Zondag 10: …uit Gods vaderhand

Psalm 147

1 Halleluja!
Hoe goed is het te zingen voor onze God,
hoe heerlijk hem onze lof te brengen.
2 De bouwer van Jeruzalem, dat is de HEER,
hij brengt de ballingen van Israël bijeen.
3 Hij geneest wie gebroken zijn
en verzorgt hun diepe wonden.
4 Hij bepaalt het getal van de sterren,
hij roept ze alle bij hun naam.
5 Groot is onze Heer en oppermachtig,
zijn inzicht is niet te meten.
6 De HEER richt de vernederden op
en drukt de goddelozen neer.
7 Hef voor de HEER een hymne aan,
zing voor onze God een lied bij de lier,
8 voor hem die de hemel met wolken bedekt,
die de aarde met regen doordrenkt,
die het gras op de bergen laat groeien,
9 die voedsel geeft aan de dieren,
aan de roepende jongen van de raaf.
10 Niet de kracht van paarden verheugt hem,
niet de sterkte van soldaten geeft hem vreugde,
11 vreugde vindt de HEER in wie hem eren
en in wie hopen op zijn liefde en trouw.
12 Prijs, Jeruzalem, prijs de HEER,
loof, Sion, loof je God.
13 Hij heeft de grendels van je poorten versterkt,
het volk binnen je muren gezegend.
14 Hij geeft je vrede en veilige grenzen,
met vette tarwe stilt hij je honger.
15 Hij zendt zijn bevelen naar de aarde,
vlug als een renbode gaat zijn woord.
16 Hij laat het sneeuwen als wol,
rijp strooit hij uit als stof,
17 hagel werpt hij in brokken neer,
wie is tegen zijn koude bestand?
18 Hij zendt zijn woord en alles smelt,
hij stuurt zijn adem, de wateren stromen.
19 Hij maakt zijn woorden aan Jakob bekend,
zijn wetten en voorschriften aan Israël.
20 Met geen ander volk heeft hij zich zo verbonden,
met zijn wetten zijn zij niet vertrouwd.
Halleluja!

Vraag 27: Wat verstaat u onder Gods voorzienigheid?
Antwoord: De almachtige en tegenwoordige kracht van God, waardoor Hij hemel en aarde, met alle schepselen, als met zijn hand in stand houdt en zó regeert, dat loof en gras, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren, eten en drinken, gezondheid en ziekte, rijkdom en armoede en alle dingen, niet bij toeval, maar uit zijn vaderhand, ons ten deel vallen.
Vraag 28: Waarom is het voor ons belangrijk te weten dat God alles geschapen heeft en nog door zijn voorzienigheid in stand houdt? Antwoord: Om in alle tegenspoed geduldig, in voorspoed dankbaar te zijn en voor de toekomst dit vaste vertrouwen te hebben in onze trouwe God en Vader, dat geen schepsel ons van zijn liefde scheiden zal. Want alle schepselen zijn zo in zijn hand, dat zij zich legen zijn wil niet roeren of bewegen kunnen.

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s