Open brief aan prof. dr. G. van den Brink…

Open brief n.av. het RD-artikel “In discussie over evolutietheorie gaat de waarheid boven alles” door Prof. dr. G. van den Brink – rd.nl 16/08/2017 (Lees het artikel in deze PDF)

Wanneer we serieus met elkaar willen spreken over de wetenschappelijke waarde van de ‘evolutionistische geologie’ (en paleontologie) – de ‘evolutionistische biologie’ laat ondergetekende hier buiten beschouwing – en daarbij zelfs menen dat we ons een oordeel kunnen vormen en vellen over ‘de waarheid’ van wat deze wetenschap ons over de geschiedenis van de aarde te vertellen heeft, dan kunnen en mogen we beslist niet (meer/langer) het boek ‘Aarde in beroering’ van prof. dr. Immanuel Velikovsky (1895-1979) ongelezen en onbesproken laten!

In dit boek wordt zo helder en met zoveel feiten een stuk geschiedenis van de ‘evolutionistische geologie’ beschreven en tevens duidelijk gemaakt op grond van welke overwegingen en beschikbare feiten (lees: het ontbreken van die feiten en juist tegen de wél beschikbare feiten in!) de wetenschap de overstap wilde maken van een ‘wereldomspannende catastrofes geologie’ – NB. catastrofes die plaatsvonden binnen de geschiedenis van de mens hier op aarde! – naar een ‘evolutionistische geologie’ (waar de mens pas zeer laat op het ‘wereldtoneel’ verschijnt).

De geschiedenis van deze ‘overstap’ ligt vast (o.a. in correspondenties) en de gevonden en beschreven feiten waarover de geologische wetenschap beschikte en beschikt zijn sindsdien niet veranderd! Alleen de interpretatie(s) van de feitelijke vondsten zijn – geheel tegen het gezonde verstand in! – gewijzigd en aangepast aan het toen door de wetenschap gewenste en aanvaardde model van een zich voorgestelde (geologische) wereld(werkelijkheid) die zich in de loop van vele miljoenen jaren gevormd zou hebben.

Nu  prof. dr. G. van den Brink meent over zoveel gezond verstand en verworven kennis te beschikken dat hij stellen kan/durft dat de ‘evolutie wetenschap’ over ‘goede papieren’ beschikt en dat er – bij de resultaten van het onderzoek die gedaan worden in het kader van dit model – gesproken dient te worden van (meer) ‘juistheid’ en ‘waarheid’ dan van wetenschappelijk onderzoek dat zou uitgaan van andere model(len), zal hij het boek ‘Aarde in beroering’ toch niet langer ongelezen dienen te laten!

Wanneer hij dit boek zou lezen en bestuderen, dan zal hij toch beslist niet meer kunnen en mogen stellen, dat hij niet in staat is (lees: wetenschappelijk bekwaam) om ook een oordeel (‘goede papieren’, ‘waarheid’) te kunnen vellen/hebben over wat door prof. dr. Immanuel Velikovsky aan verifieerbare (wetenschaps-)geschiedenis en geologisch feitenmateriaal bijeen is gebracht en in zijn boek aan de orde gesteld.

Velikovsky wilde beslist ook spreken over ‘waarheid’ en daarnaar (blijven) zoeken en zich inspannen om die te dienen/vinden doormiddel van het wetenschappelijk onderzoek. In zijn boek en in zijn toespraak tot het Graduate College Forum van de Princeton Universiteit (14 oktober 1953) spreekt hij hierover en ook over het feit dat in de wetenschappelijke wereld dit streven de (aankomende) wetenschapper(s) maar niet op voorhand moeten rekenen op veel waardering en dankbaarheid voor dit streven en uit eigen ervaring spreekt hij over (veel) ‘vijandelijkheid’ die hij vanwege dit streven ondervonden heeft.

Hieronder enkele gedeelten uit het boek en de genoemde lezing geciteerd:

Boek: Aarde in beroering van Immanuel Velikovsky  (vertaald door Johan W. Schotman, 4 e druk, 1977 – Uitgeverij Ankh-Hermes bv Deventer)

(…) De verantwoordelijkheid voor mijn werk deel ik met niemand; aan ieder die mij de behulpzame hand reikte, terwijl de sfeer in academische kringen over het algemeen geladen was met vijandigheid, betuig ik hierbij mijn dankbaarheid.

(…) Ik geef hier enkele bladzijden uit het boek der natuur. Ik heb alle verwijzingen naar antieke literatuur, overleveringen en volksverhalen er buiten gehouden; en ik deed dit opzettelijk, zodat achteloze critici het gehele boek niet kunnen uitmaken voor ‘verhalen en legenden’. Stenen en beenderen zijn de enige getuigen. Al zijn ze stom, ze zullen duidelijk en ondubbelzinnig getuigen.
Toch zullen lieden met hardhorende oren en slechtziende ogen dit bewijsmateriaal ontkennen; en hoe troebeler hun visie, hoe luider en hardnekkiger ze zullen protesteren. Dit boek is niet geschreven voor hen die zweren bij de 
verba magistri – de heiligheid van hun schoolkennis (de meester heeft het zo gezegd); en laten zij er maar over debatteren zonder het gelezen te hebben.

(…) Daar de theorie der uniformiteit nog steeds in alle onderwijsinstellingen wordt onderwezen en het ketterij is haar in twijfel te trekken, is het goed hier enkele van Lyells oorspronkelijke beweringen, neergeschreven in zijn Principles of Geology weer te geven; zij dienden tot manifest of credo voor al zijn volgelingen, of zij nu uniformisten dan wel evolutionisten werden genoemd.

(…) De theorie van de uniformiteit of van geleidelijke veranderingen in het verleden, gemeten naar de mate waarin tegenwoordig veranderingen worden waargenomen, vindt, naar Lyell moest toegeven, in de onvolledige geschiedenis van de aardkorst geen positieve bewijzen; daarom vereiste de theorie, berustend op een argumentum ex silentio – argument bij verstek – nog meer analogieën.

(…) Toen, alsof een paar vergelijkingen met menselijke situaties zo krachtig waren, dat ze het tekort aan bewijzen ontleend aan de natuur, konden vervangen, veranderde de toon en werd deze onverzoenlijk.

(…) Om deze redenen worden alle theorieën verworpen, die het aannemen van plotselinge en hevige catastrofen en beroeringen van de gehele aarde en haar bewoners meebrengen – theorieën die zich van de vermelding van bestaande analogieën niets aantrekken en die er duidelijk op uit zijn, de Gordiaanse knoop door te snijden in plaats van die geduldig te ontknopen. In weerwil van de krasse taal die hier wordt gebruikt, is het wetenschappelijk beginsel, dat volhoudt, dat wat in onze tijd niet gebeurt ook niet in het verleden is gebeurd, een zichzelf opgelegde beperking. Het is veeleer een geloofsartikel dan een wetenschappelijk beginsel.

En Lyell besloot zijn vermaard hoofdstuk dienovereenkomstig met een beroep op geloof en een vermaan tot de gelovigen: ‘Als hij (de student) tenslotte gelooft in de gelijkenis of identiteit van het oude en het huidige stelsel van aardse veranderingen, zal hij ieder feit, dat hij ten aanzien van de oorzaken bij dagelijkse actie heeft verzameld, beschouwen als een sleutel tot de verklaring van het een of ander mysterie in het verleden.’

Hieronder gedeelten uit de toespraak van Velikovsky tot het Graduate College Forum van de Princeton Universiteit (14 oktober 1953)

(…) Nu ik u vandaag in zo grote getale voor mij zie, zie ik enkelen van u over tien of twintig of dertig jaar als geslaagde onderzoekers, en wel diegenen onder u, die een onderzoekende en uitdagende geest hebben, de wil om door te zetten en een drang om kennis te verzamelen. Wees niet bang de feiten onder ogen te zien en verlies nooit de gave, de vragen: Hoe? en Waarom? te stellen. Wees in dit opzicht als een kind.

En wees niet bang u belachelijk te maken; denk aan de geschiedenis van alle grote ontdekkingen. Ik haal hier Alfred North Whitehead aan:‘Als u in de loop van uw leven uw aandacht gericht hebt op de nieuwe ideeën, zult u hebben opgemerkt dat bijna alle nieuwe opvattingen, als ze voor het eerst worden uitgesproken, nogal dwaas aandoen’. Daarom: durf!

(…) In de wetenschap zijn onwaarheden taai en kunnen eeuwenlang in leven blijven, en het is mogelijk, dat ge uw rechtvaardiging niet meer zult beleven, maar, dúrf!

Blijf niet vasthouden aan uw idee, als die in strijd is met de feiten, maar houd vol, als jullie zien, dat de feiten zich in jouw voordeel zich opstapelen. Het is best mogelijk, dat zelfs de sterkste tegenstand, die van cijfers, voor de feiten bezwijkt. De grootste wiskundige die ooit op deze stranden wandelde, Simon Newcomb, bewees in 1903 dat een vliegmachine met een piloot er in een mathematische onmogelijkheid is. In datzelfde jaar 1903 bewezen de gebroeders Wright, zonder wiskunde, maar door een feit, dat hij ongelijk had.

(…) Fantasie gepaard met scepticisme en een vermogen, nieuwsgierig te zijn – als jullie dát hebt, zal de milde natuur u enkele van de geheimen uit haar onuitputtelijke voorraad afstaan. De vreugde die u zult beleven bij het ontdekken van de waarheid zal het loon zijn van jullie arbeid.

Verwacht geen andere vergoeding, want die zou wel eens kunnen uitblijven.  En toch: dúrf!

Opgemerkt na.v. reeds gegeven commentaar op deze “Open brief”:

Zo’n eminent geleerde als Velikovsky – die ook met Einstein over zijn wetenschappelijke bevindingen en inzichten sprak en correspondeerde – is veel onrecht gedaan door vijandigheid, afwijzen en negeren door het “wetenschappelijk establishment”. Ook in Amerika wilden wetenschappelijke uitgevers niet mee werken aan het uitgeven van zijn boeken en het is veelzeggend dat in Nederland zo’n uitgever als Ank Hermes bv de kans kreeg (kon pakken!) om zijn boek(en) te publiceren. Hierdoor wordt zijn wetenschappelijk werk – geheel ten onrechte! – in een ‘verdachte hoek’ geplaatst.

Velikovsky wist heel goed hoe er in de wetenschappelijke wereld over zijn (eerdere) werk geoordeeld werd en juist daarom schreef hij het boek “Aarde in beroering” om hierin de lezers alleen te voorzien van gegevens waarvan hij kon en durfde zeggen als wetenschapper, die heel goed wist waarover hij sprak en waarom hij het zo kon zeggen, namelijk: “Stenen en beenderen zijn de enige getuigen. Al zijn ze stom, ze zullen duidelijk en ondubbelzinnig getuigen.” Daarnaast heeft hij geput uit bronnen (o.a. wat Darwin gezien/gevonden en beschreven heeft in Zuid Amerika) die ook duidelijk maken dat wat Velikovsky te zeggen heeft niet inmiddels in onze huidige tijd (door de wetenschap) achterhaald is en daarom wel genegeerd kan worden.

De hierboven geplaatste citaten (uit Velikovsky’s lezing aan de Princeton Universiteit) zijn uiterst serieus te nemen, want Velikovsky heeft deze woorden – als zeer ervaren en breed onderlegde wetenschapper – willen en durven uitspreken voor een zeer kritisch wetenschappelijk geschoold publiek.

In deze wereld is er nog steeds een wereldmacht die de (wereld)geesten beheerst en bespeelt ondanks dat zijn nederlaag vast staat. Wij hebben als christenwetenschappers hier niet naïef en klakkeloos te zijn en ons uiterste best doen om te bepalen waarom geleerden, die ook bronnen als de Bijbel serieus willen nemen, zoveel tegenstand en vijandigheid (o.m. negeren) ondervinden.

– Overigens: We mogen toch aannemen dat prof. G. van den Brink in zijn artikel heel bewust zal hebben gekozen voor het gebruik van het woord ‘waarheid’.