Kiezen voor een andere gemeente

Wanneer  we overwegen om ons te onttrekken aan de gemeente waarvan we lid zijn, om ons dan bij een andere (in onze ogen meer aantrekkelijke) gemeente aan te melden als nieuwe leden, dan doen we er goed aan om de eerste vier hoofdstukken van de eerste brief aan de Korinthiërs nog eens goed te lezen en te herlezen,  om de inhoud en betekenis van deze hoofdstukken goed tot ons door te laten dringen. Dan kunnen we bij onszelf na gaan of we met de juiste motieven de eigen gemeente verlaten om het heil te gaan zoeken bij een andere gemeente. We moeten er niet van opkijken, wanneer we in een nieuwe gemeente – net als in de gemeente van Korinthe – ook daar misstanden zullen aantreffen, die we niet verwacht hadden in een Christelijke gemeente en van Christenen, die een gemeenschap (behoren te) vormen om samen de Heer te dienen en waar het dienen van de Heer dan toch vooral zichtbaar dient te zijn in de dienst aan elkaar.

1 Korinthiërs H 1-4

Bij/na het lezen van de hoofdstukken uit de eerste Korinthe brief kunnen de volgende vragen gesteld worden:

Is er bij de verkondiging en bij de verkondigers van Gods Woord ook iets op te merken van “vrees en beven”, “angst en onzekerheid”, zoals dat bij Paulus het geval was. Dat was geen angst en beven voor mensen, maar diep ontzag voor Gods Woord, dat verkondigd moe(s)t worden door zondige mensen aan zondige mensen. Is er in de gemeente besef van eigen zondigheid en zwakheid en erkent men, dat alleen waar Gods Woord eerbiedig en zuiver verkondigd wordt, de zonden-veroordelende-kracht van het Woord zich niet tegen ons keert, maar ons bevrijden en redden zal?! (Openbaring 22 : 18-21)

Staat in de verkondiging “Jezus en Die gekruisigd” centraal. Worden we in de verkondiging opgeroepen om ons kruis op ons te nemen en om als kruisdragers Jezus Christus na te volgen. Wordt voldoende duidelijk verkondigd wat dat betekent voor onze dagelijkse levenspraktijk en de omgang met elkaar?!

Hoe belangrijk zijn bepaalde mensen (voorgangers, leiders) in de gemeente en komt het gewicht en de inbreng van hen niet in conflict met wat Paulus daarover zegt in (bijvoorbeeld) deze eerste vier hoofdstukken van de eerste brief aan de Korinthiërs?

Ook de volgende vragen zijn van belang:

Is er in de verkondiging en in de liturgie eerbied voor het werk van de Heilige Geest in de geschiedenis van de Kerk en wil en durft men daarom ook nog steeds gebruik te maken van wat ons gegeven is in de Belijdenisgeschriften?

Wordt de Catechismus nog gebruikt in de avond/leerdiensten om zo samen met de Kerk van vorige eeuwen Gods Woord beter te leren verstaan (begrijpen) en durft/wil men de Catechismus ook nog gebruiken bij het Bijbelonderwijs aan de jeugd?

Zie ook: 

Plaats een reactie