Bonhoeffer en zijn bijdrage aan het verzet in WO II – Inleiding

Liever Gods rechten dan de mensenrechten vernemen, erkennen en zien. Liever Gods geboden dan de aanspraken van de mensen; daarvoor moet de ziel alles opofferen. Als dit verlangen naar God over ons komt, dan lijdt de ziel, dan ligt ze op de grond, dan verdwijnen alle mooie beelden. Wie als pelgrim naar het land van belofte gaat, vraagt niet naar stof en zweet en wonden die hem bedekken, nee, hij vraagt alleen naar het doel.
Dietrich Bonhoeffer over vreemdelingschap, geciteerd in boekje “Mijn ziel keert zich stil tot God” (zie Bronnen)

Wanneer we lezen wat Bonhoeffer in “Navolging” geschreven heeft over “Vergelding” en over de “de vijand” en over de houding van christenen onder een slechte overheid (bijvoorbeeld de christenen in Rome onder keizer Nero en onder andere christen-vijandige overheden) en over de houding van slaven tegenover hun heren en hun toestand van slavernij, dan wekt het geen verwondering dat van hem gezegd wordt dat hij “met veel gewetensnood en reserves” zijn steun heeft gegeven aan mensen in Duitsland, die tijdens WO II bezig waren met het voorbereiden en uitvoeren van moordaanslagen op Hitler.

Met dit meewerken aan een gewapend verzet en zelfs een moordaanslag kwam Bonhoeffer dus in tegenspraak met wat hij hierover gezegd en beleden heeft in “Navolging” en bijvoorbeeld met wat hij gezegd heeft, tijdens de Oecumenische conferentie in Fanö op 8 augustus 1934, in zijn morgentoespraak gebaseerd op Psalm 85.*
Bonhoeffer raakt later steeds meer teleurgesteld in de christenheid en de Belijdende Kerk in Duitsland. Men wilde zich niet of onvoldoende vanuit Gods Woord laten overtuigen van het gevaar van de anti-christelijk ideeën en praktijken van Hitler en de de Nazi’s. Dit falen van de christenen en de Belijdende Kerk in Duitsland en de verschrikkelijke gevolgen van het Hitler-regime voor de Joden, voor Duitsland en de wereld hebben hem toen tot de overtuiging gebracht, dat er dan toch ook vanuit de kerk aan een politieke oplossing voor dit mensdom bedreigende probleem moest worden gedacht en gewerkt. Dat gebruik van geweld en zelfs moord op een door het volk gekozen leider daarbij niet meer uitgesloten mocht worden. In die voor voor een mens moeilijk te bevatten loop van de geschiedenis heeft hij gemeend (als Petrus bij Christus gevangenneming?!) dat hier toch naar het zwaard mocht en zelfs moest worden gegrepen. Pas later in de gevangenis zien we hem weer terugkeren naar wat hij eerder beleden heeft over hoe een Christen zich heeft op te stellen onder de bedreigingen en verschrikkingen van een goddeloze overheid en van goddeloze mensen.

Lees bijvoorbeeld zijn preek over wraakpsalm 58 (1937!) en zijn tijdens zijn gevangenschap geschreven meditatie Vruchten van de Geest.

Zie “Morgentoespraak tijdens Oecumenische Conferentie” in uitgave “Mijn ziel keert zich stil tot God”.

Meer over Bonhoeffer in WO II:
Typering Bonhoeffer tijdens zijn gevangenschap
Preek over de kerk die niet kan wachten (1933)
Preek over (wraak)Psalm 58 (1937)
Navolging en de vijand
Gods wil in tijden van nood
Hoogmoed van de mens bedreigd door het Evangelie
Vruchten van de Geest – Meditatie geschreven in de gevangenis

Plaats een reactie