Ervaar meer; Geloof minder.
Zo willen wij mensen het ’t liefst.
Maar God heeft altijd op Zijn Woord geloofd willen worden door de mens…
Sinds de zondeval is God “in Christus” genadig sprekende tot ons…
Christus komt tot ons in het gewaad van het Woord (1, 2)…
Maar, wie niet horen wil, moet én zal voelen (en zien!)
…wat er van komt!
Dat leren we uit Gods Woord en dat leren (ervaren!) we – met het licht van Gods Woord en zelfs zonder dat licht – uit de hele mensen-/wereldgeschiedenis
Laten we beginnen bij het begin van het “niet willen horen”: Genesis 3.
Niet luisteren naar God, maar zelf willen ondergaan en ervaren wat die boom, die vrucht te bieden heeft:
4 Toen zei de slang tegen de vrouw: U zult zeker niet sterven.
5 Maar God weet dat, op de dag dat u daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden (niet onze oren, die zullen juist weer geopend moeten worden! (3)- AJ) en dat u als God zult zijn, goed én kwaad kennend. (A)
6 En de vrouw zag dat die boom goed was om ervan te eten en dat hij een lust was voor het oog, ja, een boom die begerenswaardig was om er verstandig door te worden; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en hij at ervan.
Dan krijgen we inderdaad iets nieuws en onverwachts te zien, te voelen, te ervaren…
7 Toen werden hun beider ogen geopend, en zij bemerkten (uit eigen ervaring, dat was hun nooit verteld! – AJ), dat zij naakt waren; zij hechtten vijgebladeren aaneen en maakten zich schorten.
(…)
9 En de HEERE God riep Adam en zei tegen hem: Waar bent u?
10 En hij zei: Ik hoorde Uw stem in de hof en ik werd bevreesd (nieuwe ervaring! – AJ), want ik ben naakt; daarom verborg ik mij.
(…)
14 Toen zei de HEERE God tegen de slang:
Omdat u dit gedaan hebt, bent u vervloekt
onder al het vee en onder alle dieren van het veld!
Op uw buik zult u gaan en stof zult u eten, al de dagen van uw leven.
15 En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw,
en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht;
Dat zal u de kop vermorzelen,
en u zult Het de hiel vermorzelen.
(Uit Jesaja 55, HSV)
9 Want zoals de hemel hoger is dan de aarde,
zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen
en Mijn gedachten dan uw gedachten.
10 Want zoals regen of sneeuw
neerdaalt van de hemel
en daarheen niet terugkeert,
maar de aarde doorvochtigt
en maakt dat zij voortbrengt en doet opkomen,
zaad geeft aan de zaaier en brood aan de eter,
11 zo zal Mijn woord zijn dat uit Mijn mond uitgaat:
het zal niet vruchteloos tot Mij terugkeren,
maar het zal doen wat Mij behaagt,
en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend.
Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God.
(Romeinen 10 : 17, HSV)
1 Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet. 2 Hierdoor immers hebben de ouden een goed getuigenis gekregen. 3 Door het geloof zien wij in dat de wereld tot stand gebracht is door het Woord van God, en wel zo dat de dingen die men ziet, niet ontstaan zijn uit wat zichtbaar is.
*********(… verzen met goed getuigenis van een aantal geloofsgetuigen…)
13 Deze allen zijn in het geloof gestorven. Zij hebben de vervulling van de beloften niet verkregen, maar hebben die vanuit de verte gezien (“gezien”, in die zin dat ze gelovig het Woord van God met Zijn beloften aanvaardden – AJ) en geloofd en begroet, en zij hebben beleden dat zij vreemdelingen en bijwoners op de aarde waren.