Ons gaan naar en putten uit de Bron…

Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, stond Jezus in de tempel, en hij riep: ‘Laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken! “Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft,” zo zegt de Schrift.’ (Uit Johannes 7, NBV)

Wedergeboorte is niet het aanwijzen (=oordelen) van iets in ons eigen leven of dat van een ander, maar het is ons steeds weer daadwerkelijk gaan naar en putten uit de Bron van Vrede en Heil en leven én vooral ook doorgeven (1) van het ons daar geschonken levende water…

Uit Zijn volheid

Maarten Luther: Auslegung des ersten und zweiten Kapitels Johannis, 1537 1538, vgl. WA 46, 652, 31 – 653, 31
En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, genade voor genade’ (Johannes 1 : 16, weergave DB 1545).

Als wij ons willen beroemen, kunnen wij ons alleen hierin beroemen dat wij uit de volheid van de Heere Christus nemen, door Hem verlicht worden, vergeving van zonden verkrijgen en kinderen van God worden. Want daar gaat het over: wie uit de macht van de duivel verlost wil worden, aan zonde en dood ontkomen, die moet uit deze Bron, Christus, scheppen, daaruit moet alle heil en zaligheid voortvloeien (vgl. Johannes 7:37 en Openbaring 22:17).

Deze Bron is onuitputtelijk, vol genade en waarheid voor God. Hij vermindert niet: wij mogen scheppen zoveel als wij willen. Zelfs al zouden wij allemaal eindeloos uit deze Bron scheppen, dan kan Hij toch niet leeggeschept worden, maar blijft een oneindige Springader van alle genade en waarheid. Hij is een grondeloos diepe Put en een eeuwig stromende Bron. Hoe meer men uit Hem schept, hoe rijker Hij stroomt.

Zo is Christus onze Heere – tot Wie wij, in alle dingen, biddende de toevlucht moeten nemen – een oneindige Bornput en Springwel van alle genade, waarheid, gerechtigheid, wijsheid en leven. En dat alles zonder maat, eindeloos en grondeloos. Zelfs al zou de hele wereld zoveel genade en waarheid uit Hem scheppen dat alle mensen louter engelen zouden worden, dan zou Hij nog niet met één enkel druppeltje verminderen. Deze Bronwel loopt altijd over van de volheid der genade Gods.

Wie nu – niemand uitgesloten – Zijn genade wil proeven en smaken, die mag tot Hem komen en drinken: niemand zal deze Bron kunnen leegdrinken. Hij zal het niet opgeven. Iedereen kan overvloedig genoeg daaruit ontvangen en toch blijft Hij een oneindige Springader van levend water. Allen, allen, zowel Joden als heidenen, als zij tot deze genade willen komen, moeten uit deze Fontein drinken.

Hier moeten zij hun lege flesje vullen: waar het altijd stroomt en overloopt. Zo moeten zij hun dorst lessen bij deze Bron van levend water, Die in het eeuwige leven ontspringt. Zijn volheid heeft geen eind of maat, daarom, schenk maar volop in, en drink met blijdschap en verheuging, want hier is overvloed en genoeg tot in het eeuwige leven, waar dan met het loven en danken van God uw dorst voor eeuwig voorbij zal zijn.

Bron: www.maartenluther.com

Blijft uw behoudenis bewerken met vreze en beven, want God is het, die om zijn welbehagen zowel het willen (het gaan naar de bron) als het werken (putten en uitdragen) in u werkt. (Uit Fillipenzen 2 : 12-13, NBG)

En stel uw leden niet ter beschikking aan de zonde als wapens van ongerechtigheid, maar stel uzelf ter beschikking aan God, als mensen die uit de doden levend geworden zijn. En laat uw leden wapens van gerechtigheid zijn voor God. Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade. (Romeinen 6 : 13-14)

(1) Opgemerkt – AJ:
Wedergeboorte is dus niet een hoogst individueel (eenmalig) gebeuren, dat vooral en voornamelijk berust op onze eigen beleving en dat voornamelijk op ons eigen behoud gericht is, maar wedergeboorte is iets dat voluit behoort tot de levende gemeenschap met Christus én ons leven met en in de gemeente van Jezus Christus en met ieder mens die God – door Zijn hand – op onze weg brengt. Wanneer wij niet of niet meer vol vreugde uit en ook in die gemeenschap(pen) leven, maar met een gedeeld of misschien zelfs afkerig en boos hart, dan hebben wij te vluchten naar Christus en zullen wij door (dagelijkse) bekering en het (blijven) gebruiken van de door Gods Woord aangewezen middelen (Bijbellezen, gebed, bijwonen van de samenkomsten van de gemeente en het gebruik van de Sacramenten) wandelen op de weg die Gods Woord ons wijst. Dan aanvaarden en nemen wij (weer) liefdevol, gehoorzaam en gewillig onze verantwoordelijkheid en stellen wij ons leven (onze “leden”, Romeinen 6 : 13) hier op aarde in de dienst van Christus. Dit is hét grote en bijzondere werk van de Heilige Geest in ons leven, dat wij – in geloof, uit liefde en dankbaarheid voor Gods genade in Christus – onze verantwoordelijkheid aanvaarden en nemen. Dat verdient veel meer onze aandacht en dankzegging en lofprijzing, dan de andere wonderen die Hij ook in of door ons verrichten kan!

 Zie ook artikel 24 uit de Nederlandse-Geloofsbelijdenis