De prediking en het Zaad van de vrouw…(III)

Advent 2016 (3)

Toen in 1522 het door Luther uit de oorspronkelijke talen vertaalde Nieuwe Testament uitkwam, had Luther daar ook een inleiding aan toegevoegd. Dit soort inleidingen bij Bijbelboeken waren toen heel gebruikelijk en zijn ook in andere Duitse en Latijnse Bijbeluitgaven uit die periode te vinden. De inleiding bij het Nieuwe Testament is niet lang en beslaat slechts enkele bladzijden. Vanaf de eerste druk in 1522 tot aan de laatste druk (tijdens Luthers leven) in 1545 en in de uitgave van 1546 is deze inleiding verder ingekort. Voor deze week is het citaat gekozen uit de inleiding bij het Nieuwe Testament van 1546. De laatste alinea is overgenomen uit die van 1522.

(…) In het begin belooft God, als Hij spreekt tegen de slang: ‘Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar Zaad. Dat zal u de kop vertreden, en u zult Het in de hiel steken’ (Genesis 3:15, weergave: WADB 1546).

Christus is het Zaad van deze vrouw, Die de kop van de duivel heeft vermorzeld [of: vertreden] – dat wil zeggen: dat Hij zonde, dood, hel en alle macht van de duivel heeft teniet gedaan. Want zonder dit Zaad kan geen mens aan de zonde, de dood en de hel ontkomen.

Op dezelfde manier beloofde God aan Abraham: ‘Door uw Zaad zullen alle volken op aarde gezegend worden’ (vgl. Genesis 22:18). ‘Christus is het Zaad van Abraham’ zegt Paulus (vgl. Galaten 3:16). Hij heeft de hele wereld gezegend door het evangelie. Want waar Christus niet is, daar is nog steeds de vloek van de zonde die op Adam en zijn kinderen is gekomen. Daardoor stonden zij allen schuldig en waren allen aan zonde, dood en hel onderworpen. Maar het evangelie zegent de hele wereld niettegenstaande deze vloek. Het wordt immers openlijk uitgeroepen: ‘Wie in dit Zaad van Abraham gelooft, zal gezegend zijn.’ Dat houdt in: dat die persoon dan van zonde, dood en hel verlost is en tot in eeuwigheid rechtvaardig, levend en zalig blijft. Christus heeft dit Zelf ook gezegd in Johannes: ‘Wie in Mij gelooft, zal nooit meer sterven’ (vgl. Johannes 11:25).

Zo heeft God dit ook aan David beloofd, toen Hij zei: ‘Ik wil uw Zaad na u verwekken – Die zal voor Mijn Naam een huis bouwen en Ik zal de troon van Zijn koninkrijk bevestigen tot in eeuwigheid’ en ‘Ik zal Zijn Vader zijn en Hij zal Mijn Zoon zijn’ enzovoort (vgl. 2 Samuël 7:12-14). Dit is het rijk van Christus, waarvan het evangelie spreekt: ‘een eeuwig rijk, een rijk van leven, zaligheid en gerechtigheid’. Allen die geloven, zullen uit de gevangenis van zonde en dood overgaan in dit rijk.

Er zijn in het evangelie nog veel meer van zulke beloften, ook in de profeten. In Micha (5:2) staat bijvoorbeeld: ‘En u, Bethlehem Efratha, u bent klein vergeleken met duizenden van Juda, maar uit u zal voor Mij voortkomen Die Heerser in Israël zal zijn’ In Hosea (13:14) lezen we: ‘Ik wil hen verlossen uit de hel, en hen van de dood redden. Dood, Ik wil voor u vergif zijn; ja, Ik wil voor u een pest zijn.’

We zien dus dat er maar één evangelie is, zoals er ook maar één Christus is. Het evangelie is immers niets anders en kan ook niets anders zijn dan een prediking van Christus: Gods Zoon en Davids Zoon. Hij is waarachtig God en Mens, Die met Zijn sterven en opstanding – voor alle mensen die in Hem geloven – zonde, dood en hel heeft overwonnen.

Maarten Luther: Das Neue Testament. Vorrede. Aus der Bibel 1546, vgl. WADB 6, 5, 30 – 7, 21

Bron: Wilt u deze Luthercitaten ter kennismaking doorsturen aan uw vrienden. Er zijn geen kosten aan verbonden. Voor het aanmelden/afmelden van deze wekelijkse citaten kunt u gebruikmaken van dit e-mailadres info@maartenluther.com en van deze website: www.maartenluther.com (contact op de homepage)

Zie ook bijbehorende webpagina’s:
– De prediking en het Zaad van de vrouw…(I)
– De prediking en het Zaad van de vrouw…(II)