Jezus waarschuwingen tegen toneelspel…

1 Ziet toe, dat gij uw gerechtigheid niet doet voor de mensen, om door hen opgemerkt te worden; want dan hebt gij geen loon bij uw Vader, die in de hemelen is.
5 En wanneer gij bidt, zult gij niet zijn als de huichelaars (1), want zij staan gaarne in de synagogen en op de hoeken der pleinen te bidden, om zich aan de mensen te vertonen. Voorwaar, Ik zeg u, zij hebben hun loon reeds.
16 En wanneer gij vast, toont dan niet, zoals de huichelaars (1), een somber gelaat; want zij maken hun aangezicht ontoonbaar, om zich aan de mensen te vertonen, wanneer zij vasten. Voorwaar, Ik zeg u, zij hebben hun loon reeds.
Huichelaar (1), doe eerst de balk uit uw oog weg, dan zult gij scherp kunnen zien om de splinter uit het oog van uw broeder weg te doen. 
15 Wacht u voor de valse profeten, die in schapevacht tot u komen, maar van binnen zijn zij roofgierige wolven. 16 Aan hun vruchten zult gij hen kennen: men leest toch geen druiven van dorens of vijgen van distels? 17 Zo brengt iedere goede boom goede vruchten voort, maar de slechte boom brengt slechte vruchten voort. 18 Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen, of een slechte boom goede vruchten dragen. 19 Iedere boom, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. 20 Zo zult gij hen dan aan hun vruchten kennen.
21 Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is. 22 Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Here, Here, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd en in uw naam boze geesten uitgedreven en in uw naam vele krachten gedaan? 23 En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid.
(1) Toneelspeler(s)!  – (Bovenstaande gedeelten genomen uit Matteüs 6 en 7)

Altijd weer bestaat voor de kerk het gevaar dat het geloof een buitenkant is voor de mensen zonder dat er een binnenkant aan beantwoordt. Dan wordt het gelovig leven een rollenspel. Jezus gebruikt in dit verband tot drie maal toe de typering ‘toneelspelers’ (vers 2; 5 en 16): de vertaling ‘huichelaars’ wekt teveel de indruk dat het zou gaan om onwaarachtig en vals optreden. Het gebruikte woord duidt echter op toneelspel. Dat kan heel oprecht zijn. Iemand kan zijn rol zuiver spelen. Alleen: de rol is de speler niet! De toneelspeler is persoonlijk vaak een heel ander type dan de persoon die hij uitbeeldt. Zo zijn er velen die ‘de gelovige bidder’ opvoeren zonder dat zij in hun binnenkamer ook zelf voor God geknield liggen. Jezus waarschuwt ons dringend, niet bij de rollenspelers van het geloof te horen.

De toneelspeler treedt op voor de mensen, voor zijn publiek. Zo kan men een gelovig ‘optreden’ verzorgen voor eigen omgeving, kerk of wereld. Zoals de toneelspelers in die tijd aandacht vroegen voor hun optreden door de trompet te laten klinken, zo waren er mensen die als het ware eerst op de gong sloegen voordat ze een ander hielpen, bijvoorbeeld door aalmoezen (vers 2). In de synagogen en op de straten vond men opschriften waarop met naam en toenaam werd gemeld wie een schenking had gedaan voor een stad of voor een synagoge. Zulke gevers hebben hun beloning al: zij oogsten het applaus bij de opvoering van de acte van vrijgevigheid.

Ook het gebed kan een eenakter worden voor de mensen: „Weest niet als de toneelspelers wanneer u bidt: zij staan graag in de synagogen en op de hoeken van drukke straten te bidden om zich aan de mensen te vertonen” (vers 5). Zij hebben hun applaus al: iedereen bewondert hun gebedsijver.

Zelfs de verootmoediging voor God in het vasten kan tot een farce worden, waarbij men het sombere gezicht overal laat zien. Men maakt zich ontoonbaar om zich aan de mensen te tonen (vers 16). Geen hoekje van de godsdienst is vrij voor het gevaar van een rollenspel dat op mensen is gericht.

De ware godsdienst richt zich echter op God zelf. Het gaat erom dat wij door Hem worden gezien. En Hij ziet ons wanneer de mensen er niet bij zijn. Op onze eigen kamer, in onze vrije tijd, bij avond en bij nacht. Hoe zijn we wanneer de deur achter ons dichtgaat: dat is de spannendste vraag voor ieder mens. God keurt de mens achter de schermen. Dan blijkt: was hij een toneelspeler of een waar gelovige?

Jezus leert ons in de Bergrede hoe persoonlijk de Godsdienst moet zijn. Hij onderwijst het volk Israël bij de berg dat de beslissingen niet vallen op het tempelplein maar in de stilte van ieders persoonlijk leven. Niet omdat godsdienst privé-terrein is, maar omdat godsdienst werkelijk dienst is van de levende God die in het hart kijkt en in het verborgene ziet. Het geloofspaspoort voor het hemelrijk moet op onze eigen naam staan!’

Bron/Bestellen: De Bergrede – reisgids voor christenen (Dr. Jacob van Bruggen)

Lees meer:
– Het leven een (toneel)spel? (1)
– Het leven een (toneel)spel? (2)