Hoe (nog) omgaan met het “Sola Scriptura”?

20 Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat; 21 want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken. (Uit 2 Petrus 1)

Wij mensen worden geboren en leven in een wereld met een geschiedenis. Willen wij als verantwoordelijke mensen leven dan kunnen wij onze (voor)geschiedenis en die van anderen (mensen, volken, landen, werelddelen) niet negeren. Uit Gods Woord weten we dat God wil, dat wij altijd rekening zullen houden met de geschiedenis die God deze wereld, de mensen, de landen en volken, en m.n. ook die God Zijn kinderen, Gods volk, (de Kerk van alle tijden en plaatsen!) heeft laten doormaken. Uit Gods Woord kunnen we onder de leiding van de Heilige Geest biddend leren over de manier waarop wij dat zullen doen. En natuurlijk zullen we daarbij ook gebruik maken van wat de geschiedenis (wat anderen vóór ons geleerd(2x) hebben) ons “aanreikt”. Ieder mens heeft daarin een eigen plaats en eigen verantwoordelijkheid en (on)mogelijkheden.

De Bijbel onderwijst ons daarin en laat ons zien dat de gelovigen dat ook steeds hebben willen en/of moeten doen. Wanneer we dat niet willen en/of doen, dan leven we “revolutionair”. Als geen ander heeft Groen van Prinsterer (1801-1876) in ons land gewezen op dat verschil tussen “revolutionair denken-en-leven” en hoe evangelie-belijders dat “anti-revolutionair” zullen doen. Hij heeft in tal van geschriften duidelijk gemaakt hoezeer de mensheid hiermee in de loop van de geschiedenis steeds weer “in de fout” is gegaan en gaat. In Europa m.n. door “het denken van de Verlichting”, dat ook geleid heeft tot de Franse Revolutie met al haar destructieve gevolgen in m.n. dat land maar ook op veel andere plaatsen in de wereld.

Wat ook de vroege (bijv. Johannes Hus) en de latere Reformators ons laten zien en (willen) leren, dat is, dat zij naast veel werk maken van lezen en begrijpen van de Bijbel (mee door oude talen te leren, diverse vertalingen te gebruiken of te maken), beslist ook dat wat er vanuit de geschiedenis van de Kerk werd aangereikt (geschiedenis vroege kerk, geschriften kerkvaders, etc.) wilden laten meewegen en een belangrijke rol en inbreng geven bij het verklaren van de Schriftteksten en het opstellen van (min of meer dogmatische) leergeschriften (belijdenisgeschriften, catechismussen, etc.).

Toch betekent voorgaande niet dat daarmee het “Sola Scriptura” praktisch gezien een overbodige en loze kreet is geworden!

Luther’s spreken en optreden in Worms heeft dat op een bijzondere manier duidelijk gemaakt. Tegenover alle opgebouwde traditie van Schriftverklaring en gezagsstructuren van de RK-kerk (ook gebruikt om traditie(s) met machtsmiddelen te handhaven), heeft hij zich willen beroepen op het doorslaggevende van wat de Heilige Schrift (Gods Woord, de Bijbel) zelf ons te zeggen heeft en zoals iemand – in zijn positie en met zijn – genomen! – verantwoordelijkheid – dat onder leiding van de Heilige Geest heeft mogen leren inzien en verstaan en dan ook behoort uit te dragen. Aan dat Bijbelse “goed recht” heeft Luther willen en durven vasthouden en pal voor staan, zelfs ook toen “iedereen, de hele kerk” (toentertijd de RK-kerk, met alle geestelijken die daarin een gezags/machtsfunctie hadden) zich tegen hem keerde. En ook nu nog zullen we diezelfde moed hebben op te brengen wanneer er voor ons een vergelijkbare situatie zou ontstaan.

Opgemerkt: Het is niet toevallig dat dr. Abraham Kuyper (1837-1920) de rol en invloed van de woorden en het belijden van een “eenvoudige, wijze gelovige vrouw” (Pietje Baltus) op hem en op zijn geloofsleven en belijden hebben gehad, nogal nadrukkelijk onder de aandacht heeft willen brengen van zijn tijdgenoten en “volgelingen”.