Geloven en bidden moeilijk? Het is alleen maar kinderlijk eenvoudig!

17 Voorwaar, Ik zeg u: Wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt als een kind, zal het voorzeker niet binnengaan. (Uit Lucas 18)

Belijdt u regelmatig of misschien zelfs elke zondag met uw broeders en zusters de twaalf artikelen, die beginnen met “Wij geloven in God de Vader, de Almachtige…” en alles wat daarna nog volgt van deze oude geloofsbelijdenis?
Dan zijn en worden u de woorden van het geloof (weer) in de mond gelegd en ons hart hoeft daar alleen maar gelovig “ja en amen” op te zeggen. Of kunt of doet u dat (eigenlijk al) niet?
Maar wanneer u die woorden hoort en/of ook uitspreekt (en liefst hartelijk gelovig beaamt), dan weet u en erkent u, dat U een almachtige Vader in de hemel hebt, Die Zijn Liefde ons ten volle geopenbaard heeft in Zijn Zoon Jezus Christus.
U weet en erkent dan ook dat onze God en Vader, ons (en u dus ook) om Christus’ wil in Liefde aanziet als Zijn eigen kind(eren) en dat Hij veel beter dan een aardse vader of moeder, u van al het goede wat nodig is zal voorzien en al het kwaad dat u overkomt “ons/u genadig ten beste keren zal”.

Dat “weten”, dat behoort steeds weer ook te leiden tot een (kinderlijk!(1)) gelovig aanvaarden van de Waarheid, die ons in en met deze woorden verkondigd is en wordt.  En dan weten we ook dat we niets van onszelf hebben te verwachten (juist ook waar het de kracht tot geloof betreft), maar dat we alles van onze Drie-enige God mogen en hebben te verwachten. En vanwege het besef van onze afhankelijkheid zullen wij mensen dagelijks luisteren naar en bidden tot onze God en Vader in de Naam van Jezus Christus door de kracht van de Heilige Geest.

Leerde u als kind al het Onze Vader bidden? Elke dag weer mag en kunt u dit volmaakte gebed dat de Here Jezus ons leerde bidden. Dan hebt u echt alles gebeden wat nodig is (voor u zelf én anderen) voor die betreffende dag of het betreffende dagdeel (wanneer u het vaker bidt op een dag). En dat gebed mogen wij dan (liefst en best) ook nog (leren) aanvullen met ons dagelijks zuchten, onze schietgebeden en ook onze uitgesproken eigen gebeden…

(1) Kinderlijk geloven is de zekerheid (aanvaarden) van de dingen die we niet zien, maar die ons betrouwbaar overgeleverd zijn en worden. Zoals kinderen ook heel veel dingen van hun vader en moeder in kinderlijk vertrouwen “moeten” aannemen, zonder dat ze “het zelf hebben gezien of zelf kunnen controleren”. En wat luisteren kinderen graag en aanvaarden ze vol vertrouwen wat hun gezegd wordt, juist en vooral ook in moeilijke omstandigheden…

Opgemerkt: Misschien kunnen/moeten we van geloven ook zeggen: Het is voor ons mensen niet alleen kinderlijk maar ook “hinderlijk eenvoudig”, het (eerst weer) moeten worden als een kind (lees Psalm 131!), dat ligt ons van nature niet, dat kost strijd!

2 Van uw liefde, HEER, wil ik eeuwig zingen,
van uw trouw getuigen, geslacht na geslacht.
3 Ik belijd: Uw liefde houdt eeuwig stand,
Uw trouw hebt U in de hemel gevestigd.
(…)
16 Gelukkig het volk dat van uw roem getuigt
en leeft, HEER, in het licht van uw gelaat.
17 Juichend roepen zij uw naam, dag aan dag,
door Uw gerechtigheid richten zij zich op.

(Uit Psalm 89 – lees deze Messiaanse Psalm in z’n geheel!)