Manna!

4 De HEER zei tegen Mozes: ‘Ik zal voor jullie brood uit de hemel laten regenen. De mensen moeten er dan elke dag op uit gaan om net zo veel te verzamelen als ze voor die dag nodig hebben. Daarmee stel ik hen op de proef: ik wil zien of ze zich aan mijn voorschriften houden. 5 Op de zesde dag moeten ze tweemaal zo veel verzamelen en klaarmaken als op de andere dagen.’
(…)
14 Toen de dauw opgetrokken was, bleek de woestijn bedekt met een fijn, schilferachtig laagje, alsof er rijp op de aarde lag. 15 ‘Wat is dat?’ vroegen de Israëlieten elkaar toen ze het zagen; ze begrepen niet wat het was. Mozes zei tegen hen: ‘Dat is het brood dat de HEER u te eten geeft. 16 De HEER heeft bepaald dat ieder ervan kan verzamelen wat hij nodig heeft. Iedereen mag er één omer van nemen voor elke persoon die bij hem in de tent woont.’ (1) 17 De Israëlieten deden dat. De een verzamelde veel, de ander weinig. 18 Toen ze het namaten, hadden zij die veel verzameld hadden niet meer dan een omer, en zij die weinig verzameld hadden niet minder, terwijl toch iedereen zo veel had genomen als hij nodig had.
(…) 21 Elke morgen verzamelde ieder zo veel als hij nodig had; zodra de zon begon te branden, smolt het weg. (Uit Exodus 16)

Dit verzamelen van het (broodnodige) manna door het volk in de woestijn, na het optrekken van de dauw en voordat de zon begon te branden, kunnen we toch wel als voorbeeld nemen voor de noodzaak van het persoonlijk dagelijks Bijbellezen, bidden en lofprijzen van Gods volk hier op aarde.  En ook dit kan het beste gebeuren vroeg in de ochtend (of een ander rustig tijdstip) voordat onze dagelijkse beslommeringen (“branden van de zon”) ons al weer zo in beslag nemen dat we aan rustig Bijbellezen en bidden niet meer toekomen.

Mooi om te lezen dat ieder zelfstandig zijn eigen benodigde hoeveelheid manna diende te verzamelen en dat ieder – ongeacht of er veel of weinig verzameld was – daar genoeg aan bleek te hebben. Ook opvallend dat Mozes en de leiders geen inzameling organiseerden waarna ieder van het volk bij de leiders zijn toegemeten portie kon komen ophalen. Laat ons dat zeker voor vandaag ook wat te zeggen hebben…

En op de zevende dag, de sabbat, daar hoefde men niet aan het werk om het manna binnen te halen, maar mocht men voluit genieten van de zorg die God voor hén had (en heeft!) in de woestijn om daarbij des te meer stil te kunnen staan en tot zich door te laten dringen dat ze leefden van wat Hij hen elke dag weer schonk en ook ook steeds weer geven wil(de)… (2)

28 Ze vroegen: ‘Wat moeten we doen? Hoe doen we wat God wil?’ 29 ‘Dit moet u voor God doen: geloven in hem die hij gezonden heeft,’ antwoordde Jezus.
30 Toen vroegen ze: ‘Welk wonderteken kunt u dan verrichten? Als we iets zien zullen we in u geloven. Wat kunt u doen? 31 Onze voorouders hebben immers manna in de woestijn gegeten, zoals geschreven staat: “Brood uit de hemel heeft hij hun te eten gegeven.”’ 32 Maar Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: niet Mozes heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar mijn Vader; Hij geeft u het ware brood uit de hemel. 33 Het brood van God is het brood dat neerdaalt uit de hemel en dat leven geeft aan de wereld.’ 34 ‘Geef ons altijd dat brood, Heer!’ zeiden ze toen. 35 ‘Ik ben het brood dat leven geeft,’ zei Jezus. ‘Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.
36 Maar ik heb u al gezegd dat u niet gelooft, ook al hebt u Mij gezien.  (Uit Johannes 6)

Geef ons heden ons dagelijks Brood (3) (Matteüs 6 : 11, Lukas 11 : 3)

Opgemerkt:
(1) Binnen een gezin (bijvoorbeeld) hebben de ouders blijkbaar de verantwoordelijkheid er voor te zorgen dat ieder zijn deel van het manna krijgt. Je zou kunnen zeggen dat dat geldt tot kinderen een bijbaantje mogen/kunnen hebben, vanaf die leeftijd kunnen we ze stimuleren om ook zelfstandig hun Bijbel te lezen
(2) Heeft dit voorschrift ons niet ook wat te zeggen over het huidige “zondagse activisme” (m.n. tijdens de ochtenddiensten) in onze kerken/gemeenten. Moeten we niet meer en vooral de nadruk leggen op Gods dienst aan ons op de zondag (verkondiging van het Woord in beide diensten!) en onze dienst aan God op de zondag (tijdens de diensten) maar wat meer op de achtergrond zetten – en daar (vooral meer) ruimte voor maken in de overige dagen van de week?!
(3) We kunnen deze bede toch niet serieus dagelijks bidden wanneer het persoonlijk eerbiedig Bijbellezen en het overdenken van Bijbelwoorden er vrijwel als regel “bij inschiet”.