De “wijze raad” van Gamaliël…

5 Vertrouw op de HEERE met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet.
6 Ken Hem in al je wegen, dan zal Híj je paden rechtmaken.
Uit Spreuken 3

Gamaliël: 38 Daarom zeg ik u: houd u afzijdig van deze mensen en laat hen begaan, want als het mensenwerk is wat ze nastreven, zal het op niets uitlopen, 39 maar als het Gods werk is, zult u niets tegen hen kunnen uitrichten, of het zou wel eens kunnen blijken dat u tegen God strijdt.’  (Uit Handelingen 5)

Zijn de hierboven door Gamaliël gesproken woorden wijze woorden te noemen en bevatten ze misschien zelfs wijsheid die ook nu nog bruikbaar is voor ons? Of zijn deze woorden min of meer vergelijkbaar met de “wijze raad” die Kajafas gaf (zie Bijbeltekst hieronder) toen de Raad bezig was een besluit te nemen over hoe de invloed van Jezus op het volk moest worden uitgeschakeld. Kajafas had zo zijn eigen overwegingen en meende vanuit eigen inzicht en ervaring wijs advies te kunnen geven aan de Raad en hij besefte zelf helemaal niet welke profetische inhoud en lading de woorden hadden die hij toen sprak.

49 Een van hen, Kajafas, die dat jaar hogepriester was, zei tegen de anderen: ‘Jullie begrijpen het niet! 50 Besef toch dat het in jullie eigen belang is dat één man sterft voor het hele volk, zodat niet het hele volk verloren gaat.’  51 Dat zei hij niet uit zichzelf: als hogepriester in dat jaar sprak hij de profetie dat Jezus zou sterven voor het volk, 52 en niet alleen voor het volk, maar ook om de verstrooide kinderen van God bijeen te brengen.

De woorden van Gamaliël zijn woorden van een mens, die zo zijn eigen overwegingen heeft en vanuit eigen inzicht en ervaring spreekt, maar niet werkelijk wil buigen voor de Waarheid (voor Jezus en Zijn Evangelie). Natuurlijk had Gamaliël, als mens en als Schriftgeleerde, samen met de andere leden van de Raad, de waarheid van het door Jezus’ discipelen verkondigde Evangelie voluit moeten erkennen en deze mensen en hun verkondiging moeten verdedigen en beschermen in Jeruzalem. Gamaliël hanteert echter het principe van voorzichtigheid en van “eerst zien en dan geloven” en waagt het beslist niet zijn eigen positie (verder) in gevaar te brengen, door ook nog een vrijgeleide te bewerkstelligen en te voorkomen dat zijn Joodse broeders (de discipelen van Jezus) worden geïntimideerd en later ook nog gegeseld in opdracht van de Raad.

De “wijze raad” van Gamaliël is “eigen inzicht” en geen “Bijbelse wijsheid” (naar Spreuken 3 : 5-6) en daarom als zodanig niet aan te bevelen en te gebruiken bij en voor het gemeentelijk/kerkelijk samenleven van vandaag, bijvoorbeeld door met vergelijkbare woorden en vanuit eenzelfde manier van denken, ruimte te vragen voor en geven aan mensen, die een nieuwe of gewijzigde leer voorstaan of een andere geloofspraktijk willen inbrengen in de gemeente(n) van Jezus Christus. We zullen ons (steeds weer) hebben in te spannen om met Bijbelse wijsheid en onderscheidingsvermogen tot een oordeel te komen en advies te geven. Met minder mogen we het niet wagen.