Verlangen naar meer van de Geest…?

Binnen de Nederlandse christenheid wordt het uitspreken van een  “Verlangen naar meer van de Geest” positief gewaardeerd en het is een uitdrukking geworden, die in het kerkelijk/gemeentelijk leven vrijwel algemeen aanvaard en in gebruik is geraakt en waarvan inhoud en strekking misschien nog wel het best verwoord worden in het lied “Heer, Uw licht en Uw liefde schijnen” (Opw. 334). Een opwekkingslied dat men in veel kerken en gemeenten graag laat zingen en dat graag gezongen wordt en dat ons o.m. herhaald laat zingen:

Kom, Jezus kom, vul dit land met Uw heerlijkheid,
kom, Heil’ge Geest, stort op ons Uw vuur.
Zend Uw rivier, laat Uw heil heel de aard’ vervullen.

Maar wanneer we nog eens goed gaan nadenken over wat we uitspreken met dit verlangen en met de woorden van dit lied, dat toch een gebed is, en nagaan en bepalen wat we er mee uitspreken voor Gods aangezicht en ons op deze woorden ernstig gaan bezinnen, dan komt er schrik en schaamte. Althans, zo is het mij vergaan.

Wanneer we dit in ons land, Nederland dus, zingen, dan zijn deze woorden iedere keer weer een “in gebreke stellen” van God en van de Here Jezus en van de Heilige Geest. Want God heeft zich aan ons land en volk reeds lang genadig getoond en heeft met het Evangelie van Jezus Christus reeds eeuwen her ons land met zijn heerlijkheid vervult en met het lezen van en door de verkondiging en uitlegging en toepassing van Gods Woord wordt de brandstof van het vuur van de Geest iedere keer weer op ons uitgestort. De rivier Gods staat vol water (Psalm 65 : 10) en maakt het land vruchtbaar overal waar het Woord van God geopend wordt om uit te lezen en er naar te horen. De rivier is er dus al in ons land en er is genoeg water om ons leven vruchtbaar te maken (Psalm 65 : 10-14) en er is zelfs genoeg om dit water naar alle volken van heel de aarde te dragen (door ons!).

Naar zijn belofte is God met zijn Heilige Geest van het begin af aan aanwezig in de samenkomsten van zijn volk en is Hij het die zijn volk tot zich roept en om zich heen vergaderd om te zitten aan de voeten van de Here Jezus. Om daar luisterend naar wat de Geest ons (mee)geven wil en bruikbaar maken wil te ontvangen. En die overvloed die iedere keer weer over ons uitgestort wordt, is zo groot dat we er waarschijnlijk meer dan de helft nog niet van kunnen of willen mee nemen.

Hoe staat het dan met onze inzet en inbreng om die gaven die God ons geschonken heeft en schenkt in ontvangst  te nemen. Hoe ontvangen wij Gods Woord en hoe doen wij ons best om de schatten die de Heilige Geest aan de kerken (de Kerk) in ons land geschonken heeft en waarmee hij aankomt in ontvangst te nemen, zodat het ook werkelijk vrucht kan dragen in ons leven? Wie wil er bijvoorbeeld nog in een tweede dienst op zondag de schatten komen ophalen, die de Heilige Geest de Kerk geschonken heeft in de Heidelbergse Catechismus? Wie wil er door gebruik van dit geschenk nog opgeleid en toegerust worden als discipel van de Here Jezus. We spreken ons verlangen wel uit in de ochtendsamenkomst (bijvoorbeeld met genoemd lied 334), maar het lijkt wel of we dat al mooi genoeg vinden. Handen klappend sluiten we niet dankend maar biddend de ochtenddienst af en we menen door het tonen van onze goede wil en door het blij met elkaar zingen van dit gezang al heel wat te betekenen voor de Nederlandse samenleving en de wereld. Tevreden gaan we naar huis. Laten God en Jezus nu maar komen om te doen wat we gevraagd hebben…?

Het is eigenlijk niet redelijk om aan te nemen dat er een ander land in de wereld is, dat zo met Gods schatten gezegend en gevuld is en wordt als ons land: Gewetens vrijheid, vrijheid om de Bijbel aan te schaffen en te lezen, de vrijheid om de samenkomsten van een gemeente te bezoeken, de vrijheid om het Evangelie te verkondigen en aan te horen, een grote diversiteit aan kerken en gemeenten over het hele land verspreid en vrijwel overal goed bereikbaar, talloze goede boeken over de Bijbel en over de geschiedenis van Gods Kerk voor vrijwel iedere beurs en dat niet alleen in de christelijke boekhandels. Verder hebben we christelijke omroepen, christelijke dagbladen, christelijke gezondheidszorg en onderwijs. Het kan niet op.  En toch dat lied maar blijven zingen…?

En de andere regels en verzen dan van dit opwekkingslied 334?  Zie de leestip…

 Leestip: Leven in het verbond… (Psalm 50 + overdenking)

Luistertip (TWR): 
(Bron: CD “Het werk van God is niet te keren…” van Trans World Radio)

Plaats een reactie