Had Jezus een voorkeur voor bepaalde (groepen) mensen?

Jezus liefde ging en gaat uit naar alle mensen, maar Hij richt zich met Zijn woorden en daden steeds doelgericht tot (of juist af van) heel bepaalde (groepen van) mensen, maar steeds met het doel om hen te ontdekken aan zichzelf én aan Hem (aan wie Hij is en wie Hij voor hen wil zijn en mag zijn namens Zijn hemelse Vader) .

Zijn uitspraak “Zij, die gezond zijn, hebben geen geneesheer (arts) nodig, maar zij, die ziek zijn.” (Zie Lukas 5) geeft dat bijvoorbeeld al heel duidelijk aan.

Mensen die aanvaarden  en erkennen dat ze ziek zijn, daar kan en moet je als arts anders mee om gaan, dan met mensen die dat niet willen aanvaarden en erkennen, terwijl ze dat toch zijn. Met dat gegeven moeten we steeds rekening houden bij Jezus spreken en optreden bij de verschillende (groepen) mensen waar Hij mee te maken kreeg tijdens zijn rondgang door Israël.

Jezus optreden was er op gericht om alle mensen (van het toenmalige volk Israël) tot Hem te laten komen om Hem als hun Redder te kunnen en willen aanvaarden (Zie o.a Matt. 23 mn. vers 37). We moeten Jezus optreden en spreken dan ook beslist in geen enkel geval zien en interpreteren als provocaties, gericht tegen bepaalde groepen van mensen, bijvoorbeeld dat Hij graag verkeerde elementen in de leefstijl van de elite en in de regels van de leiders meer negatieve aandacht wilde geven en meer wilde hekelen dan bijvoorbeeld de leefstijl en zonden van de gewone mensen en het zondige leven van de hoeren en het mogelijk (1,2) zondige leven van de tollenaars.

Wanneer Jezus mensen ontmoet die verkeerde verwachtingen van Hem hebben en/of die zich hoogmoedig opstellen en die duidelijk laten blijken dat ze helemaal geen behoefte hebben aan een levensreddende arts, omdat ze hun ziek-zijn niet aanvaarden en erkennen, die benadert Jezus vaak met heel scherpe en soms afwijzende woorden en daden en wel om deze mensen hun “ziek-zijn” te helpen ontdekken. Dan worden hun ziekte-symptomen door Hem helder en duidelijk aan het licht en onder de aandacht van Zijn gehoor gebracht.
Jezus gaat op een heel andere manier om met mensen die hun ziek zijn wel aanvaarden en erkennen. We zien dat Hij deze mensen heel uitnodigend, vergeving en genezing brengend, tegemoet komt.

Dat Jezus in zijn directe gevolg (zijn twaalf discipelen) slechts eenvoudige mensen koos (die de Vader Hem “aanwees”), dat had zeker te maken met Zijn vernedering hier op aarde, maar ook met de instelling van wij/ons mensen. Een belangrijke Schriftgeleerde in Zijn gevolg bijvoorbeeld, dat zou de mensen alleen maar in de weg hebben gestaan bij het werkelijk zien wie Jezus is. Jezus zegt zelf ook: “Ik heb het getuigenis van een mens niet nodig” (zie Johannes 5, deels ook hieronder).

Lees vooral ook de onderstaande Bijbelteksten die mede op/over dit punt verduidelijking geven.

33 U hebt boden naar Johannes gestuurd en hij heeft een betrouwbaar getuigenis afgelegd. 34 Niet dat ik het getuigenis van een mens nodig heb, maar ik zeg dit om u te redden. 35 Johannes was een lamp die helder brandde, en u hebt zich een tijd in zijn licht verheugd. 36 Maar ik heb een belangrijker getuigenis dan Johannes: het werk dat de Vader mij gegeven heeft om te volbrengen. Wat ik doe getuigt ervan dat de Vader mij heeft gezonden. 37 De Vader die mij gezonden heeft, heeft dus zelf een getuigenis over mij afgelegd. Maar u hebt zijn stem nooit gehoord en zijn gestalte nooit gezien, 38 en u hebt zijn woord niet blijvend in u opgenomen, want aan degene die hij gezonden heeft, schenkt u geen geloof. (Uit Johannes 5, lees heel dit hoofdstuk!)

26 Wat zijn jullie dan wel gaan zien? Een profeet? Jazeker, zeg ik jullie, en zelfs meer dan een profeet. 27 Hij is degene over wie geschreven staat: “Let op, ik zend mijn bode voor je uit, hij zal een weg voor je banen.” 28 Ik zeg jullie: van allen die geboren zijn uit een vrouw is niemand groter dan Johannes, maar in het koninkrijk van God is de kleinste nog groter dan hij.’
29 Alle mensen die dit hoorden, ook de tollenaars, brachten hulde aan God en zijn gerechtigheid: zij hadden zich immers door Johannes laten dopen. (2) 30 Maar de farizeeën en wetgeleerden verwierpen het plan van God: zij hadden zich immers niet door hem laten dopen. (Uit Lukas 7)

27 En daarna vertrok Hij en zag een tollenaar, Levi genaamd, bij zijn tolhuis zitten en Hij zei tegen hem: Volg Mij. 28 En hij liet alles achter, stond op en volgde Hem.
29 En Levi richtte een grote maaltijd voor Hem aan in zijn huis, en er was een grote menigte tollenaars en anderen, die met hen aan tafel waren. 30 En de Farizeeën en hun Schriftgeleerden morden tegen zijn discipelen en zeiden: Waarom eet en drinkt gij met de tollenaars en zondaars? 31 En Jezus antwoordde en zei tegen hen: Zij, die gezond zijn, hebben geen geneesheer nodig, maar zij, die ziek zijn. 32 Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars, tot bekering.
(Uit Lukas 5)

(1) Hun leven en bestaanswijze valt niet per definitie zondig te noemen, er waren in die tijd beslist ook eerlijke en oprecht gelovige tollenaars in Israël.
(2) De tollenaars e.a. hadden zich door het getuigenis en de doop van Johannes al laten ontdekken aan hun “ziek-zijn”, de farizeeën en Schriftgeleerden blijkbaar niet.
(3) Niet alleen de Schriftgeleerden en farizeeën maar  ook het “gewone volk” kregen zeer ernstige verwijten en waarschuwingen te horen (zie bijv. Mattheüs 11:20-24)