Over laatst gegeven les van natuur- en kind-liefhebben Eli Heimans…

Bron: Heimans en Thijsse Nieuwsbrief – Nummer 50 juni 2016

Laatste gedeelte uit verslag van les met proefjes met waterstof

Getekende koppen heimans en ThijsseEn toen? Och, ik wou dat ge toen de uitbarsting van vroolijkheid hadt bijgewoond in de 5e klasse (groep 7, basisschool – AJ) der Hendrik Westerschool. Maar óók, dat ge de kinderlijke blijdschap van Heimans-zelf hadt kunnen gadeslaan over ’t gelukken van zijn proef… Of over de pret van de kinderen?…

Daar zweefde het lichte ballonnetje door ’t schoollokaal, huppelend, springend bij elk tochtje dat door de open ramen naar binnen kwam. En geen kind zat meer op zijn plaats. Dat was een gejoel, een gelach, een geroep dat stof had gegeven voor een treffend instantaneetje.

Maar daar wipte waarachtig het levenslustige ballonnetje de deur uit en de gang in. Heimans en de kinderen er achteraan, lachend, schaterend. Ja, Heimans was kind met de kinderen. En nu begon ’t zijn tocht door de lange schoolgang; soms dalend in de richting van de hoofden der kinderen, dan plaagziek stijgend tot aan den zolder, totdat daar maakte het plotseling een grappige escapade: ’t ontsnapte door een geopend tuimelraam en ging de wijde wereld in, uitgeleid door een hartelijk en heerlijk ’hoera’ uit een kleine veertig kindermonden.

Dat was Heimans’ laatste les, den 16en Juli 1914. Ik heb er vele bijgewoond. Ze waren rijk van inhoud en boeiend naar den vorm. Maar dat was er niet ’t mooiste van. Wat ze onvergetelijk maakte, was, dat er zich steeds een kindervriend in uitsprak; dat er altijd in aan ’t woord was de man, die, zooals ’t mij een voorrecht was aan zijn graf te zeggen, ’t beste en ’t mooiste, ’t rijkste en ’t reinste, dat in hem leefde, in dienst had gesteld van ’t kind. Heimans heeft de kinderen lief gehad. Van hem mag worden getuigd, dat hij de kinderen tot zich liet komen en ze niet verhinderde. En voor hen, die treuren om zijn heengaan, moge er een liefelijke vertroosting zijn in de wetenschap, dat zijn nagedachtenis óók en vooral, door kinderen zal worden gezegend.

J. Abramsz

(Deze tekst is waarschijnlijk eerst gepubliceerd in het Handelsblad van 27 juli 1914 en is ook gedeeltelijk afgedrukt in de biografie, tevens proefschrift van Fop. I. Brouwer (1958) ‘Leven en werken van E. Heimans en de opbloei der natuurstudie in Nederland in het begin van de twintigste eeuw’ (aldaar op p. 248).