Onvoorwaardelijke liefde…?

Of Liefde die God alles gekost heeft?!  – De vernedering en het lijden en sterven van zijn geliefde Zoon voor ons mensen en deze wereld, zijn schepsel en schepping!

Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. 17 God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door hem te redden. (Jezus woorden In Johannes 3 : 16 en 17)

In het Paradijs was er volmaakte liefde tussen God en mens en verkeerde de mens in omstandigheden die voor hem ideaal waren (“zeer goed”, het kon niet beter). De mens had dan ook geen enkele reden om aan te nemen, dat de beperking die hem door God was opgelegd, niet mogen eten van de boom van kennis van goed en kwaad, te wantrouwen als een maatregel die hem tekort deed in zijn mens-zijn op aarde. Op aangeven van de satan is de mens echter tot wantrouwen verleid en begon hij te geloven dat God inderdaad iets achtergehouden kon hebben, dat hem tekort deed in zijn mens-zijn. De mens verlangde nu niet meer alleen de kennis van het goede (God) maar ook de kennis van het kwaad en de macht – het aan God gelijk zijn – dat naar zeggen van de satan met die kennis verbonden moest zijn.

En God heeft toen de mens de kennis van het kwaad en de macht die dat geeft hem niet onthouden, maar zich daarbij wel gehouden aan zijn tot de mens gesproken woord over de boom van kennis van goed en kwaad: “wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven”. De mens stierf niet onmiddellijk, maar God doet naar wat Hij gezegd heeft. De zonde, het wantrouwen – de liefdeloosheid! – van de mens wordt gestraft met het voortaan moeten sterven van de mens. Maar behalve dat dit een straf is, is het ook genade, dat de mens, die nu zijn medemens het vreselijkste lijden kan en zal aandoen een schepsel geworden is dat moet en zal sterven.
Toen de mens beschikte over de kennis van goed en kwaad, durfde en wilde de mens zelfs direct al kwaad spreken van God. God spreekt echter woorden van genade! Woorden waarmee Hij de mens in levenslange strijd zet met de boze en het kwaad dat er nu is in de mens en daarmee ook in deze wereld. Het zijn woorden waarin God de mens reeds de overwinning aanzegt door tegen de slang te zeggen “zij verbrijzelen je kop”. Het zijn woorden waarin God direct ook zijn weg van Verlossing van de mens aan de orde stelt. Hij doet een Belofte die Hem alles kost, omdat Hij Zichzelf, zijn geliefde Zoon als Verlosser schenkt aan de mens en waarmee God zich zover vernederen wil, dat Hij zijn geliefde Zoon laat opnemen en tot zonde worden in het nu zondig geworden nageslacht van de de mens.

Laat wie achter Mij wil komen zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen. (Jezus woorden in Marcus 8 : 34 en 35).

En nu mag en zal deze aan ons bewezen Goddelijke Liefde ons ook alles kosten en zullen wij in deze wereld – door onze schuld vol van kwaad en geweld – in navolging van Jezus ons kruis opnemen en God liefhebben boven alles en onze naaste, elke medemens die God op onze weg brengt, ook als hij onze vijand is, net zoveel liefde bewijzen als wij het onszelf in zijn situatie zouden hebben willen doen.

Citaat uit “Mijn ziel keert zich stil tot God – Meditaties bij de Psalmen” van Dietrich Bonhoeffer:
‘Mijn ziel wordt verteerd van verlangen naar uw verordeningen te allen tijde.’ (Psalm 119:20). Het verlangen naar Gods verordeningen is machtiger dan onze ziel kan verdragen. De ziel gaat compleet te gronde wanneer van God uit het grote verlangen naar zijn Woord over ons komt. Dit verlangen, Gods geboden koste wat het kost te kennen, is niet zomaar een kracht van de ziel, maar het betekent, integendeel, haar dood. Niet de ziel met haar vele neigingen en wensen, maar het ene, al het ander tot zwijgen brengende verlangen naar Gods Woord leeft in mij. Mijn ziel kan er niets aan doen dat iedere gedachte, ieder ogenblik daarvan vervuld is. Liever Gods rechten dan de mensenrechten vernemen, erkennen en zien. Liever Gods geboden dan de aanspraken van de mensen; daarvoor moet de ziel alles opofferen*. Als dit verlangen naar God over ons komt, dan lijdt de ziel, dan ligt ze op de grond, dan verdwijnen alle mooie beelden. Wie als pelgrim naar het land van belofte gaat, vraagt niet naar stof en zweet en wonden die hem bedekken, nee, hij vraagt alleen naar het doel.
* Dietrich Bonhoeffer werd op 9 april 1945 in Flossenburg (Duitsland) geëxecuteerd.

Zie ook: Over goedkoop geworden genade en Jezus volgen – Op Jezus lijken

Plaats een reactie