Belijdenisgeschriften of pretenties

Geloven en werken met Belijdenisgeschriften of met pretenties…

De Heilige Geest heeft de Kerk geleid bij het samenstellen van de canon van de Bijbel, dat wordt algemeen geloofd en erkend in de kerken en andere denominaties.

Dat de Heilige Geest de Kerk (de kerken van de Reformatie) ook geleid heeft bij het opstellen van onze Belijdenisgeschriften wordt minder vaak geloofd en erkend. Toch is dit gelukkig wel regel geweest in de Gereformeerde kerken in Nederland en dat is eigenlijk nog steeds het geval.

Dat wat de kerken van de Reformatie hebben leren verstaan uit Gods Woord als “de gezonde leer”, dat hebben zij in overleg met elkaar willen vaststellen en vastleggen in Belijdenisgeschriften. Belijdenisgeschriften plaatsen de leden van de gemeente met hun voorgangers naast elkaar onder het Woord van God.  De leer die verkondigd wordt in de kerken/gemeenten kan en behoort dus ook altijd en steeds weer te worden getoetst aan wat de kerken daarover belijden in hun Belijdenisgeschriften.  Een voorganger, die dingen leert, die in strijd zijn met wat onze Belijdenisgeschriften daarover leren, kan en behoort door leden van de kerken/gemeenten ter verantwoording te worden geroepen hierover. Dat is een heel gezonde gang van zaken. Leraars met afwijkende leringen kunnen zo worden herkend en hun leer kan (opnieuw) worden getoetst* aan Gods Woord en aan wat de kerken hierover hebben leren verstaan en vastgelegd in hun Belijdenisgeschriften.

* Het is niet onmogelijk gebleken dat men bij zo’n toetsing in gezamenlijk overleg tot de conclusie komt dat er in een onderdeel van de Belijdenisgeschriften toch een aanpassing noodzakelijk of minstens gewenst is. In 1905 schrapte de synode van de Gereformeerde Kerken enkele woorden van artikel 36 uit de Nederlandse geloofsbelijdenis met als argument dat deze in strijd zijn met de Heilige Schrift en met de vrijheid van geweten.

Zie ookDoel van onze Belijdenisgeschriften

Uitspraak van :
Groen van Prinsterer (1801-1876): “Wanneer is de belijdenis opgesteld? Toen de Gemeente onder het kruis was; toen de echtheid van het geloof in zelfopoffering om de Naam des Heeren betoond werd.”
Charles Haddon Spurgeon (1834-1892) – geciteerd: Sola scriptura betekent voor het belijden van Gods Woord in en door de gemeente geen nuda scriptura (de naakte Schrift). Dat laatste betekent dat je de Schrift leest los van de gemeenschap met de Kerk van alle tijden en plaatsen. Dat is een hoogmoedig standpunt. Spurgeon heeft eens snedig opgemerkt dat zij die heel veel waarde toekennen aan wat de Heilige Geest hen heeft geleerd, even weinig betekenis plegen toe te kennen aan wat de Heilige Geest anderen heeft geleerd.
Samenvatting:
De Belijdenisgeschriften zijn zorgvuldig en met veel eerbied en ontzag voor Gods Woord en het werk van de Heilige Geest opgesteld. Ze bieden een op Gods Woord gegrond kader voor het persoonlijk, kerkelijk, maatschappelijk en ook het politieke leven. Ze vormen geen handboek, maar zijn wel belangrijke richtingaanwijzers voor het verstaan van de Schrift. Deze geschriften zijn opgesteld om ons te helpen  onze uitleg en toepassing van Gods Woord af te stemmen op en te toetsen aan het inzicht dat de Heilige Geest de kerken heeft willen geven in de tijd van de Reformatie. Een tijd waarin het belijden van het geloof in Gods Woord, zoals vastgelegd in deze geschriften, de bereidheid en moed vergde om hiervoor eigen bezit en vrijheid en zelfs eigen leven op het spel te zetten. Dit zijn doorslaggevende redenen voor het handhaven ervan in onze Nederlandse kerken en door Nederlandse politieke partijen die zich gebonden weten aan Gods Woord.

Plaats een reactie