Troost

Psalm 34 : 20-21

Al blijft de rechtvaardige niets bespaard,
de HEER zal hem steeds weer bevrijden.
Hij waakt zelfs over zijn beenderen,
niet één ervan wordt verbrijzeld.

We weten uit Gods Woord dat dé Rechtvaardige, Jezus Christus, niets bespaard is gebleven in zijn leven hier op aarde. Hij heeft voor ons geleden en voor ons willen lijden. Geleden voor ons tot de dood aan het kruis en de verlating door God. Toch waakte de Heer ook toen over Hem en werden zoals in deze Psalm voorzegd, dus naar Gods belofte-woord, geen van zijn beenderen verbrijzeld na zijn kruisdood (Johannes 19 : 31-37).

Meditatie Psalm 34, 8-9 juni 1944

Nu zien we in het leven van Gods kinderen, dat ook hen niets bespaard wordt, behalve één ding, dat is dat zij in hun lijden en sterven verlaten zouden zijn van God. Altijd mogen zij weten – ook al lijken de omstandigheden het tegendeel te bewijzen – dat God hen nabij is en hun roepen hoort en verhoort.

De HEER is recht in al Zijn weg en werk;
Zijn goedheid kent in ’t gans heelal geen perk.
Hij is nabij de ziel, die tot Hem zucht;
Hij troost het hart, dat schreiend tot Hem vlucht;
Dat ongeveinsd (eerlijk, oprecht), in ’t midden der ellenden,
Zich naar Gods troon met zijn gebeên (gebed) blijft wenden;
Hij geeft den wens van allen, die Hem vrezen;
Hun bede(gebed) heeft Hij nimmer (nooit) afgewezen.

Psalm 145 : 6 (berijmd, oude berijming)

Tekst hieronder Jesaja 50 : 10

Wie van jullie heeft ontzag voor de HEER?
Wie luistert naar de stem van zijn dienaar?
Hij die door de duisternis gaat
en geen licht meer ziet,
en die dan vertrouwt op de naam van de HEER
en vertrouwen stelt in zijn God.

Tekst hieronder uit Jesaja 51

12 Ik, ik ben het die jullie troost.
Hoe kun je dan bang zijn voor een sterveling,
voor een mensenkind dat vergaat als gras?
13 Hoe kun je de HEER vergeten,
die je gemaakt heeft,
die de hemel heeft uitgespannen
en de aarde gegrondvest?
Hoe kun je je zo laten beheersen door angst
voor de toorn van je belagers,
voor hun pogingen je te vernietigen?
Waar blijven die belagers met hun toorn?
14 Weldra wordt de geketende bevrijd;
hij zal niet sterven, niet afdalen in het graf,
het zal hem aan niets ontbreken.
15 Ik, de HEER, jullie God,
die de zee opzweep, zodat de golven bruisen,
wiens naam is HEER van de hemelse machten,
16 ik leg je mijn woorden in de mond
en bescherm je met de schaduw van mijn hand,
ik die de hemel geplant heb
en de aarde gegrondvest,
die tegen Sion zeg: ‘Mijn volk ben jij.’

Tekst uit Romeinen 8 : 31 – 39

31 Wat zullen wij dan van deze dingen zeggen? Als God vóór ons is, wie zal tegen ons zijn? 32 Hoe zal Hij, die zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft, ons met Hem ook niet alle dingen schenken? 33 Wie zal uitverkorenen Gods beschuldigen? God is het, die rechtvaardigt; 34 wie zal veroordelen? Christus Jezus is de gestorvene, wat meer is, de opgewekte, die ter rechterhand Gods is, die ook voor ons pleit.  35 Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking of benauwdheid, of vervolging of honger, of naaktheid, of gevaar, of het zwaard?
36 Gelijk geschreven staat: Om Uwentwil worden wij de ganse dag gedood, wij zijn gerekend als slachtschapen. 37 Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad. 38 Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch machten, noch heden noch toekomst, noch krachten, 39 noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here.

 Zie ook: Dood waar is uw prikkel… (Maarten Luther)

Plaats een reactie