De hongerige ziel…

‘Ik ben het Brood des levens, wie tot Mij komt, die zal niet hongeren en wie in Mij gelooft zal nooit meer dorsten’ (Johannes 6:35, weergave DB 1545).

(…) Uit de woorden in dit hoofdstuk blijkt, dat de Heere hier over geestelijk eten en drinken spreekt. Want hij spreekt hier over een dorst en een honger die de ziel betreft. De ziel zou graag eeuwig leven, niet verdoemd worden, maar een genadige God hebben; bestaan kunnen voor de straf en het oordeel van God; niet aangeklaagd worden door de zonde en de wet, en niet naar de hel gaan. Dit is het verlangen van de ziel. Dit wil zeggen: een geestelijke dorst en honger hebben.

Om deze honger te stillen en deze dorst te lessen, hebben wij geestelijk eten en drinken nodig. Dit wordt gegeven als de Heilige Geest komt en zegt: ‘Als je niet wilt sterven of niet wilt verdoemd worden, kom dan tot Christus, geloof in Hem, houd je aan Hem, eet dit geestelijke Voedsel’ – dat is: ‘geloof in Christus.’ Laat dit je eerste en grootste zorg zijn.

In de tweede plaats, zouden wij deze tekst goed moeten overdenken als een grote troost en als versterking van het geloof. De Heere zegt immers: ‘Hij die tot Mij komt, zal niet hongeren of dorsten’, dat is: hij zal niet sterven. Deze woorden zouden we met gouden letters in onze harten moeten schrijven. Ja, met levende letters – dat zou beter zijn – zodat iedereen mocht weten waar hij zijn ziel moet laten; waarheen hij gaan zal wanneer hij deze wereld verlaat. Dan zou hij deze heerlijke waarheid weten: mijn ziel zal bij Christus zijn; deze Man zal mij niet bedriegen.

De woorden van de tekst [Johannes 6:35] zijn zeer heerlijke en kostbare en belangrijke woorden, die we niet alleen moeten kennen, maar ook tot ons nut moeten gebruiken, en zeggen: met deze woorden zal ik naar bed gaan in de avond en opstaan in de morgen. Op deze woorden zal ik vertrouwen, slapen, waken, werken en over de brug gaan [naar de andere wereld].

Maarten Luther:  Wochenpredigten über Joh. 6 – 8, gepredigt zu Wittenberg, 1530 – 1532, vgl. WA 33, 61, 8 – 62, 11
Bronwww.maartenluther.com