Liefde (dankbaarheid)

Vernedert u dan onder de machtige hand van God, opdat Hij u verhoogt te zijner tijd…

Zondag 33 – vraag 91: Maar wat zijn goede werken?

[Behandelde tekst: Lukas 11:14-23, de genezing van een doofstomme] – zie onderaan

(…) Het derde stuk gaat over de goede werken. Wanneer nu de natuur én de persoon goed is, dan volgt het derde, namelijk dat men ook goed moet doen. Wanneer de satan uitgeworpen is, neemt de verstomming een einde en begint de stomme te spreken. Dan wordt hij pas echt iemand die hoort, spreekt, dankt en onderwijst – iets wat hij tevoren niet kon. Dat zijn dan ook de voornaamste werken van een christen, dat hij spreekt en anderen leert, zijn gezin onderwijst, de gelovigen troost en vermaant. Dan spreekt hij pas werkelijk, dan kan hij bidden, dan doet hij ook met zijn handen zoveel goeds als maar kan. Dat zijn de goede werken! Daarom kan een christen geen goede werken doen vóór de twee eerste stukken, namelijk vóór hij zich leert kennen als een kind van de duivel en vóór Christus hem door Zijn genade verlost. Als dat gebeurd is, dan weet hij pas wat hij met zijn goede werken op het oog moet hebben. Zeker niet om daardoor naar de hemel te gaan! – want Christus gééft u dit alles, omdat u uzelf als een ellendig mens en Christus als uw Zaligmaker kent. God kan u niets geven dat meer is dan Christus! Hij wordt aan u gegeven zonder enig werk, maar slechts door de kennis dat wij niets zijn én door de kennis van Zijn barmhartigheid.

Zonder twijfel houden velen het ervoor dat zij alles al ontvangen hebben als ze hun ellende kennen – ja, als het alleen over het verstand ging: ik weet dat ik een kind van de duivel ben. Maar daar hoort nog veel meer bij, want u ziet hoe zij afvallig worden die veel spreken en schrijven over hun zonde. Ons leven lang hebben wij nodig deze stukken te leren, want een christen is die mens die in de eerste plaats zichzelf kent [door het gebod], in de tweede plaats zich aan Christus houdt [door het geloof], en in de derde plaats goede werken doet [door de liefde]. Welke werken dat zijn, leren de Tien Geboden, wat daartoe nodig is te bidden, leert het Onze Vader. Dat zijn de drie stukken die een mens tot christen maken.

Predigten des Jahres 1530, vgl. WA 32, Seite 19-20, weergave: Dr. Georg Buchwald, Martin Luther, Predigten I, S. 663-664, Gütersloh 1926
Lucas 11 : 14-23
14 En Hij dreef een demon uit bij iemand, en deze kon niet spreken. En het gebeurde dat hij die niet kon spreken, toen de demon uitgevaren was, sprak. En de menigte verwonderde zich. 15 Maar sommigen van hen zeiden: Hij drijft de demonen uit door Beëlzebul, de aanvoerder van de demonen.
16 Anderen verlangden van Hem, om Hem te verzoeken, een teken uit de hemel. 17 Maar Hij kende hun gedachten en zei tegen hen: Ieder koninkrijk dat tegen zichzelf verdeeld is, wordt verwoest; en een huis dat tegen zichzelf verdeeld is, valt. 18 Als nu ook de satan tegen zichzelf verdeeld is, hoe kan zijn rijk dan standhouden? Want u zegt dat Ik door Beëlzebul de demonen uitdrijf. 19 Als Ik door Beëlzebul de demonen uitdrijf, door wie drijven uw zonen hen dan uit? Daarom zullen zij uw rechters zijn. 20 Maar als Ik door de vinger van God de demonen uitdrijf, dan is het Koninkrijk van God bij u gekomen. 21 Wanneer een sterke gewapende man zijn woning bewaakt, is alles wat hij heeft veilig. 22 Maar als iemand die sterker is dan hij, op hem af komt en hem overwint, neemt hij hem zijn hele wapenrusting, waarop hij vertrouwde, af en verdeelt zijn buit.
23 Wie met Mij niet is, die is tegen Mij; wie met Mij niet verzamelt, die drijft uiteen.

Zie ook de volgende pagina’s:
– 
De “drie stukken” – Geen tijd- of heilsvolgorde!
Ellende (wet of gebod)
– Verlossing (geloof)