Amazing Grace (II)

Het heil voor alle volken…

29 Juich, Sion, Jeruzalem, schreeuw het uit van vreugde!
Je koning is in aantocht, bekleed met gerechtigheid en zege.
Nederig komt hij aanrijden op een ezel, op een hengstveulen, het jong van een ezelin.
10 Ik zal de strijdwagens uit Efraïm verjagen en de paarden uit Jeruzalem;
de bogen worden gebroken. Hij zal vrede stichten tussen de volken.
Zijn heerschappij strekt zich uit van zee tot zee,
van de Rivier tot de einden der aarde.
(Uit Zacharia 9 : 9-10)

‘En zie, een stem uit de hemel zei: Deze is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik een welbehagen heb´ (Mattheus 3:17, weergave DB 1545)

Deze is Mijn geliefde Zoon (2)

Voorafgaand aan ons citaat hieronder zegt Luther dat de woorden die de Vader uit de hemel spreekt: ‘Deze is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik een welbehagen heb´, niet voor Christus, maar voor ons gesproken zijn. Daarbij haalt Luther de tekst uit Johannes 12 vers 30 aan: ‘Niet om Mij is deze stem geschied, maar om u.’ Verder dat alles wat Christus gedaan heeft niet voor Hemzelf, maar voor ons gedaan is. Aan het einde van de preek zegt Luther dat hierbij het geloof nodig is, en dat bij al deze dingen geen wet helpt, geen werk het doet en geen verdienste geldt enzovoort.

Deze is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik een welbehagen heb´
(Mattheus 3:17, weergave DB 1545)

.(…) “Wat doet dit woord? Let op en luister goed! Het leert ons Christus kennen. In deze kennis alleen ligt onze hele zaligheid – zoals Jesaja, Paulus en Petrus prediken. Hoe leert ons dit [woord] Hem kennen? Op deze manier: dat Hij Gods Zoon is en dat God een welbehagen in Hem heeft. Met deze woorden vervult God alle harten in de wereld met lachen en vreugde en doordringt alle schepselen met enkel Goddelijke zoetheid en troost.

Waarom dan? Wel, wanneer ik dit weet en daarvan zeker ben: dat de Mens Christus Gods Zoon is en [voor God] welbehaaglijk is – wat duidelijk blijkt uit de woorden die de Goddelijke Majesteit Zelf uit de hemel spreekt – dan ben ik ook zeker dat alles wat deze Mens spreekt en doet, alle woorden en werken van de lieve Zoon, voor God zeer welbehaaglijk zijn. Kijk, daarop moet ik letten en dat moet ik goed begrijpen.

Wat ik dan nu voortaan Christus hoor spreken of wat ik Hem verder zie doen: dat ik dan ook weet dat Hij dat in alle gevallen voor mij doet. Want Christus zegt dat Hij alles doet en lijdt voor mij – ‘Hij is gekomen om te dienen’ enzovoorts (vgl. Mattheüs 20:28). Als ik dan denk aan deze woorden van de Vader, Die zegt dat Christus Zijn lieve Zoon is, dan moet voor mij duidelijk zijn, dat het spreken, doen en lijden van Christus, dat Hij voor mij doet, voor God ook zeer welbehaaglijk is.

Nu, hoe kon God meer weggeven en Zich lieflijker of zoeter openbaren? Hij zegt immers dat het Hem zeer welgevallig is, dat Zijn Zoon Christus zo vriendelijk met mij spreekt, het zo goed met mij bedoelt, en met zo’n grote liefde voor mij lijdt en sterft – ja alles doet!

Denkt u niet dat als een mensenhart dit welgevallen van de Vader in Christus – ook in het dienen van ons – eens op de goede manier zou voelen, dat dan zo’n hart van pure vreugde in honderdduizend stukken moest breken? Want daar zou het [mogen] kijken in de afgrond van het hart van de Vader, ja in de grondeloze en eeuwige goedheid en liefde van God, die Hij voor ons heeft en van eeuwigheid gehad heeft” (vgl. Johannes 3:16).

Maarten Luther: Predigten des Jahres 1526, (Eyn sermon von der tauff Christi, aus dem dritten capittel Matthei, an dem tag der heyligen drey koning tag), vgl WA 20, 228, 25 – 229, 25

Bron: Wilt u deze Luthercitaten ter kennismaking doorsturen aan uw vrienden?! Er zijn geen kosten aan verbonden. Voor het aanmelden/afmelden van deze wekelijkse citaten kunt u gebruikmaken van dit e-mailadres info@maartenluther.com en van deze website: www.maartenluther.com (contact op de homepage)

***

16 En nadat Jezus gedoopt was, kwam Hij meteen op uit het water; en zie, de hemelen werden voor Hem geopend, en Hij zag de Geest van God als een duif neerdalen en op Zich komen. 17 En zie, een stem uit de hemelen zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb! (Uit Handelingen 2)

32 Jezus is door God tot leven gewekt, daarvan getuigen wij allen. 33 Hij is door God verheven, zit aan zijn rechterhand, en heeft van de Vader de heilige Geest, die ons beloofd is, ontvangen. Die Geest heeft hij op ons doen neerdalen, en dat is wat u ziet en hoort. 34 David is weliswaar niet naar de hemel opgestegen, maar toch zegt hij: “De Heer sprak tot mijn Heer: ‘Neem plaats aan mijn rechterhand, 35 tot ik je vijanden onder je voeten heb gelegd.’” 36 Laat het hele volk van Israël er daarom zeker van zijn dat Jezus, die u gekruisigd hebt, door God tot Heer en Messias is aangesteld. (Uit Handelingen 2)

14 Maar ik zal mij volstrekt niet beroemen op iets anders dan op het kruis van onze Heere Jezus Christus, door Wie de wereld voor mij gekruisigd is, en ik voor de wereld. 15 Want in Christus Jezus heeft niet het besneden zijn enige kracht, en ook niet het onbesneden zijn, maar wel dat we een nieuwe schepping zijn. 16 En allen die overeenkomstig deze regel wandelen: vrede en barmhartigheid zij over hen en over het Israël van God. 17 Verder, laat niemand mij lastigvallen, want ik draag de littekens van de Heere Jezus in mijn lichaam. 18 De genade van onze Heere Jezus Christus zij met uw geest, broeders! Amen. (Uit Galaten 6)

Zie evt. ook: Amazing Grace (I)