De Goede Herder

11 Ik ben de Goede Herder. Een goede herder geeft zijn leven voor de schapen. 12 Een huurling, iemand die geen herder is, en die niet de eigenaar van de schapen is, laat de schapen in de steek en slaat op de vlucht zodra hij een wolf ziet aankomen. De wolf valt de kudde aan en jaagt de schapen uiteen; 13 de man is een huurling en de schapen kunnen hem niets schelen. 14 Ik ben de Goede Herder. Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij, 15 zoals de Vader mij kent en ik de Vader ken. Ik geef mijn leven voor de schapen. 16 Maar ik heb ook nog andere schapen, die niet uit deze schaapskooi komen. Ook die moet ik hoeden, ook zij zullen naar mijn stem luisteren: dan zal er één kudde zijn, met één herder. 17 De Vader heeft Mij lief omdat ik mijn leven geef, om het ook weer terug te nemen. 18 Niemand neemt mijn leven, ik geef het zelf. Ik ben vrij om het te geven en om het weer terug te nemen – dat is de opdracht die ik van mijn Vader heb gekregen.’  (Johannes 10 :11-18, NBV)

Zoals niemand het lijden van Christus kan dragen, zo kan ook niemand de woorden spreken die Christus hier spreekt. Want Hij zegt: ‘Ik ben de goede Herder en geef Mijn leven voor de schapen’ (vgl. Johannes 10 : 11). Met deze woorden neemt Hij alles op Zich en leert ons wat we moeten geloven. Namelijk dat al het lijden van alle heiligen in vergelijking met Zijn lijden geen enkele waarde heeft. Het is alsof Hij zegt: ‘U hebt Mozes en de profeten gehad, die hebben goed gepreekt en geleerd. Maar voor de opdracht om voor de schapen te sterven en de schapen in eigendom te hebben, slaan ze op de vlucht en kunnen de schapen niet van de wolf redden.

Als Mozes lang heeft gepreekt en geleerd, dan moet ook hij sterven en wegvluchten. Als de profeten en andere mensen hun uiterste best hebben gedaan, zijn ook zij het niet, die slechts één enkel schaapje van de wolf, de duivel en de dood kunnen redden. Wie in gevaar is, en niet door de wolf verscheurd wil worden, die moet oppassen dat hij niet op de wet of goede werken vertrouwt. Want de huurling vlucht – dat is: de wet moet wijken en houdt het niet uit. Ja, wat nog erger is, hij keert zich tegen u en klaagt u aan. De goede werken houden het niet en verdwijnen.’

Wat dan?Ik ben het en zal de Enige zijn, Die u van de wolf, dood en duivel verlost.’ Daarom moet u alle vertrouwen op een deugdzaam leven laten varen en leren om door een waar geloof één van Christus’ schapen te zijn. Hij zegt: ‘Ik ben de goede Herder en geef Mijn leven voor de schapen.’ Want deze Herder vlucht niet voor de wolf, maar laat liever eerst Zichzelf in stukken scheuren, dan dat Hij één schaapje aan de wolf overgeeft.

Luther: Predigten des Jahres 1534, Sonntag Misericordias Domini, im Hause, 19. April 1534, vgl. WA 37, 386, 1 – 387, 3, (weergave Dr. Kurt Aland).
Bron: http://www.maartenluther.com

Plaats een reactie