Belijdenis doen…(2)

Niet de profeet uithangen, …
maar (liever een persoonlijk) getuigenis geven?

4 Wie in een tong spreekt, sticht zichzelf, maar wie profeteert, sticht de gemeente. 5 Ik wilde wel, dat jullie allen in tongen spreken, maar liever nog, dat jullie profeteren. Wie profeteert, is meer dan wie in tongen spreekt, tenzij hij het ook uitlegt, zodat de gemeente stichting ontvangt.
(…)
23 Indien dan de gehele gemeente bijeengekomen is en allen in tongen spreken, en er komen toehoorders of ongelovigen binnen, zullen zij niet zeggen, dat jullie wartaal spreken? 24 Maar als allen profeteren en er komt een ongelovige of toehoorder binnen, dan wordt hij door allen weerlegd, wordt hij door allen doorgrond, 25 het verborgene van zijn hart komt aan het licht en hij zal zich ter aarde werpen, God aanbidden en belijden, dat God inderdaad in uw midden is. (Uit 1 Korintiërs 14)
Opgemerkt: Met profeteren wordt hier bedoelt dat we – thuis of in de gemeente – Gods Woord eerbiedig (voor)lezen en elkaar voorhouden en dat dan ook met en in eigen bewoordingen naspreken en toepassen op het leven en samenleven van de gemeente van onze Heer Jezus Christus en al haar leden en ook op de samenleving en (wereld)tijd waarin de betreffende gemeente haar plaats van God gekregen heeft.

Profeteren –  Oude Testament (tot Nieuwe Testament)

26 Twee mannen nu waren in de legerplaats achtergebleven; de een heette Eldad, en de ander Medad. Toen de Geest op hen rustte – zij behoorden tot de opgeschrevenen, maar waren niet naar de tent gegaan – profeteerden zij in de legerplaats.
(…)
28 ‘Zeg dat ze daarmee ophouden, heer!’ zei Jozua, de zoon van Nun, die van jongs af aan Mozes’ rechterhand was geweest. 29 Maar Mozes zei: ‘Denk je soms dat jij voor mijn belangen moet opkomen? Legde de HEER zijn Geest maar op heel het volk! Profeteerde iedereen maar!’. (Uit Numeri 11)
17 De HEER heeft toen tegen mij gezegd: ‘Zij hebben goed gesproken. 18 Ik zal in hun midden profeten laten opstaan zoals jij. Ik zal hun Mijn woorden ingeven, en zij zullen het volk alles overbrengen wat ik hun opdraag. (Uit Deuteronomium 18)
1 Verder zonderde David met de legerbevelhebbers mensen af voor het dienstwerk uit de nakomelingen van Asaf, Heman en Jeduthun. Zij profeteerden onder het spel van harpen, luiten en cimbalen. (Uit 1 Kronieken 25)
2 Mensenkind, profeteer tegen de profeten Israëls, die profeteren, en zeg tot degenen, die uit hun hart profeteren (op eigen gezag spreken, NBV) : Hoort het woord van de HEERE. (Uit Ezechiël 13)
28 Daarna zal het geschieden, dat Ik mijn Geest zal uitstorten op al wat leeft, en uw zonen en uw dochters zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen; uw jongelingen zullen gezichten zien; (Uit Joël 2)
Zie verder ook:  Belijdenis doen…(1),  Belijdenis doen…(3) en Het zware werk…