Leren van Gods gesprek met Mozes (Exodus 3 en 4)

Geloven en gehoorzamen zonder gevoel…? (2)

Exodus 4 : 10-12
10 Maar Mozes antwoordde: ‘Neemt u mij niet kwalijk, Heer, maar ik ben geen goed spreker. Dat is altijd al zo geweest, en daar is geen verandering in gekomen nu u tegen mij, uw dienaar, gesproken hebt. Ik kan nooit de juiste woorden vinden.’ 11 De HEER zei: ‘Wie heeft de mens een mond gegeven? Wie maakt iemand stom of doof, ziende of blind? Wie anders dan ik, de HEER? 12 Ga nu, ik zal bij je zijn als je moet spreken en je de woorden in de mond leggen.’

Wat heerlijk dat Mozes antwoorden allemaal zo eerlijk opgetekend zijn voor ons. Het zouden zomaar onze antwoorden kunnen zijn. Zo gewoon, zo voor de hand liggend, zo echt menselijk. Wat is het leerzaam wanneer we goed letten op wat Mozes zegt over zichzelf en wat dan het antwoord is dat God geeft en wat Hij nu van Mozes verwacht.
Mozes heeft blijkbaar verwacht dat tijdens het spreken met God er bij hem verandering merkbaar zou zijn, dat er Goddelijke kracht voelbaar zou zijn, waaruit hij zou kunnen afleiden, dat het van nu af anders geworden was en dat het anders zou gaan met hem. Maar blijkbaar voelde hij niets en besefte hij dat het bij hem nog helemaal niet anders was dan vóór Gods spreken met hem. Hij merkte nog niets en daarom achtte hij zich ook niet in staat en leek het hem onmogelijk de hem opgelegde taak te aanvaarden en er aan te beginnen.
God wil echter Mozes helemaal niet tegemoet komen in deze voor ons mensen zo voor de hand liggende verwachting en wens. Mozes moet als ieder ander God geloven op zijn Woord en dáár naar handelen. Zo is het van het begin van de schepping geweest en zo zal het ook altijd weer zijn. Er zal voor niemand een uitzondering gemaakt worden. Ook voor Mozes niet. Mozes moet op Gods Woord zijn roeping aanvaarden en de hem opgelegde taak in Egypte gaan uitvoeren. Alleen door dat te doen, zal hij ondervinden dat God wat Hij belooft heeft (toegezegd heeft) nakomt. Alleen Gods Woord, dus alles wat God hem in het gesprek toegezegd heeft – en dus niet zijn gevoel en zijn daarop gebaseerde overtuiging – behoort bij het uitvoeren van zijn taak, de grond te zijn voor het handelen van Mozes. Gehoorzaamheid – in de praktijk van ons leven gehoor geven aan Gods Woord, vaak (altijd?) dwars tegen onze eigen ervaring en gevoel in – is het gelovige antwoord van ieder van ons op Gods spreken tot ons. Wij mogen niet wachten op gevoel en innerlijke overtuiging en bijzondere ervaringen. Wij hebben een God, die niet liegt, die in zijn spreken volledig betrouwbaar is. Gods Woord moet ons genoeg zijn om ons tot geloofspraktijk te brengen (2).

Petrus was een man van geloof (1) én gehoorzaamheid. Toen Christus tot hem zei: ‘Ga naar diep water en zet uw netten uit om te vissen’, wist Petrus, de beroepsvisser, dat daar geen vis was, heel zijn ervaring en (daarom) zijn gevoel gingen in tegen wat Jezus tegen hem zei, want zij hadden de hele nacht gevist en niets gevangen. Maar toch zei hij: ‘Op Uw Woord zal ik de netten uitzetten’. Hij onderwierp zich aan het woord van Jezus.
Toen Petrus Christus over de zee zag lopen, zei hij: ‘Heer, als Gij het zijt, beveel mij tot U te komen over het water’ (Matth. 14:26-29). En in antwoord op de stem van Christus – op Gods Woord -, dus in geloofsgehoorzaamheid, stapte hij uit het schip en liep over het water…(2)

(1) Hier stond eerst “groot geloof”, maar in de Bijbel wordt dit niet gezegd van het geloof van Petrus.
(2) Deze Bijbel-gedeelten over Mozes en Petrus werpen een ander licht op het “geloven zonder gevoel”,  zoals dat ter sprake is gebracht in het artikel “De Geest van Janse in de Protestantse Kerk”  in het ND van vrijdag 24 oktober 2014, n.a.v. de promotie van Geert van Dijk op een biografie over mijn grootvader Antheunis Janse. “Geloven zonder gevoel” is door hem niet vanuit een bepaalde visie op de Schrift of vanwege een persoonlijke geloofsstrijd aan anderen opgedrongen en opgelegd, maar hij heeft hiervan moeten zeggen: “Zo spreekt de Schrift en niet anders”. Overigens zal hij het zelf niet graag zo geformuleerd hebben – dat we moeten geloven zonder gevoel – want hij zou liever hebben benadrukt dat het Gods opdracht aan de mens is Hem lief te  hebben en (dus) zijn Woord gelovig aan te nemen en te gehoorzamen, zoals Gods opdracht luidt: “met heel uw hart, heel uw ziel, heel uw verstand en heel uw kracht”. Daar is ons gevoelsleven natuurlijk ook helemaal bij en op betrokken.
Dietrich Bonhoeffer (geciteerd uit “Verborgen omgang”):
Die mens is christen, die zijn heil, zijn redding en zijn gerechtigheid niet meer bij zichzelf zoekt, maar alleen bij Jezus Christus. Hij weet, dat het Woord van God in Jezus Christus ‘schuldig’ over hem uitspreekt, ook als hij van die eigen schuld niets kan ontdekken. Maar hij weet ook, dat het Woord van God in Jezus Christus hem vrijspreekt en rechtvaardigt, ook als hij niets van zijn eigen gerechtigheid voelt.
Opgemerkt:
Geen groter vreugde (en die heeft natuurlijk alles te maken met ons gevoel) wordt ons geschonken dan in liefde en vertrouwen, gehoorzaam en onvoorwaardelijk, Gods weg te gaan, de volmaakte weg (Psalm 119). Die weg wordt ons gewezen in Gods Woord en kan alleen gevolgd worden door het eerbiedig luisteren naar en overdenken van dit aan ons geschonken Woord van God (de Bijbel!).

Psalm 119 : 1-3
Gelukkig wie de volmaakte weg gaan
en leven naar de wet van de HEER,-
gelukkig wie zijn richtlijnen volgen,
hem zoeken met heel hun hart.
Zij bedrijven geen onrecht,
maar gaan de wegen die hij wijst.

Lees ook:  Vreemdeling en bijwoner op aarde… en Psalmen en de Wet

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s