De geest van de tijd en onze samenkomsten (I)

Enkele fragmenten uit ‘In verzet tegen de tijd’ van dr. W. Aalders
(Bron: Ecclesia, 18-04-2015)

Wie enigermate oog heeft voor het tijdsgebeuren zal het niét vreemd zijn als ik de gedachte uitspreek dat in onze eeuw het christelijk geloof opnieuw gedood en begraven wordt. Het is de materialistische welvaartsreligie die de Kerk uitholt en ondermijnt. (…) Ligt de oorzaak daarvan in het feit dat, zoals in alle dingen, óók in het geloofsleven Amerika de toon aangeeft. Een mode-woord is het woord ‘aanpassing’. We verlangen een God, die soepel en aangepast is, praktisch en toepasselijk. We willen een God die toegankelijker is voor onze wensen, bij wie alles kan en mag, die plooibaar is, met wie we familiaar kunnen spreken, over wie men op de wijze van de eigentijdse tophits kan zingen. We zoeken een God, die ons voor alles ‘peace of mind’ schenkt: zekerheid, succes, geluk op het tennisveld, de operatie-kamer, de effectenbeurs, de autoweg.
En de kerken en godsdienstige bewegingen die zich bij deze behoeften aanpassen gaan ook hoe langer hoe meer de taal van de straat spreken, de middelen en technieken van krant, reclame en radio gebruiken, de zakelijke ruimten van fabriekshallen en expositiegebouwen verkiezen. Als zó de uiterlijke vorm is, kan het dan anders, of ook de inhoud wordt erdoor aangetast?
Wanneer het nu waar is, dat in onze moderne samenleving het Christendom op sterven na dood is en dat uit de traditionele woorden en vormen de Geest bijna geweken is, dan zullen wij juist nu meer dan ooit het feit van Jezus’ opstanding uit de doden als een sacrament moeten vieren. De opstanding waarborgt en bezegelt ons dat Jezus leeft; dat Hij verrijst uit het graf, uit èlk graf! De gedaante van deze wereld gaat voorbij, maar Jezus is gisteren en heden en tot in eeuwigheid dezelfde.Daarom moeten wij geen vrome en eerbiedige tranen plengen op het graf van de Zoon des mensen. Wij mogen geen cultus maken van een vroom en rijk verleden. wij zijn niet geroepen om het reveil van de 19e eeuw te restaureren. Wij doen dwaas met de christenen terug te roepen tot de Synode van Dordrecht, tot in de Middeleeuwen of tot de tongentaal en het Pinkstervuur van de eerste christengemeente.
Wat wij met een blij en dankbaar hart kunnen, mogen en moeten doen, is ons toe te bereiden om Jezus Christus nieuw te ontmoeten als Hij als de Verrezene rondwandelt op de heuvels van de wereld van morgen. Want Jezus weet de weg uit het graf wel te vinden. Hij is de overwinnaar van de grafsteen. Hij zal de kluisters verbreken en opstaan en de wachters bij het graf verjagen en triomferen over de welvaartsreligie. En opnieuw zullen wij dan jubelend moeten erkennen: “Gij hebt de goede wijn tot nu toe bewaard!” (…) We kunnen ons daar geen voorstelling van maken. Het is immers ook de opstanding uit de dood. Het geloof kent ten opzichte van die toekomst alleen maar de tinteling en vreugde van een heel groot verwachten.

Plaats een reactie