Het levende Woord bron en toetssteen voor onze verbeelding…

De honderdguldenprent van Rembrandt

Beelden zijn nietszeggend, “stom”, tenzij wij er een verhaal bij horen of bij weten of bij kunnen maken in onze gedachten. Natuurlijk is dat verhaal dan gebaseerd op wat we eerder gezien en ervaren hebben of (van een ander) gehoord. Wanneer het een tekening of schilderij betreft, dan kunnen we natuurlijk het beste afgaan op het verhaal van de schilder zelf om te weten te komen wat de afbeelding voorstelt en ons te vertellen heeft. En wanneer een schilder ons dat zelf niet meer vertellen kan, dan is het goed om meer van de geschiedenis van de betreffende schilder te weten om zodoende te kunnen bepalen uit welke bronnen hij geput heeft en vanuit welke gedachten en met welk doel voor ogen hij zijn schilderij(en) maakte…
Wanneer het werk van schilders al het beste geïnterpreteerd kan worden op basis van hun eigen verhaal of levensgeschiedenis, hoe belangrijk moet het dan voor ons zijn om te willen luisteren naar God als Auteur van de Schepping en de wereldgeschiedenis…
Om te voorkomen dat wij zouden moeten leven bij een (eigen gemaakt) beeld van deze wereld en onze wereldgeschiedenis en van God zelf en bij eigen verhalen over deze wereld en over God zelf, sprak en spreekt God tot ons mensen Zijn Woord. Hij wilde en wil dat we dagelijks naar wat Hij ons te vertellen heeft zullen luisteren. Dit doen we door zelf dagelijks eerbiedig te (gaan) luisteren naar Zijn Woord, dus door dagelijks de Bijbel te lezen en overdenken onder gebed tot Hem. Zo komen wij ieder te staan in een persoonlijke betrekking tot Hem en zó wil Hij zich aan ons langs deze Weg de Levende betonen en zó verlost Hij ons (dagelijks!) van het leven bij een (“stom” en eigen gemaakt) beeld van Hem. Door het gebed tot de Vader en werk van de Heilige Geest is het Woord van God levend en krachtig in ons leven en denken en werken. Zo worden wij inwendig gesterkt door de Heilige Geest en kan Christus door het geloof woning maken in onze harten. En zo worden wij bereid, gereed en bekwaam tot het spreken van liefdevolle en juiste woorden en tot verrichten van alle goed werk in deze wereld (Efeziërs 3 : 14-21).

Rembrandt - HonderdGuldenPrent

Honderdguldenprent (klik hier voor grote afbeelding Wikipedia)

De Honderdguldenprent is de beroemdste ets van Rembrandt. Deze prent dankt zijn naam aan het legendarische verhaal, dat Rembrandt eens honderd gulden moest betalen om een exemplaar van zijn eigen ets te kunnen kopen.

Wat is nu het aparte van deze ets? Dat hij alle gebeurtenissen van één Bijbelhoofdstuk in één momentopname samenvat! Het gaat hier om Mattheüs 19. Kijk en vergelijk!

En vele scharen volgden Jezus, en Hij genas hen. (vers 1 -2)
Vanuit een donkere poort (rechts) komt een lange stoet mensen. Ze zijn getekend door ziekte, verdriet en handicaps. Zij zoeken een weg naar het Licht. Hun leven is één schreeuw om hulp. Zij verwachten alles van de Man in het midden. De gevouwen’handen van de twee figuren midden voor op de plaat en de zoekende hand van de blinde die op het stro ligt – spreken ze niet voor zichzelf?

En er kwamen Farizeeën tot Hem… (vers 3-12)
Zij staan uiterst links op de ets. Maar zij wenden zich van Jezus af. Hun gezichten en gebaren spreken duidelijke taal: ze weten het beter. Dit is de enige groep die buiten het licht van Christus staat. Het licht waarin zij staan is een ander licht, een koud licht, het licht van hun zelfverzekerdheid. De één glimlacht ironisch, een ander denkt na.

Toen werden kinderen tot Hem gebracht… (vers 13 en 14)
Midden-links zien wij twee moeders met een baby op de arm. De meest linkse aarzelt nog, maar haar enthousiaste zoontje trekt haar naar Jezus toe: een spontaan gebaar van vertrouwen. Petrus (met de baard) wil de voorste moeder tegenhouden. Maar Jezus weert Petrus af met zijn rechterhand en nodigt daarmee tegelijk de vrouw uit dichterbij te komen: Laat de kinderen tot Mij komen!

Tussen de moeders en de Farizeeën zit de rijke jongeman. Over hem gaaf het in vers 16-26. Je moet echt even turen om hem te ontdekken… Met de hand voor zijn mond zit hij verslagen voor zich uit te staren. Een levend bewijs, dat een rijke in werkelijkheid heel arm kan zijn. Terwijl de kinderen nog niet en de zieken niet meer aan de wereld gebonden zijn, is hij een slaaf van zijn bezit geworden. Over hem zegt Jezus: het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het Koninkrijk van God binnen te gaan (vers 24). Naar deze uitspraak verwijst de kameel die, uiterst rechts, door de poort het toneel op loopt.

En dan is er nóg iemand. Dat is de dikke man met de brede rug, links vooraan. Met beide benen op de grond, een grote baret op het hoofd. Als je naar zijn postuur kijkt, weet je het al: echt iemand die het gemáákt heeft in het leven. Hij is niet voor en niet tegen. Hij heeft alleen maar een geamuseerde glimlach over voor wat er om hem heen gebeurt. De eeuwige toeschouwer.

En dan is er … Jezus. Het enige bijzondere aan Hem is, dat Hij in het middelpunt staat. Als een verticaal accent staat Hij centraal op de compositie. Er straalt iets van Hem uit: genade en vrede. Er gaat een stil appèl van Hem uit. En dan zijn er twee reacties: de mensen bewegen zich naar Christus toe (de zieken en de kinderen) óf zij keren zich van Hem af (de Farizeeën en de rijke jongen). En .. .wie denkt dat hij neutraal kan blijven (de toeschouwer) wordt meegesleept door hen die weggaan.

Jezus heeft in zijn houding niets imponerends, niets dwingends. Het is vooral een uitnodigende houding: Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven (Matt. 11:28). God komt niet met veel lawaai en show in deze wereld, maar als een Knecht die dient. Nederig. En zó, als de Liefdevolle, als de Barmhartige, als de Gekruisigde, roept Hij ons op tot een keuze.

Waar staat u, waar sta jij op het schilderij?

Auteur:  J. Riemersma, Sliedrecht
Bron: W.A. Visser ’t Hooft: Rembrandts weg tot het Evangelie. Amsterdam, 1956.

Overgenomen uitEcclesia nr 2 – januari 2016 – 107e jaargang.

Efeziërs 3 : 14-21
14 Om die reden buig ik mijn knieën voor de Vader, 15 naar wie alle geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt, 16 opdat Hij u geve, naar de rijkdom zijner heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door zijn Geest in de inwendige mens, 17 opdat Christus door het geloof in uw harten woning make. Geworteld en gegrond in de liefde, 18 zult gij dan samen met alle heiligen, in staat zijn te vatten, hoe groot de breedte en lengte en hoogte en diepte is, 19 en te kennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot alle volheid Gods.
20 Hem nu, die blijkens de kracht, welke in ons werkt, bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij bidden of beseffen, 21 Hem zij de heerlijkheid in de gemeente en in Christus Jezus tot in alle geslachten, van eeuwigheid tot eeuwigheid!
Amen.