Wanneer de boodschap/Boodschap ons niet bevalt…

…dan elimineren we (liefst) de boodschapper!

Het gezegde “don’t shoot the messenger”, het afreageren van woede op de brenger van (slecht of ongewenst) nieuws, werd in het Oude Griekenland niet altijd ter harte genomen. Ondanks het bestaan van een diplomatieke ethische code waren boodschappers en gezanten vaak het slachtoffer van de grieven van de ontvangers van nieuws. Het doden van boodschappers kon tot straf van de goden leiden, maar de Grieken trokken zich bijvoorbeeld in het geval van de Perzische boodschappers daar weinig van aan.
(Bron: www.isgeschiedenis.nl)

Het wegwerken van de boodschapper kan ook een tactische zet zijn, maar het gevaar is dat een ethos van het weigeren van de bekendmaking (boodschap/boodschapper) gevolgd kan worden door een vijandige reactie of negatieve feedback. ‘Mensen leren heel snel waar dit het geval is, en zullen angstvallig eventuele negatieve feedback vermijden, dus dat de “Keizer” nog steeds doet aan zelfbedrog …. is dus natuurlijk niet een recept voor succes’. Barbara Ehrenreich betoogt in Bright-sided/Smile dat een cultuur van “positief denken” ‘om op die manier negatieve mensen uit de gelederen te ‘zuiveren’ de kredietcrisis van 2007-2010 voedde. (Bron: nl.wikipedia.org)

Aanwijzen zondebok: Psychologen hebben ontdekt dat het zondebokmechanisme ook een verschijnsel is binnen groepen, kleine (zoals gezinnen), maar ook in veel grotere verbanden (schoolklassen, leger, kantoorpersoneel, familie, natie). Binnen groepen is het voorkomen van een zondebok, die de ziektes en frustraties van het gezin (of de groep) op zich krijgt geprojecteerd, geen ongewoon fenomeen. De ‘rol’ van zondebok komt dan vaak toe aan de op een bepaalde manier zwakkere in de groep.

WAT DE BIJBEL TE ZEGGEN HEEFT:

11 Zalig (gelukkig) bent u als men u smaadt en vervolgt,
en door te liegen allerlei kwaad tegen u spreekt, omwille van Mij.
12 Verblijd en verheug u, want uw loon is groot in de hemelen,
want zo hebben ze de profeten vervolgd die er vóór u geweest zijn.

(Uit Matteüs 5)

17 Wie ernaar streeft te doen wat God wil, zal weten of mijn leer van God komt of dat ik namens mezelf spreek. 18 Wie namens zichzelf spreekt, is uit op zijn eigen eer, maar wie uit is op de eer van wie Hem gezonden heeft is betrouwbaar; hij bedriegt niemand. 19 U hebt van Mozes toch de wet gekregen? Maar niemand houdt zich aan de wet. Waarom probeert u mij te doden?’
(…)
50 Nikodemus, die vroeger tot Hem was gekomen, een van hen, zei tot hen: 51 Veroordeelt onze wet dan een mens, tenzij men zich eerst van hem op de hoogte gesteld heeft en kennis genomen van wat hij doet? (Uit Johannes 7)

Maar Jezus antwoordde: Als ik het u zeg, gelooft u mij toch niet. 68 En als ik een vraag stel, antwoordt u toch niet. (Uit Lukas 22)

65 Toen scheurde de hogepriester zijn klederen en zei: Hij heeft God gelasterd! Waartoe hebben wij nog getuigen nodig? Zie, nu hebt gij de godslastering gehoord. Wat dunkt u? 66 Zij antwoordden en zeiden: Hij is des doods schuldig. (Uit Matteüs 26)

5 Wie zich door zijn eigen natuur laat leiden is gericht op wat hij zelf wil,
maar wie zich laat leiden door de Geest is gericht op wat de Geest wil.
6 
Wat onze eigen natuur wil brengt de dood (1),
maar wat de Geest wil brengt leven en vrede (2).
(Uit Romeinen 8)

(1) Dan krijgen en grijpen onze oude mens en de diabolos hun kansen en deze drijven ons mensen uiteen (dit zien we gebeuren in huwelijken, gezinnen, families, gemeenten en in andere verbanden van de samenleving en het samenleven van volken).
(2) Dan krijgt de Geest de ruimte en dan is er alle ruimte voor vergeving en verzoening (het kenmerk van het ware christelijk (samen)leven) en mogen we verzoening en herstel verwachten in alle hiervoor genoemde samenlevingsverbanden.