Voorbereiding op het Avondmaal…

Een voorbeeld…

66 Van toen af trokken velen van Zijn discipelen zich terug en gingen niet meer met Hem mee. 67 Jezus dan zei tegen de twaalf: Wilt u ook niet weggaan?
68 Simon Petrus dan antwoordde Hem: Heere, naar wie zullen wij heen gaan? U hebt woorden van eeuwig leven. 69 En wij hebben geloofd en erkend dat U de Christus bent, de Zoon van de levende God.
70 Jezus antwoordde hun: Heb Ik u, de twaalf, niet uitgekozen? En een van u is een duivel. 71 En Hij doelde op Judas Iskariot, de zoon van Simon, want die zou Hem verraden, een van de twaalf. (Uit Johannes 6)

 (…) Christus Jezus is het, die de woorden van eeuwig leven spreekt en heeft. Die zelf het Woord des levens is. Want te midden van de afval en het verraad van velen, zelfs uit de kring van twaalf, staat alleen Christus Jezus vast en onbewogen, onwrikbaar. Hij blijft van zijn zending zeker en zal de kruisweg gaan. Hij gaat Zichzelf betonen de barmhartige Hogepriester in de dingen die bij God te doen zijn om de zonden van het volk te verzoenen. Hij is de Enige, die de weg tot het einde toe blijft bewandelen, wát het Hem ook kost, al is het zijn eigen leven. Hij heeft het geklank van de Vader gehoord, Hij heeft de bevelen van de Vader beluisterd. Hij gaat de weg, al moet Hij die alleen gaan. Met de overgave van zijn lichaam en bloed, van zijn leven, zal Hij al de zijnen verlossen. Ze het eeuwige leven schenken. Hij is de Enige, die te midden van de stormen en de afval stand houdt en daarom de garantie kon geven dat de machten van dood en graf, de machten die er in de wereld zijn, zijn gemeente niet zouden kunnen overweldigen. Slechts op Hem mogen ze daarom vertrouwen. Alleen aan Hem mogen ze zich daarom overgeven. Mensen beschamen. Zelfs de apostelwaardigheid is nog geen garantie, dat de kerk in stand zal blijven. Christus hield er slechts twaalf over. En één daarvan was nog een verrader. Alleen Christus Josua is de garantie, dat de kerk in stand blijft. Hij is de zekerheid voor al zijn kinderen. Laten ze dan alleen op Hem bouwen. Dan zullen ze niet verschrikt worden, ook al staan ze radicaal alleen.

Dominee’s geven geen garantie. Ouderlingen en diakenen en allerlei andere “heilige mensen” ook niet. Dat doet alleen onze Heiland. Houdt dat vast in elke crisis. Houdt dat ook vandaag vast. Verwondert u er niet over, wanneer jullie de een of andere dag zou horen van die dominee of die ouderling hier in Schiedam, dat hij de gemeente van de Heer de rug had toe gekeerd. Let wel: ik beschuldig niemand en maak niemand verdacht. Ik bedoel het ook van mezelf. Verbaast u er niet over, wanneer het op een goede dag zo zou zijn, dat ik de gemeente des Heeren de rug had toegekeerd. Ik wil u hierdoor waarschuwen, dat jullie niet bouwen gaat op mensen, maar alleen op Christus Jezus. Hij is de Enige, die waarachtig betrouwbaar is en staat als een ROTS te midden der woedende golven.

Wie op Hem vertrouwt, wie er zijn eer in stelt tot de gemeente van den Heiland te mogen behoren, laat die maar niet bevreesd zijn al vallen alle andere mensen weg. Wie op de Here vertrouwt komt nooit beschaamd uit.

Zo heb ik voor u, gemeente van Christus Jezus, in deze week van voorbereiding op het Avondmaal maar één vraag, die ik u wil voorleggen : Een ieder onderzoeke zijn hart of hij ook voornemens is bij de gemeente van de HERE te blijven en te dienen de opbouw van de broeders en zusters.  En een ieder, die alzo gezind is, die mag aan de tafel van onze HERE gaan aanzitten, daarmede bewijzende, dat hij met de andere leden – samen één lichaam is, omdat hij vasthoudt aan Christus Jezus en de woorden van het eeuwige leven zoekt in het midden van dat volk dat het geklank van hun Koning heeft gehoord en gehoorzaamd, aan wie die woorden van het eeuwige leven zijn toevertrouwd.

Wie het voornemen heeft zich vroeger of later van de gemeente af te scheiden, wie wil heengaan en de broeders en zusters niet wil vasthouden, die kome aan deze tafel niet. Ik leg u dit voor omdat ik de toorn van de Here over zijn gemeente het allermeest vrees. Niet om mensen maar “om des HEEREN wil”. Daarom, wil ik het goede voor u zoeken. De rechterstoelen staan daar binnen (Psalm 122). Mensenvrees is een slecht ding. Maar vrees voor de toorn van de Here over zijn gemeente, dát is het wat mij gedreven heeft u deze vraag voor te leggen.

Daarom bid ik u, antwoordt op de vraag of ge niet liever wilt heengaan toch met een hartgrondig “neen”!! Zeg met de dichter : om het huis van de HEERE onze God, wil zal ik het goede voor u zoeken. U zoekt mijn hart, mijn oog blijft op U gericht (Psalm 122 en 27).

Maar aangezien wij van onszelf zodanig zwak zijn, dat wij niet één ogenblik zouden kunnen bestaan :

Laat mij van ’t spoor in Uw geboon (geboden) vervat (aangewezen),
niet dwalen. Heer, laat mij niet hulploos varen (mijn gang gaan).
(Uit Psalm 119 – berijmd OB)

Amen.

Bron: Gedeelte uit een preek uit 1950 van ds. Z.G. van Oene (1925-2004): Ter voorbereiding op het Heilig Avondmaal, tekst Johannes 6 : 66-71.