Geen streeptheologie!

Het valt te betreuren dat de woorden van de Reformatoren (1) in hun strijd tegen de geestdrijverij ook uitgelegd kunnen worden (en mogelijk/waarschijnlijk zijn ze deels ook zo bedoeld geweest) alsof de Heilige Geest – na de eerste periode van de Evangelieverkondiging in Jeruzalem en aan de heidenen en bij het ontstaan van de eerste gemeenten – nu Zichzelf (en/of door ons toedoen) een aantal beperkingen heeft opgelegd…

Maar de Bijbelse Waarheden zijn altijd zo eenvoudig, dat ze aan kinderen uit te leggen zijn en door hen (vaak beter dan door ouderen) begrepen kunnen worden…

Wanneer wij ons leven (ons hart, onze ziel, ons verstand en onze krachten) dagelijks door lofprijzing, Bijbellezing en gebed (m.n. het Onze Vader als dagelijks te bidden gebed!) persoonlijk en in gezin of samen met anderen geven en wijden aan onze drie-enige God, dan neemt Hij van ons weg, wat het werk dat de Heilige Geest die dag in en door ons wil doen, tegenstaat.  Natuurlijk kan en zal het ons die dag dan nog strijd kosten tegen “ons eigen vlees” (onze “Adams-natuur”), de macht van de boze en de invloed van de wereld, maar toch mogen we weten dat de Heilige Geest sterker is dan deze machten en ons steeds weer leiden wil en zal die dag.

We kunnen er dus zeker van zijn en gerust op zijn dat de Heilige Geest ons van al Zijn krachten en gaven zal schenken en ons daaruit voorzien, die die dag nodig zijn in ons eigen leven, in dat van ons samenleven in gezin en samenleving en in de gemeente. In de eerste plaats zullen we daarbij rekenen op Zijn wijsheid, die Hij ons schenken wil, om in alle dingen van die dag te kunnen onderscheiden waar het op aankomt. Jakobus benadrukt dat heel sterk aan het begin van zijn brief, en betuigt dat we dat ook vast en zeker hebben te geloven om een vaste levensgang en levensovertuiging te hebben en om geen “zwalkend (geloofs)bestaan” te leiden.

Wanneer we ons (dagelijks!) zo stellen onder de leiding van de Geest, dan weten we ook dat ons (gewone) bidden om wijsheid, om genezing, etc. in gezin en in de gemeente of elders gehoord en verhoord wordt. We zullen dat ook steeds weer in ons samenleven in de gemeente zo (elkaar) hebben te belijden. En met deze eerbiedige levenshouding t.a.v. Gods Woord en t.a.v. gebedsverhoring en het werk van de Heilige Geest zijn we vrij van alle krampachtigheid en staan onze ogen en oren open voor de wonderen (van genezing op ons gebed bijv.) die de Heilige Geest in onze (persoonlijke) tijd van leven werkt. We gaan van deze wonderen echter geen ophef maken en als we anderen willen overtuigen van de (vrij)macht van de Geest, zullen we (in het samenleven van de gemeente of in gesprek met “buitenstaanders”) eerder naar de Bijbel grijpen, dan dat spreken over wat we persoonlijk (daarvan) gezien en beleefd hebben. Al zullen we daar beslist ook niet altijd over zwijgen, maar juist hier is bidden om wijsheid heel noodzakelijk…

4 Er zijn verschillende gaven, maar de Geest is een en dezelfde. 5 Er zijn verschillende vormen van dienstverlening, maar de Heer is een en dezelfde. 6 Er zijn verschillende uitingen van bijzondere kracht, maar het is een en dezelfde God, die alles in allen tot stand brengt. 7 Maar aan ieder van ons wordt de openbaring van de Geest gegeven tot welzijn van allen. 8 Aan de een wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven; aan een ander een woord van kennis, krachtens dezelfde Geest; 9 aan een derde door dezelfde Geest het geloof; en aan weer anderen schenkt diezelfde Geest de gave om ziekten te genezen, 10 de kracht om wonderen te doen, de gave van de profetie, de onderscheiding van geesten, het vermogen om in talen te spreken of de betekenis ervan uit te leggen. 11 Dit alles is het werk van één en dezelfde Geest, die aan ieder zijn gaven uitdeelt zoals Hij het wil. (Uit 1 Korintiërs 4)

(1) “Als Melanchton ernstig ziek is bidt Luther waarbij hij zich beroept op Gods beloften: “Toen moest God mij betalen want ik wierp Hem de zak toe met alle beloften van gebedsverhoring die ik in de Schrift wist te vinden, met de betuiging dat Hij mij moest verhoren (a) als ik tenminste zijn beloften vertrouwde” God heeft de doodzieke Melanchton genezen. Luther geeft ook een predikant raad om bij een ernstig depressief gemeentelid, de handen op te leggen en de beloften uit de bijbel (o.a. Marcus 16) te noemen. ”
(a) Melanchton was voor Luther bij de voortgang van het werk van de Reformatie “onmisbaar”.
Bron :  Samenvatting Vergeving en genezing, dr. M.J. Paul, hoofdstuk VIII

Zie eventueel ook nog: