Of God het gebed van de rechtvaardigen verhoren wil?!

32 Abraham zei: ‘Ik hoop dat u niet kwaad wordt, Heer, wanneer ik het nog één keer waag iets te zeggen: stel dat het er maar tien zijn.’ ‘Dan zal ik haar niet verwoesten omwille van die tien.’ (Uit Genesis 18)

16 Toen Lot aarzelde, grepen de mannen hem en zijn vrouw en zijn twee dochters bij de hand, omdat de HEER hem wilde sparen, en ze trokken hem mee de stad uit. Pas buiten de stad bleven ze staan. 17 Toen zei een van hen: ‘Vlucht, uw leven is in gevaar! Kijk niet om en sta nergens in de vallei stil. Vlucht de bergen in, anders komt u om.’ 18 Maar Lot antwoordde: ‘Nee, dat niet, mijn heer! 19 U hebt het beste met uw dienaar voor, u bewijst mij een grote weldaad door mij in leven te laten. Maar ik kan onmogelijk naar de bergen ontkomen, het onheil zou mij inhalen en ik zou alsnog sterven. 20 Dat stadje daar is dichtbij, dat zou ik kunnen halen. Geef mij de kans om daarheen te vluchten, dat zou mijn redding kunnen zijn; het is maar een onbeduidend stadje.’ 21 Hij kreeg ten antwoord: ‘Ook in dit opzicht zal ik u ter wille zijn: het stadje dat u bedoelt zal ik niet wegvagen. 22 Vlucht daarheen en haast u, want tot u daar aangekomen bent kan ik niets doen.’ Zo kreeg die stad de naam Soar. (Uit Genesis 18)

 Brondebijbel.nl

Opgemerkt: God had Zijn engelen al vooruit gestuurd om de rechtvaardige(n) te redden voordat Abraham was begonnen te spreken…

Een arme riep in nood.
De HEERE hoorde naar zijn stem,
God, die in al zijn angsten hem
uitzicht en redding bood.
Rondom Gods knechten staat
des HEEREN engel als een wacht.
Hij weert des vijands overmacht
en redt hen van het kwaad.

(Psalm 34 vers 3 Nieuwe Berijming)