Zeg tegen Sion: “Kijk, je koning is in aantocht, hij is zachtmoedig en rijdt op een ezelin en op een veulen, het jong van een lastdier.”

Sinds Jezus woorden tot de Samaritaanse vrouw en na vervulling van deze woorden op de Pinksterdag in Jeruzalem is heel de wereld tot woongebied van God, tot “Israël” verklaard.

God woont daar, waar Hij zijn Woord tot ons wil spreken, waar Hij ons in ontmoeting brengt met Jezus Christus, onze Messias (o.a. al beleden door Jacob na droom bij Betel).

16 Toen Jakob uit zijn slaap ontwaakte, zeide hij: Waarlijk, de Here is aan deze plaats, en ik heb het niet geweten. 17 En hij vreesde en zeide: Hoe ontzagwekkend is deze plaats. Dit is niet anders dan een huis Gods, dit is de poort des hemels. 18 De volgende morgen vroeg nam Jakob de steen die hij onder zijn hoofd gelegd had, stelde die tot een opgerichte steen en goot er olie bovenop. 19 En hij noemde die plaats Betel, maar tevoren was de naam der stad Luz.  (Genesis 28 : 16-19 NBG)

Sinds de Pinksterdag in Jeruzalem heeft God woning bij/in mensen overal op aarde.

 20 Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal ik binnenkomen, en we zullen samen eten, ik met hem en hij met mij. (Openbaring 3 : 20, NBV)
19 Of weet u niet dat uw lichaam een tempel is van de heilige Geest, die in u woont en die u ontvangen hebt van God, en weet u niet dat u niet van uzelf bent? 20 U bent gekocht en betaald, dus bewijs God eer met uw lichaam. (Uit 1 Korintiërs 6, NBV)

Zie verder ook:
De Kerk
Het getuigenis van Jezus en de nakomelingen van Abraham…
Jesaja 49
Israël en Ezechiël 15, 16 en 17
De Tempel
Paulus leven en werk

 

Plaats een reactie