Lectio Divina*? – Richtlijnen voor Bijbellezen en gebed

11 Want dit gebod, dat ik u heden opleg, is niet te moeilijk voor u en het is niet ver weg. 12 Het is niet in de hemel, zodat gij zoudt moeten zeggen: Wie zal opstijgen ten hemel, het voor ons halen, en het ons doen horen opdat wij het volbrengen? 13 En het is niet aan de overkant der zee, zodat gij zoudt moeten zeggen: Wie zal oversteken naar de overkant der zee, het voor ons halen, en het ons doen horen opdat wij het volbrengen? (Uit Deuteronomium 30)
6 Maar de gerechtigheid uit het geloof spreekt aldus: Zeg niet in uw hart: Wie zal ten hemel opklimmen? namelijk om Christus te doen afdalen; 7 of: Wie zal in de afgrond nederdalen? namelijk om Christus uit de doden te doen opkomen. 8 Maar wat zegt zij? Nabij u is het woord, in uw mond en in uw hart, namelijk het woord van het geloof, dat wij prediken. (Uit Romeinen 10)

25 Te dien tijde hief Jezus aan en zei: Ik dank U, Vader, Heer des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt, maar aan kindertjes geopenbaard. (Uit Matteüs 11)

Richtlijnen voor dagelijkse Bijbellezing en gebed?!

  • Begin met een dankzegging en lofprijzing (sprekend/zingend) waarin onze drie-enige God de dank wordt gebracht voor Zijn aan ons (!) geschonken Woord (=Christus (1)) en voor de inwoning en hulp van de Heilige Geest.
  • Lees eerbiedig een gedeelte uit Gods Woord (dagelijks opeenvolgend en niet “hap-snap”) en gebruik daarbij ook hulpmiddelen (ondersteunende boekjes/boeken).
  • Bid eenvoudig, en heel eerbiedig het Onze Vader. Dit is het volmaakte gebed, waarmee we heel ons leven van de betreffende dag in Gods hand leggen en erkennen dat wij zelf niet goed weten wat we bidden zullen (Romeinen 8, Jakobus 1 (2)) en waarmee we gehoor geven aan Jezus opdracht “zoekt eerst het Koninkrijk van God en zijn Gerechtigheid”. De broodvraag in dit gebed, is de vraag om Jezus zelf (Matteüs 6!, Lukas 11!, Johannes 6!)  en sinds zijn Hemelvaart is het de vraag om de Heilige Geest en de kracht (3) die van Hem uit moet gaan bij het lezen, begrijpen en toepassen van Gods Woord in ons leven van de betreffende dag.
(1) Maarten Luther zei het zo: “Christus komt tot ons in het gewaad van het Woord”
(2) Vul dit bidden overdag aan: Paulus raad ons in Efeze 6 : 18: “bij elke gelegenheid te bidden in de Geest“.
(3) 1 Korintiërs 4 : 20: Want het koninkrijk van God bestaat niet uit woorden, maar uit kracht.
(*) Lectio Divina: Letterlijk betekent die uitdrukking: goddelijke lezing, maar liever spreek ik van: spirituele lezing. De lectio divina speelt een belangrijke rol in de monastieke traditie. In die traditie vormt het een van de belangrijkste middelen voor het zoeken naar God. (4) Want daar gaat het in de lectio divina om: om het zoeken naar God, om het zich richten op een ontmoeting van Aangezicht tot aangezicht, om een Godverlangend komen tot de Schrift als de Stem van de levende God. (geciteerd uit “Spiritueel  Schriftlezen” van Jos Douma)
(4) Laat het duidelijk zijn  dat “Bijbellezen en bidden” beter niet als “het (goddelijk of spiritueel) zoeken en/of reiken naar God en het daardoor in beweging (moeten of kunnen) brengen van God”  te beschrijven is, maar als een “gevonden worden” door God: “Wie God zoekt door gewoon dagelijks/regelmatig gelovig en vertrouwend tijd te nemen voor Bijbellezen en gebed, die zál Hem vinden”; – die vindt God! We moeten hier echt de nadruk leggen op de belofte en niet op onze inspanning.

Uit Psalm 27

8 Mijn hart zegt u na:
‘Zoek mijn nabijheid!’
Uw nabijheid, HEER, wil ik zoeken,
9 verberg uw gelaat niet voor mij,
wijs uw dienaar niet af in uw toorn.

U bent mij altijd tot hulp geweest,
verstoot mij niet, verlaat mij niet,
God, mijn behoud.
10 Al verlaten mij vader en moeder,
de HEER neemt mij liefdevol aan.