Weersproken door een ezel…

“Toen de ezelin de Engel van de Eeuwige op de weg zag staan, met getrokken zwaard in de hand, boog zij van de weg af en ging de akker op; en Bil’am sloeg de ezelin om haar naar de weg terug te drijven.” (Numeri 22:23)

(…) Evenals de cherubs in B’reshit (Genesis 3:23) ten oosten van het Hof van Eden met een flikkerend zwaard stonden om de weg tot de Boom des Levens te bewaken, zo stond de Engel van de Eeuwige met getrokken zwaard op de weg naar Moab om Bil’am te beletten het volk Israël te vervloeken. Was de engel onzichtbaar? Ik (1) denk van niet, want de ezelin zag hem en probeerde hem uit de weg te gaan.

(…) In de verzen 3 en 4 van hoofdstuk 24, dat we de volgende keer zullen behandelen, roemde Bil’am zichzelf in de NBG-vertaling als “de man met het geopend oog… die de woorden G’ds hoort, die het gezicht des Almachtigen schouwt, nederliggende met ontsloten ogen.” Ziet u de ironie? In de Groot Nieuws Bijbel komt dit nog duidelijker tot uitdrukking. Daarin zegt Bil’am heel trots van zichzelf: “Ik mag zien wat verhuld is en horen wat G’d meedeelt. Met starende ogen, in vervoering aanschouw ik wat de Almachtige laat zien!” Aanschouwde hij hier wat de Eeuwige liet zien? Nee, hij niet, maar zijn ezelin wel!

(…) Als zijn ogen echt geopend waren en daadwerkelijk zag wat de Ontzagwekkende toont, dan had niet alleen zijn ezelin, maar ook hijzelf de engel moeten zien. En als hij echt wist wat de Allerhoogste weet, zoals hij beweerde, dan had hij moeten weten dat hij niet verder mocht rijden en rechtsomkeert moeten maken. Hoe kon het toch zijn, dat de ezelin waarop hij reed, meer zag dan hij? Ik denk, dat de Eeuwige hem hiermee een lesje wilde leren omdat hij vol was van zichzelf! Hij was een toonbeeld van geestelijk hoogmoed terwijl zelfs zijn ezelin nog veel meer geestelijk inzicht had dan deze zogenaamde ziener.

(…) Hij was letterlijk de weg kwijt! Toch in plaats van tot inzicht te komen werd hij boos op de ezelin, zoals velen die door opzettelijke zonde welbewust hun eigen ondergang tegemoet gaan, boos worden op degenen, die hen daarvoor waarschuwen. We zien dit helaas maar al te vaak rondom ons heen gebeuren. Moge de Eeuwige onze ogen openen om niet door spirituele trots en hebzucht de verkeerde weg van Bileam op te gaan en laat niemand door allerlei visioenen en openbaringen gewichtig doen en denken dat hij heel wat is met het doel, daar een dikke boterham mee te verdienen. De Eeuwige geeft een gave en een bediening nooit om zich daarmee zelf te verrijken, maar om juist anderen daarmee te dienen!

(1) De schrijver van deze Bijbelstudie: Werner Stauder

Bron: Gedeelten uit Bijbelstudie 157: Bileam de zoon van Beor – Bil’am ben B’or deel 2: Bileam en de pratende ezelin – Messiaanse Studies (zaterdag 3 december 2016)

Download de complete Bijbelstudie