Opvattingen over “de ambten” in de gemeente…

De meerdere zal de mindere dienen. (Uit Romeinen 9,vers 12b)

“Zijn vrouw staat boven hem”, onthult EO-coryfee Andries Knevel… en “Omdat ik een gewoon gemeentelid ben, is zij dus hiërarchisch over mij de baas”. 

Het is niet te hopen dat Andries Knevel werkelijk meent dat de ambten een hiërarchie aangeven in de gemeente(n) – en daarmee in de huwelijken, gezinnen en kerken. Als er ergens beseft dient te worden dat een ambt alleen een dienende taak is, dan is dat in de gemeente van Jezus Christus. Wanneer een ambtsdrager daar niet komt aanzetten met het Woord en het gezag van het Woord (1), dan kan die ambtsdrager in feite geen gezag uitoefenen (vanwege de hiërarchie) en dient deze zelfs met het gezag van Gods Woord door de anderen te worden weerstaan (2).
Helaas is het wel zo, dat nogal wat ambtsdragers (waaronder predikanten) menen dat hun positie in de gemeente (tegenwoordig nogal eens vastgelegd in profielschets en in “visie en beleid”) hen een min of meer hiërarchische plaats en functie geeft en dan voelen ze zich al gauw “verheven” boven kritiek uit/van het Woord en wijzen ze er graag op dat ze toch leidinggevende dienaren van de (plaatselijke) gemeente zijn en dat ze “de hele gemeente op het oog hebben te houden” – een verantwoordelijke taak waarbij ze nog al eens “het pispaaltje” zijn (3) en dat ze daarom geen tijd hebben/maken voor (lastige) “theologische discussies” (4).

(1) Dus met het gezag van Jezus Christus zelf, die het hoofd van Zijn Gemeente/Lichaam is, en Hij aanvaardde de laagste plaats en werd zo en daarmee (eerst) ons aller dienaar! In Zijn Lichaam (de Gemeente) is er maar één hiërarchie en die komt van het (haar!) Hoofd en in het lichaam is er geen deel dat tegen de ander kan zeggen: “ik kan het wel zonder jou”. En wat is een hoofd zonder lichaam?
(2) Praktisch gezien kan/moet het soms dan maar als de “beste oplossing” gezien/gekozen worden (en doet een gemeentelid er goed aan om bescheiden, nederig en de minste te willen zijn), maar zó is het in feite (naar Gods Woord) toch niet de bedoeling.
(3) Zie wat Paulus over zijn apostelschap te zeggen heeft in 1 Korintiërs 4 “de laagste plaats gewezen”…
(4) Dan moeten we toch maar weer in de leer bij Paulus en wat hij ons te zeggen heeft over de ambten en de ambtsdragers in de gemeente en hoe hij dat heeft voorgeleefd door niet “op zijn strepen te staan”, maar door gemeente voortdurend te onderwijzen uit Gods Woord ( zie m.n. ook in Handelingen 20 : 17-38) en door dat zelf voor te leven o.a. door zich niet te laten betalen, maar door zijn eigen brood (en meer) te verdienen om daarmee een voorbeeld te geven hoe men zich dient “weg te cijferen” en in te spannen voor de steun aan de zwakken en minder bedeelden in de gemeente(n)… (Zie m.n. Handelingen 20 : 32-38)

18 Toen ze waren gearriveerd, sprak hij hen als volgt toe: ‘U weet hoe ik te midden van u geleefd heb, vanaf de eerste dag dat ik in Asia was: 19 ik heb de ​Heer​ in alle nederigheid gediend en heb al het verdriet en de beproevingen als gevolg van de samenzweringen van de ​Joden​ doorstaan. 20 U weet ook dat ik alles bekend heb gemaakt wat uw welzijn ten goede komt en dat ik u daarover in het openbaar en thuis heb onderricht.  (Uit Handelingen 20)

Bron tekst: ND – nd.nl/geloof – Gerald Bruins “Knevels vrouw staat boven hem” – dinsdag 17 april 2017
Bron afbeelding:  Assisi aan de Maas – De dominee en de broeder

Andries Knevel - de dominee en de broeder.jpg