Gods toorn over alle hoogmoed van ongelovigen…

Over alle hoogmoed van ongelovigen

Open je ogen en zie hoe wie kwaad doen worden gestraft (1)
(Uit Psalm 91)

Want toorn van God openbaart zich van de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen, die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden…

19 Want wat een mens over God kan weten is hun bekend
omdat God het aan hen kenbaar heeft gemaakt.
20 Zijn onzichtbare eigenschappen
zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken,
zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar.
Er is niets waardoor zij te verontschuldigen zijn,
21 want hoewel ze God kennen, hebben ze hem niet de eer en de dank gebracht
die hem toekomen. Hun overpeinzingen zijn volkomen zinloos
en hun onverstandig hart is verduisterd.
22 Terwijl ze beweren wijs te zijn, zijn ze dwaas
23 en hebben ze de majesteit van de onvergankelijke God
ingewisseld voor beelden van vergankelijke mensen,
vogels, lopende en kruipende dieren.
24 Daarom heeft God hen in hun lage begeerten
uitgeleverd aan zedeloosheid,
waarmee ze hun lichaam onteren.
25 Ze hebben de waarheid over God ingewisseld voor de leugen;
ze vereren en aanbidden het geschapene in plaats van de schepper,
die moet worden geprezen tot in eeuwigheid. Amen.
26 Daarom heeft God hen uitgeleverd aan onterende verlangens.
De vrouwen hebben de natuurlijke omgang verruild voor de tegennatuurlijke,
27 en ook de mannen hebben de natuurlijke omgang met vrouwen losgelaten
en zijn in hartstocht voor elkaar ontbrand.
Mannen plegen ontucht met mannen;
zo worden ze ervoor gestraft dat ze van God zijn afgedwaald.
28 Omdat ze het beneden hun waardigheid achtten God te erkennen,
heeft God hen overgeleverd aan hun eigen onbetrouwbaarheid
en doen ze wat verwerpelijk is.
29 Ze zijn door en door onrechtvaardig en boosaardig, hebzuchtig en slecht.
Ze zijn door en door afgunstig, moordzuchtig en twistziek, doortrapt en kwaadaardig.
Ze roddelen 30 en spreken kwaad, haten God, zijn hoogmoedig, trots en verwaand.
Ze zijn vindingrijk in het kwaad, tonen geen ontzag voor hun ouders,
31 zijn kortzichtig en trouweloos, zonder liefde en onbarmhartig.
32 En hoewel ze het vonnis van God kennen
en weten dat mensen die dergelijke dingen doen
de dood verdienen, doen ze dit alles toch.
Sterker nog, ze juichen het zelfs toe dat anderen het ook doen.

Uit Romeinen 1

8 Gelukkig wie zuiver van hart zijn,
want zij zullen God zien.

(1) Dat zijn de ogen van het geloof, die door het luisteren naar het Woord van God (hiervoor) geopend worden (zie Psalm 40 : 7-9). En dan (dus ook) acht geven op Gods toorn, eerst en vooral in eigen leven (o.a. Kolossenzen 3 : 6). Heel belangrijk dat we het verschil tussen succes en zegen leren inzien. Succes eert de mens of iets in of van het schepsel (bijv. onze eigen aanpak, iets van de wetenschap), zegen eert God. Vroeg of laat blijkt succes dan ook helemaal geen zegen te zijn en zal zich zelfs tegen ons en tegen bijvoorbeeld de gemeente keren (Zie o.a. Genesis 14 : 21-24 en – o.m. Psalm 16, 37 en 73 en Openb. 2 : 8-11 en 3 : 1-6 )

10 Die de volken leidt, de mensen leert
en vermaant – zou hij niet straffen?
11 De HEER kent de mensen,
niet meer dan lucht zijn hun gedachten.

12 Gelukkig de mens, HEER, die door u wordt geleid
en onderwezen in uw wet en uw leer.
13 Hij zal rust vinden in kwade dagen,
terwijl voor de wettelozen een kuil wordt gegraven.

Uit Psalm 94

Zie voor meer over dit onderwerp pagina’s onder: Gods toorn