Onze kerkdiensten/samenkomsten vol abacadabra voor buitenstaanders?

2 Ik wil maar één ding van u weten: hebt u de Geest ontvangen door de wet na te leven of door te luisteren en te geloven? 3 Bent u werkelijk zo dwaas weer op uw eigen kracht te vertrouwen, en niet langer op de Geest?  (Uit Galaten 2)

14 Een mens die de Geest niet bezit, aanvaardt niet wat van de Geest van God komt, want voor hem is het dwaasheid. Hij kan het ook niet begrijpen, omdat het geestelijk moet worden beoordeeld. 15 Maar een mens die de Geest wel bezit (1), kan alles beoordelen, en zelf wordt hij door niemand beoordeeld. 16 Er staat immers geschreven: ‘Wie kent de gedachten van de Heer, zodat hij hem zou kunnen onderwijzen?’ Welnu, onze gedachten zijn die van Christus. (Uit 1 Korintiërs 2)

23 Wanneer namelijk de hele gemeente samenkomt en iedereen zich in klanktaal uit, zullen ongelovige buitenstaanders die de samenkomst bezoeken dan niet zeggen dat u krankzinnig bent? 24 Maar profeteert iedereen, dan zal een ongelovige buitenstaander door iedereen worden beoordeeld en terechtgewezen. 25 Alles wat hem heimelijk beweegt zal aan het licht komen en dan zal hij zich ter aarde werpen (1), God aanbidden en belijden: ‘Werkelijk, God is in uw midden.’ (Uit 1 Korintiërs 14)

13 Wij danken God dan ook onophoudelijk dat u zijn woord, dat u van ons ontvangen hebt, niet hebt aangenomen als een boodschap van mensen, maar als wat het werkelijk is: als het woord van God dat ook werkzaam is in u, die gelooft. (Uit 1 Tessalonicenzen 2)

(1) Wij weten dat in onze kerkdiensten/samenkomsten God met Zijn Heilige Geest aanwezig is – naar Zijn belofte(n)! – en we bidden daar ook altijd weer om opening van onze harten voor het Woord door het werk (daarmee) van de Heilige Geest. Daarom zal een buitenstaander ook delen in de aanwezigheid en het werk van Gods Geest en wanneer hij zich daarvoor eerbiedig openstelt, dan ook mee krijgen wat de Heilige Geest nodig vindt hem of haar te mee te geven uit de betreffende dienst (en om te aanvaarden en geloven dat God daar echt werkzaam is, en ook werkzaam wil zijn en is in eigen hart, hoeft dat (daarom) heus niet veel te zijn: 20 Want het koninkrijk van God bestaat niet uit woorden, maar uit kracht. (Uit 1 Korientiërs 4)