Vraag 1
Wat is uw enige troost, zowel in het leven als bij het sterven?
Dat ik met lichaam en ziel, beide in leven en sterven niet van mijzelf, maar van mijn trouwe Zaligmaker JEZUS CHRISTUS eigendom ben , die met Zijn kostbaar bloed voor al mijn zonden volkomen betaald en mij uit alle heerschappij van de duivel verlost heeft en zo bewaart , dat zonder de wil mijns hemelse Vader geen haar van mijn hoofd vallen kan , ja ook, dat alle dingen tot mijn zaligheid dienen moeten , waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van het eeuwige leven verzekert , en alleen voor Hem voortaan te leven van harte gewillig en bereid maakt*.
Vraag 2
Hoe veel stukken*** moet u kennen, opdat u in deze troost zalig (gelukkig, vreugdevol) leven en sterven kan?
Drie stukken. Ten eerste: hoe groot mijn zonden en ellende zijn. Ten tweede: hoe ik van al mijn zonden verlost word. En ten derde: hoe ik God voor zo’n verlossing zal dankbaar zijn.
*** Zie: Inleiding: Ellende – verlossing – dankbaarheid