‘De woorden van de wijzen zijn zo scherp en puntig als een ossenprik,
al hun spreuken zijn ons door één Herder ingeprent‘
(Uit Prediker 12 vers 11)
Geciteerd 1: Wanneer we ons wagen aan een Bijbelstudie van het boek Prediker, maken we gebruik van een bevoegdheid, die zeker niet algemeen erkend wordt. We gaan namelijk uit van de bereikbaarheid van de geestverwantschap met dit boek, die als zodanig van meer betekenis is dan alle filologisch-wetenschappelijke (1) resultaten (waarmee niet bedoeld is dat deze gemist kunnen worden!).
Bij de voorbereiding van deze Bijbelstudie zijn verschillende en uiteenlopende van die voortbrengselen, van wat men tegenwoordig ‘Bijbelwetenschappen’ noemt, geraadpleegd; de schrijver heeft zich echter aan geen ervan onderworpen.
We vinden het niet verantwoord aan een Bijbelfilologie als zodanig enig kerkelijk of gemeentelijk gezag toe te kennen: we lezen ook het boek Prediker in christelijke mondigheid, en laten ons die niet ontnemen door een schoolgemeenschap in moderne zin – iets geheel anders dus dan een Qohèleth-gemeenschap* -, die gezag wil uitoefenen over ieder die niet vakman is en daardoor haar ten hoogste filologisch gezag de zin toedicht van leidende autoriteit.
Geciteerd 2: We willen het boek Prediker in christelijke vrijheid lezen, dus ons niet daarbij laten dirigeren door een of ander filologisch of theologisch wetenschap-ideaal. Dat zou er namelijk op neerkomen dat de boodschap van dit boek voor ons wordt gesloten. In Prediker 2 vers 25 lezen we: ‘Wie kan iets genieten buiten God?‘ Dat woord is ook toepasselijk op het genieten van het boek Prediker in zijn sobere schoonheid
Geciteerd 3: Het schrijven van dit boek over het boek Prediker is een moeilijke bezigheid geweest, om zich daarmee af te tobben. Wie dit Bijbelboek opvat als een doorlopend betoog van één schrijver (2), kan dit alleen volhouden als hij bereid is hier en daar een beetje te gaan knoeien. Vooral als hij dit doorlopend betoog dan ook nog orthodox wil zien. Zo komt men tot orthodoxisme, wat een karikatuur van orthodoxie betekent.
Geciteerd 4: De werkhypothese, waarvan de schrijver van dit boek gebruik heeft gemaakt, namelijk dat het boek Prediker een verslag is van een discussie waaraan vele en in overtuiging uiteenlopende sprekers deelnamen*, ligt zó voor de hand, dat we moeilijk kunnen aannemen dat ze nooit eerder geopperd zou zijn. In de ons bereikbare literatuur hebben we haar echter niet aangetroffen.
Geciteerd 5: Men vergeet te gemakkelijk dat in de dagen dat het boek Prediker ontstond, de ‘gewone man’ meer van wijsbegeerte begreep en afwist dan 99% van de academisch gevormden vandaag.
Geciteerd 6: Daarbij houden we ons eraan, dat we in het boek Prediker wijsheid vinden voor de gemeente.
* De Prediker is degene die in de volksvergadering het woord voert en zo de samenhang, de gemeentelijkheid van het volk vertegenwoordigt en bevordert. Qohèleth, de Prediker, is de man die spreekt in de qahaal, in de volksvergadering, die onder Israël de religieuze zin heeft van gemeente. Hij noemt zich Prediker, en gebruikt dit woord zowel als (bijna) eigennaam alsook ter aanduiding van zijn werk; en in beide gevallen komt er een duidelijke nadruk op de ambtelijke opdracht waartoe hij zich geroepen weet. We mogen zeggen dat in het ambt de persoon als het ware verdwijnt, en wel in die zin dat de uitoefening van het ambt door de persoon wordt vervuld.
(1) Filologie: studie van de taal- en letterkunde van volkeren door middel van geschriften in samenhang met de cultuurgeschiedenis van dit volk.
(2) Dat neemt niet weg dat we – net als de schrijver van dit boek en de schrijvers van het boek Prediker – de heilige Geest zien als de Schrijver van dit Bijbelboek: zie hierbij ook Prediker 12 vers 11.
Bron citaten: Boek – ‘Heersende te Jeruzalem‘ – door prof. dr. K.J. Popma (1903-1986)
Zie ook:
Bron afbeelding: Pinterest