Joodse Messiasverwachting en Psalm 19 LXX (Psalm 20!)

Dit weet ik zeker: de HEER schenkt de overwinning aan Zijn gezalfde,
Hij antwoordt hem uit zijn heilige hemel met de overwinning door Zijn machtige hand.
(Uit Psalm 20, NBV)

(…) Er valt veel voor te zeggen dat ook Psalm 19 in de LXX (Psalm 20) een messiaans karakter heeft. Psalm 19/20 is een koningspsalm. De vertaling (vanuit Hebreeuws naar Grieks LXX) vond plaats in de laatste eeuwen voor Christus, toen er geen Davidisch koningschap meer was. Mogelijkerwijs werd de Psalm vertaald in de tijd van de Maccabeeënkoningen (2e eeuw voor Chr.). Maar dit koningschap werd anders beleefd dan dat van David, zodat de Psalm moeilijk op hen van toepassing kon zijn.

De Joodse gemeenschap in Alexandrie, waar de psalmen vermoedelijk vertaald werden, wist echter van de profetieën over de Zóón van David. Zij las deze Psalm in het licht daarvan. In de vertaling kon zodoende iets oplichten van het ‘profiel’ van de verwachte Davids-zoon. De Psalm lijkt te zeggen: zo zal Hij er ongeveer ‘uitzien’! De LXX-vertaling laat zien welke verwachting men had: de Heiland zou op de Sion God erkennen en zijn offer aan Hem brengen. God zou Hem verhoren en verlossen. En het volk zou delen in zijn overwinning, die Hem door God geschonken zou worden!

Het laatste vers van de Psalm laat zien dat er veel voor pleit om in de koning de Zoon van David te zien. In het Hebreeuws lezen we:

HERE, help toch, o Koning, die ons verhoort op de dag dat wij roepen.
De LXX vertaalt:
HEER, red uw Koning en verhoor ons op welke dag wij и maar zullen aanroepen.

In onderscheid van de MT typeert de vertaler de koning als ‘Gods (Uw) Koning’. Heeft de vertaler zich laten leiden door bijvoorbeeld Psalm 2 waarin de Here God zegt tegen de koning: ‘U bent mijn Zoon’! Deze Psalm werd in het late Jodendom messiaans verstaan.(1)

Deze uitleg maakt ook het gebed dat in de slotwoorden wordt uitgesproken verklaarbaar: ‘verhoor ons, op welke dag ook maar als wij U aanroepen.’ Als aan de Zoon van David verlossing en het koningschap is gegeven, breekt voor altijd de heilstijd aan. In de nieuwe ‘aeoon’ die is aangebroken heeft het volk voor altijd vrije toegang tot God. (2) Om die reden kan het  “op welke dag ook maar ” God aanroepen. Hij zal verhoren.

Psalm 19 vindt zijn vervulling in het Nieuwe Testament. Op het Pinksterfeest proclameert Petrus dat er een nieuwe eeuw, het Koninkrijk van God is aangebroken. Jezus die de Zoon van David is (zie Handelingen 2), heeft door Gods hulp de overwinning behaald. Petrus voegt eraan toe (geheel in lijn met het laatste vers van Psalm 19 LXX dat het heil dat daarmee gemoeid is, bereid is voor iedereen die de Naam des HEREN aanroept.

Enkele jaren later zegt Paulus hetzelfde: “wij zijn meer dan overwinnaars door Hem die ons heeft liefgehad” (Romeinen 8: 37). Psalm 19 LXX is in vervulling gegaan!

(1) Het laatste vers van deze Psalm werd in de Vulgata vertaald met ‘Domine, salvam fac regem’, HEER red de koning’. De vertaling ligt ten grondslag aan het Engelse volkslied: ‘Lord save the king/queen’. Delitzsch veronderstelt dat de uitroep ‘Hosanna de Zoon van David’ waarmee Christus verwelkomd werd in Jeruzalem een uitvloeisel is van vers 10 uit deze Psalm.
(2) Het Griekse woord dat voor ‘redding’ en ‘heil’ gebruikt wordt (‘sotèria’) laat dat ook zien: het is een toestand van heil die door een verlossende daad van God voorgoed tot stand gebracht is.

Bron: “Psalm 19 in de LXX”, dr. H. Klink, Hoornaar,  Ecclesia nr 20 – oktober 2016

Ecclesia – Orgaan van de Stichting Vrienden van de F.H. Kohlbrugge (zie de website)

Zie ook: Israël zondag: Joodse messiasverwachting…