Verlangen…

Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die  aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen. (Johannes 1 : 18)

WIJ VERLANGEN vooral van God dat Hij Zich nu eindelijk eens aan ons zal openbaren in Zijn Goddelijke Heerlijkheid en komt als Rechter om aan alle kwaad en onrecht een einde te maken en ook een eind aan alle ellende van de gebrokenheid van het bestaan hier op aarde, aan alle lijden, ziekte en dood. Om ons dan het eeuwige genieten van Hem en van Zijn vernieuwde Schepping te schenken, maar…

GODS VERLANGEN was en is – vóór alles wat nog komen gaat met het verschijnen van Hem in Zijn Heerlijkheid – om ons mensen eerst “het ware Mens-zijn” te openbaren in en met de komst van Zijn Geliefde Zoon op aarde. Om ons door Hem te laten bepalen bij wat God van ons verlangt, namelijk dat wij de Liefde en de Genade en de Ontferming (vergevingsgezindheid jegens ons) van onze Vader in de hemel zullen leren kennen door onze Heer en Heiland Jezus Christus en Hem zullen navolgen in ons “ware-mens-zijn”, in het daarmee dienstknecht zijn van God en van onze medemensen. God-met-ons voorleven en uitleven hier op aarde in en door de Kracht van Zijn Woord en Geest. Door die Kracht leefde Jezus hier op aarde als nederig mens, aanvaardde Hij het lijden, zelfs tot aan de dood aan het kruis, Hij verdroeg en droeg onze zondige aard en onze zonden, Hij vergaf ze ons allemaal en verzoende al onze Schuld!

Opgemerkt: Niet het geringste aandeel van onze (persoonlijke) zondeschuld is onze NALATIGHEID. Nalatigheid in het de ander(en) liefhebben en liefde bewijzen in het “onze tijd” geven aan elkaar en aan elkaars moeiten en problemen en ons veelvuldig gebrek aan (tijdige) vergevingsgezindheid jegens elkaar…

6 Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, 7 maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen, 8 heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis. 9 Daarom heeft God Hem hoog verheven en hem de Naam geschonken die elke naam te boven gaat, 10 opdat in de Naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, 11 en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader. (uit Filippenzen 2)

Bron afbeelding: Bijbelonderzoek.blogspot.com

De komst van de Mensenzoon - Bijbelstudies